Overslaan en naar de inhoud gaan

RBMNE 281118 rb acht 70 uur teveel, 40 redelijk en waardeert kosten op (40 uur/70 uur) van € 21.785,89 = € 12.449,08

RBMNE 281118 geen causaal verband tussen rug-, en liesklachten en ongeval; aanvullend desk, rapport, nu met inachtneming patiëntenkaart. 
- rb acht 70 uur teveel, 40 redelijk en waardeert kosten op (40 uur/70 uur) van € 21.785,89 = € 12.449,08

(in vervolg op rb-midden-nederland-270716-eiseres-dient-wel-haar-patientenkaart-over-8-jaar-voor-het-ongeval-maar-niet-de-rapporten-van-uwv-ter-beschikking-te-stellen en ECLI:NL:RBMNE:2017:3103)

Deelgeschilkosten

2.18.
De rechtbank dient op grond van artikel 1019aa lid 1 Rv de kosten van de procedure te begroten en daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking te nemen, ook indien een verzoek niet wordt toegewezen. Bij de begroting van de kosten dient de rechtbank de dubbele redelijkheidstoets te hanteren; zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn. Dit betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen.

[verzoekster] maakt aanspraak op een bedrag van € 21.785,89 inclusief kantoorkosten en btw en het griffierecht.

Unigarant vindt dat de zaak door [verzoekster] onnodig is vertraagd en dat de kosten daardoor onnodig hoog zijn opgelopen. Unigarant vindt dat er voor het opvragen van de patiëntenkaart, het doorzenden daarvan samen met de beschikking van de rechtbank en het antwoorden na de deskundigenberichten excessief veel uren, namelijk in totaal 50,18 uur, zijn gemoeid. Unigarant is van mening dat volstaan had kunnen worden met een eenvoudige brief aan de deskundigen met het verzoek aanvullend te rapporteren, waarbij de beschikking van de rechtbank samen met de patiëntenkaart van [verzoekster] werd meegestuurd. Daarna hadden partijen zich kunnen uitlaten. Al met al vindt Unigarant daarvoor 15 uur meer dan redelijk. Eerder heeft Unigarant al aangegeven dat zij 15 tot 20 uur voor de werkzaamheden tot en met de eerste uitspraak redelijk vindt. In totaal komt dit dan neer op een bedrag van € 9.528,75

De onderhavige zaak betreft naar het oordeel van de rechtbank een niet per definitie eenvoudig deelgeschil, maar is ook niet dermate complex dat dit een tijdsbesteding (na matiging met 11:48 uren) van 70 uren rechtvaardigt. De rechtbank is het met Unigarant eens dat er sprake is van een component onnodige kosten, namelijk die kosten die gemaakt zijn na de eerste mondelinge behandeling tot en met de tweede mondelinge behandeling. Partijen hadden zich na de eerste uitspraak al kunnen wenden tot de deskundige. De nadere instructies die daarover in de tweede uitspraak zijn gegeven zijn het gevolg van de opstelling van [verzoekster] en merkt de rechtbank niet aan als in redelijkheid gemaakte kosten. De met de opstelling van het verzoekschrift en de verdere behandeling van de zaak gemoeide, redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW zullen door de rechtbank dan ook worden begroot op 40 uur. Per kalenderjaar worden verschillende uurtarieven gehanteerd. De rechtbank zal daarom de kosten begroten op vier zevende deel (40 uur/70 uur) van het verzochte bedrag van € 21.785,89, dus op € 12.449,08, te vermeerderen met het door [verzoekster] betaalde griffierecht van € 79,00. Unigarant zal tot betaling daarvan aan [verzoekster] worden veroordeeld.ECLI:NL:RBMNE:2018:6796