Overslaan en naar de inhoud gaan

RBMNE 121218 kosten deelgeschil verzocht en toegewezen € 8.317,24, kantoorkosten alleszins redelijk

RBMNE 121218 machine-operator loopt psychisch letsel op bij confrontatie met en betrokkenheid bij verlies vingertopje collega; wg-er aansprakelijk
- kosten deelgeschil verzocht en toegewezen € 8.317,24, kantoorkosten alleszins redelijk

4.6. 

De kantonrechter dient op grond van artikel 1019aa lid 1 Rv de kosten van de procedure te begroten en daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking te nemen, ook indien een verzoek niet wordt toegewezen. Bij de begroting van de kosten dient de kantonrechter de dubbele redelijkheidstoets te hanteren; zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn. Dit betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen. 
[ verzoeker ] maakt aanspraak op een bedrag van € 8.317,24 (inclusief de uren voor voorbereiding van de mondelinge behandeling en inclusief kantoorkosten en het griffierecht van 79,00). 
Anders dan SAB is de kantonrechter van oordeel dat geen sprake is van een volstrekt onnodig of onterecht ingediend verzoek. Voor het oordeel dat de gemaakte kosten niet voor begroting in aanmerking komen moet sprake zijn van misbruik van het processuele middel van een verzoekschrift ex artikel 10 19w Rv. Een dergelijk misbruik acht de kantonrechter niet aanwezig. 
SAB heeft subsidiair verzocht het gevorderde bedrag te matigen, omdat er meestal een bedrag tussen € 3.000,00 en € 4.000,00 wordt begroot. Een bedrag is die orde van grootte acht SAB redelijk, omdat de zaak niet wezenlijk gecompliceerder is. Ook staat het niet vast dat aan [ verzoeker ] 19,5 uren daadwerkelijk in rekening is gebracht. Ook toewijzing van de kantoorkosten acht SAB niet redelijk. 

4.7. 
De kantonrechter overweegt dat het verweer van SAB te weinig specifiek is. Daarbij geldt dat deze zaak niet een standaardzaak is (zo die al bestaan), waarbij het begrijpelijk is dat daaraan wat meer uren dan gemiddeld zijn besteed. SAB heeft geen verweer gevoerd tegen de hoogte van het gehanteerde uurtarief. 
Met betrekking tot de gevorderde kantoorkosten overweegt de kantonrechter dat [ verzoeker ] een bedrag van 415,86 inclusief BTW vordert. Dat bedrag is alleszins redelijk te noemen. 
De conclusie luidt dat de kantonrechter de kosten van het deelgeschil zal vaststellen zoals is verzocht. 

4.8. 
Omdat tegen een beschikking op een verzoek inzake een deelgeschil op grond van artikel 1019bb Rv geen hogere voorziening open staat, zal de kantonrechter het verzoek de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, afwijzen. 

Met dank aan mr. B. Drykoningen Schröder & Drykoningen Advocaten voor het inzenden van deze uitspraak.

Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2019/RBMNE-121218