Overslaan en naar de inhoud gaan

RBMNE 050718 verzoek onterecht en onnodig ingesteld

RBMNE 050718 passagier breekt borstwervel bij ritje met rallytruck; deelgeschil leent zich niet voor vaststelling feiten 
verzoek onterecht en onnodig ingesteld

4.8.

[verzoeker c.s.] maakt aanspraak op de kosten van de deelgeschilprocedure ter hoogte van een bedrag van € 16.821,30. Allianz voert aan dat sprake is van een nodeloos ingesteld deelgeschil, dat alleen de kosten van het deelgeschil kunnen worden begroot en dat het aantal bestede uren te hoog is, zodat het begrote bedrag de dubbele redelijkheidstoets niet kan doorstaan. Allianz heeft geen verweer gevoerd tegen het uurtarief.

4.9.
De rechtbank dient op grond van artikel 1019aa lid 1 Rv de kosten van de procedure te begroten en daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking te nemen, ook indien een verzoek niet wordt toegewezen. Dit is alleen dan anders indien de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. Bij de begroting van de kosten dient de rechtbank de dubbele redelijkheidstoets te hanteren; zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn. Dit betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen.

4.10.
Zoals hiervoor is overwogen leent het verzoek zich niet voor behandeling in een deelgeschilprocedure vanwege de discussie tussen partijen over de toedracht van het incident en de omvang van het aan de rechtbank verzochte. Deze beslissing lag naar het oordeel van de rechtbank zo voor de hand dat het indienen van het verzoek onterecht en onnodig moet worden geacht. Nu de kosten van de behandeling van het verzoek daarom niet voor vergoeding in aanmerking komen, kan begroting van deze kosten achterwege blijven. Het verzoek sub VI wordt eveneens afgewezen ECLI:NL:RBMNE:2018:3172