Overslaan en naar de inhoud gaan

RBLIM 190221 kosten, cf verzoek, begroot en toegewezen: 29 uur x € 250,00 + 21% = € 8772,50

RBLIM 190221 Partijen gebonden aan rekenkundig onderzoek nu overeenstemming bestond over de voorgelegde uitgangspunten
- kosten, cf verzoek, begroot en toegewezen: 29 uur x € 250,00 + 21% = € 8772,50

2.
De feiten

2.1.
Op 11 december 2010 is in Maastricht [ verzoekster ] , als bestuurster van een fiets, aangereden door een auto, bestuurd door de heer C. De auto is tegen wettelijke aan sprakelijkheid verzekerd bij Avero Belgium, thans Baloise Belgium N.V., welke maatschappij in Nederland wordt vertegenwoordigd door Dekra.

2.2.
[ verzoekster ] heeft als gevolg van het ongeval letsel opgelopen.

2.3.
Dekra heeft aansprakelijkheid voor de schade van [ verzoekster ] als gevolg van het ongeval erkend.

2.4.
Ten tijde van het ongeval was [ verzoekster ] als kraamverzorgende in dienst bij het Groene Kruis Domicura Kraamzorg B.V. op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. De arbeidsovereenkomst is per 15 juli 2011 verlengd tot 1 april 2012. De arbeidsovereenkomst is nadien niet meer verlengd en van rechtswege geëindigd.

2.5.
Per 29 januari 2014 is aan [ verzoekster ] een WIA-uitkering toegekend.

2.6.
Er heeft een arbeidsdeskundig onderzoek door bureau Radar plaatsgevonden. Radar heeft daarvan een rapport opgemaakt d.d. 6 november 2014 (productie 7 verzoekschrift).

2.7.
Ter vaststelling van het letsel en de daaruit voortvloeiende klachten heeft er een medische keuring plaatsgevonden door dr. Devilee, die op 28 maart 2017 heeft gerapporteerd (productie 9 verzoekschrift).

2.8.
Bij brief van 21 december 2017 heeft [ verzoekster ] een regelingsvoorstel aan Dekra gedaan.

2.9.
Op de diverse herinneringen ontvangt [ verzoekster ] enkel de reactie dat er een nieuwe behandelaar in het dossier zit en dat er voorlopig niet aan het dossier wordt toegekomen.

2.10.
Bij emailbericht van 9 juli 2018 (productie 20 verzoekschrift) bericht Dekra aan (de advocaat van) [ verzoekster ] :
U heeft bij ons op 21 december 2017 een regelingsvoorstel neergelegd. Ondanks diverse herinneringen heeft u van ons tot op heden geen reactie ontvangen. Wij bieden u hiervoor onze verontschuldigingen aan. ( ... )
Wij stellen ( ... ) de inzet van een rekenbureau voor. Als u hiermee kunt instemmen kan deze opdracht aan Laumen Expertises of aan NRL worden verstrekt. ( ... )

2.11.
In opdracht van partijen is vervolgens het Nederlands Rekencentrum Letselschade (hierna: NRL) ingeschakeld om een schadeberekening uit te voeren. [ verzoekster ] heeft daar toe op 14 december 2018 een conceptbrief (productie 23 verzoekschrift) opgesteld en aan Dekra gezonden. Daarin staat voor zover relevant:
"( ... ) Thans dient de schade wegens het verlies van arbeidsvermogen berekend te worden. Partijen zijn overeengekomen die berekening door het NRL te laten doen.
( ... )
Hypothetische arbeidssituatie zonder ongeval
Voor de hypothetische arbeids- en inkomenssituatie zonder ongeval mag u uitgaan van verlenging voor onbepaalde tijd van het arbeidscontract met voltijdsdienstverband per 15/7/2010. Tegelijkertijd zou zij nog een tweejarige vervolgopleiding tot verpleegkundige MBO niveau 4 hebben gevolgd waarna zij bij het afronden ervan per 15/7/2012 in FWG45 zou zijn ingedeeld en ook daar voltijds zijn gaan werken. Op jaarbasis had zij voorts 360 ORT uren van 30%. Rekenopdracht
Partijen verzoeken u op basis van het hierboven geschetste scenario een conceptberekening te maken van het verlies arbeidsvermogen waarbij het arbeidzaam leven loopt tot de (thans geldende) pensioenleeftijd en vervolgens ook daaruit voortvloeiende pensioenschade te berekenen tot en met de statistische eindleeftijd.

Rekenparameters

Kapitalisatiedatum: per 1/1/2019

Zorgtoeslag: ja in situatie zonder ongeval, nee per 1/1/2019 in situatie met ongeval

Sterftekanscorrectie: Ja

Rendement en inflatie:
(...) Ook de fiscale schade dient berekend te worden waarbij u mag uitgaan van de standaard vrijstelling vermogensrendementheffing van een alleenstaande.

