Overslaan en naar de inhoud gaan

RBMNE 110718 kosten verzocht 16 uren x € 220,00 + 5% + 21%, toegewezen tot 85% vanwege eigen schuld

RBMNE 110718 aansprakelijkheid school voor val van leerling die aan andere leerling was vastgetapet; eigen schuld 15% 
kosten verzocht 16 uren x € 220,00 + 5% + 21%, toegewezen tot 85% vanwege eigen schuld

4.7.

De rechtbank dient op grond van artikel 1019aa lid 1 Rv de kosten van de procedure te begroten en daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking te nemen, ook indien een verzoek niet wordt toegewezen. Bij de begroting van de kosten dient de rechtbank de dubbele redelijkheidstoets te hanteren; zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn. Dit betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen.

[verzoeker] maakt aanspraak op een bedrag van € 4.486,24 (16 uren x € 220,00 te vermeerderen met 5% kantoorkosten en 21% btw), te vermeerderen met het griffierecht van € 291,00.

De Ceder Groep en Reaal hebben geen (afzonderlijk) verweer gevoerd tegen het uurtarief, terwijl zij met betrekking tot het aantal uren aanvoeren dat 16 uren aan de (te) hoge kant is en dat 8 uren (wel) redelijk zouden zijn.

De onderhavige zaak betreft naar het oordeel van de rechtbank een voor wat betreft de omvang en complexiteit ervan beperkt en overzichtelijk deelgeschil. Het aan het deelgeschil bestede en opgegeven aantal uren is daarmee naar het oordeel van de rechtbank in overeenstemming. Hierbij is in aanmerking genomen dat namens [verzoeker] geen nadere toelichting en invulling is gegeven aan “de nog te maken kosten in verband met de mondelinge behandeling en de voorbereiding daarvan” (zie 3.1. onder II.). De met de opstelling van het verzoekschrift en de verdere behandeling van de zaak gemoeide, redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW zullen door de rechtbank dan ook worden begroot overeenkomstig het verzoek, dus op € 4.777,24 (€ 4.486,24 plus het door [verzoeker] betaalde griffierecht van € 291,00). Op deze kosten dient een correctie overeenkomstig het percentage eigen schuld plaats te vinden, zodat wordt toegewezen 85% van € 4.777,24, wat neerkomt op een bedrag van € 4.060,65. De Ceder Groep en Reaal zullen, hoofdelijk, tot betaling daarvan aan [verzoeker] worden veroordeeld. De verzochte wettelijke rente hierover zal worden toegewezen zoals in het dictum is vermeld.

4.8.
Omdat tegen een beschikking op een verzoek inzake een deelgeschil op grond van artikel 1019bb Rv geen hogere voorziening open staat, zal de rechtbank het verzoek de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, afwijzen. ECLI:NL:RBMNE:2018:3709