Inkomensgegevens
(...)
Overig
Wilt u beide partijen eerst voorzien van een conceptrapport en daarbij gelegenheid geven gedurende een periode van twee weken inhoudelijke op-/aanmerkingen te maken waarna u na ommekomst van genoemde periode de eventueel gemaakte opmerkingen verwerkt in uw eindrapport.
( ... )

2.12.
Bij emailbericht van 21 december 2018 (productie 24 verzoekschrift) deelt Dekra mee:
"Wij hebben de conceptbrief aan NRL gelezen en kunnen met de inhoud hiervan instemmen

2.13.
Op 28 januari 2019 heeft NRL een rekenkundige expertise uitgebracht. Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid tot het leveren van commentaar op de rapportage.

2.14.
Op 9 september 2019 vindt er een bespreking tussen partijen plaats om te bezien of een regeling tot de mogelijkheden behoort. Tijdens die bespreking geeft Dekra te kennen be zwaren te hebben tegen het rapport van NRL en dan met name de uitgangspunten waarop die berekening is gemaakt.

3.
Het geschil

3.1.
[ verzoekster ] verzoekt dat de rechtbank bij beschikking, voor zover mogelijk uit voerbaar bij voorraad:
i. voor recht verklaart dat partijen gebonden zijn aan het rapport van NRL en dat de door NRL berekende schade van [ verzoekster ] wegens het verlies van verdienvermogen en fiscale component, exclusief de pensioenschade dient te worden vastgesteld op € 248.080,--;
ii. voor recht verklaart dat de door NRL berekende pensioenschade van [ verzoekster ] , inclusief fiscale component, dient te worden vastgesteld op € 288.637,--;
iii. Dekra veroordeelt tot betaling van de kosten van deze procedure, welke kosten zijn begroot op € 9.298,85, vermeerderd met het griffierecht dat in verband met deze procedure aan [ verzoekster ] is opgelegd.

3.2.
Dekra voert verweer.

3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.
De beoordeling

4.1.
De rechtbank is met partijen van oordeel dat het onderhavige geschil zich leent voor behandeling in een deelgeschil.

4.2.
Beoordeeld dient te worden of partijen gebonden zijn aan het door NRL opgestelde rapport. De rechtbank stelt voorop dat, indien een op verzoek van een partij of op gezamenlijk verzoek van partijen uitgebracht deskundigenrapport in het geding is gebracht, het aan de rechter is om te beoordelen welke waarde daaraan moet worden toegekend (art. 152 lid 2 Rv). Gelet hierop staat het de rechter ook vrij om bij zijn beoordeling van het geschil een dergelijk rapport tot uitgangspunt te nemen, ook als in het partijdebat bezwaren zijn geuit tegen de wijze van totstandkoming of de inhoud daarvan. Hetzelfde geldt als een partij voor afgaand aan de totstandkoming van een op gezamenlijk verzoek van partijen uit te brengen rapport, te kennen heeft gegeven zich niet aan het rapport gebonden te zullen achten. Het is aan de rechter of hij voor de waardering van een dergelijk rapport in het licht van de bezwaren die een partij daartegen heeft ingebracht, behoefte heeft aan voorlichting door daartoe door hemzelf benoemde deskundigen (HR 19 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3654).

4.3.
Vaststaat dat het door NRL opgestelde rapport op gezamenlijk verzoek van partijen is uitgebracht. Als uitgangspunt heeft in zo'n geval te gelden dat partijen in beginsel daaraan zijn gebonden en dat zulks niet vrijblijvend is tenzij partijen daarover expliciet iets zijn overeengekomen. Ook bij dit uitgangspunt heeft te gelden dat moet worden uitgelegd hetgeen partijen zijn overeengekomen. Hierbij komt het niet alleen aan op een zuiver taalkundige uitleg van de inhoud van, in dit geval, de brief van 14 december 2018 en de email van 21 december 2018 (respectievelijk r.o. 2.11 en 2.12 hiervoor), maar ook op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze inhoud mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht (Haviltex). Het emailbericht van Dekra van 21 december 2018 (r.o. 2.12) laat naar het oordeel van de rechtbank niets aan duidelijkheid te wensen over. Dekra is akkoord gegaan met de inhoud van de door mr. Ruiter opgestelde conceptbrief ten behoeve van het deskundigenbericht bij NRL en heeft daar mee tevens ingestemd met de in die brief genoemde uitgangspunten en berekeningswijze. Dekra heeft daarbij geen voorbehoud gemaakt althans niet te kennen gegeven zich niet aan het rapport gebonden te zullen achten. Het door Dekra gestelde dat dit deskundigenbericht als onderdeel van een onderzoekstraject en als een verkennende exercitie gezien moet worden, blijkt daaruit niet. Voorts mocht [ verzoekster ] naar mate de tijd verstreek ook verwachten dat de in het rapport van NRL vermelde uitgangspunten leidend zouden zijn voor de verdere schadeafwikkeling. Dekra heeft geruime tijd niet gereageerd op correspondentie van [ verzoekster ] , voor welke vertraging Dekra excuses heeft aangeboden. Het inzicht bij haar dat excuses noodzakelijk waren, moet ook hebben veroorzaakt, althans dat mag worden veronder steld, dat [ verzoekster ] mocht menen dat elke verdere handeling van haar was gericht op een zo spoedig mogelijk einde van de kwestie. Indien Dekra na grote door haar veroorzaakte vertragingen meende dat het rapport niet meer zou mogen zijn dan onderdeel van een onderzoekstraject en/of een verkennende exercitie, had zij dit luid en duidelijk van te voren moeten meedelen. Dat heeft zij niet gedaan. Zij heeft zelfs niet eerder bezwaren omtrent de in houd van het rapport aan [ verzoekster ] kenbaar gemaakt dan in het gesprek van 9 september 2019. Partijen hebben, hoewel daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, geen opmerkingen gemaakt op de conceptrapportage van NRL.

4.4.
Een partij kan naar vaste jurisprudentie slechts dan niet worden gehouden aan de uitkomsten van een op gezamenlijk verzoek tot stand gekomen rapport indien sprake is van zwaarwegende argumenten ten aanzien van de wijze waarop de deskundige zijn werkzaam heden heeft verricht of de inhoud van het rapport niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen van onpartijdigheid, consistentie, inzichtelijkheid en logica. De door Dekra geuite bezwaren tegen het rapport zien op de uitgangspunten waarvan hiervoor is geoordeeld dat die niet vrijblijvend waren.

4.5.
Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat partijen gebonden zijn aan de rapportage van NRL. Dit betekent dat de rechtbank het verzochte zal toewijzen.

4.6.
Ten aanzien van de proceskosten overweegt de rechtbank als volgt. Artikel 1019aa Rv bepaalt dat de rechter de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt, dient te begroten, ook als het verzoek wordt af gewezen. Dat is alleen anders indien de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. Nu het door [ verzoekster ] ingediende verzoekschrift niet als volstrekt onnodig of onterecht kan worden beschouwd, zal de rechtbank overgaan tot een begroting van de kos ten aan de zijde van [ verzoekster ] .

4.7.
De advocaat van [ verzoekster ] stelt in totaal een bedrag van € 9.298,85 (inclusief btw en nog te vermeerderen met griffierecht) aan kosten te hebben gemaakt. Dekra heeft tegen de kostenopgave bezwaar gemaakt.

4.8.
De rechtbank acht het aantal gedeclareerde uren niet bovenmatig. Hoewel in het verzoekschrift een uurtarief van € 265,00 (exclusief btw) wordt genoemd, blijkt uit het als productie 29 ingediende urenoverzicht dat een uurtarief van € 250,00 is gehanteerd. De rechtbank zal dan ook van dit laatste bedrag uitgaan. Gezien het voorgaande zullen de kos ten van deze procedure aan de zijde van [ verzoekster ] worden begroot op een bedrag van € 9.076,50 (29 uur x € 250,00, vermeerderd met btw van 21% en € 304,00 griffierecht).

4.9.
Nu de aansprakelijkheid van Dekra vaststaat, zal de rechtbank Dekra, overeenkom stig het verzoek daartoe van [ verzoekster ] , veroordelen tot betaling van de met het deelgeschil gemoeide kosten, zoals hiervoor onder r.o. 4.8. door de rechtbank begroot.

5.
De beslissing

De rechtbank

5.1.
verklaart voor recht dat partijen gebonden zijn aan het rapport van NRL en dat de door NRL berekende schade van [ verzoekster ] wegens het verlies van verdienvermogen en fiscale component, exclusief de pensioenschade dient te worden vastgesteld op € 248.080,--;

5.2.
verklaart voor recht dat de door NRL berekende pensioenschade van [ verzoekster ] , inclusief fiscale component, dient te worden vastgesteld op € 288.637,--;

5.3.
begroot de kosten van deze procedure tot aan deze beschikking aan de zijde van [ verzoekster ] op € 9.076,50 inclusief btw en veroordeelt Dekra tot betaling van dit bedrag aan [ verzoekster ] ,

5.4.
verklaart deze beschikking voor wat betreft de veroordeling onder 5.3. uitvoerbaar bij voorraad,


Met dank aan de heer mr. R.J. Ruiter Simons & Partners Advocaten, voor het inzenden van deze uitspraak.

Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2021/RBLIM-190221