Overslaan en naar de inhoud gaan

RBNHO 200220 kosten gevorderd en toegewezen: € 5.733 (obv 18 uur) + € 2.420 voor tweede zitting (€ 250,00 x 8 uur + 21%), totaal € 8.153,-

RBNHO 200220 deskundige (psychiater) licht in deelgeschil ter zitting toe dat hij mate klachten niet kan vaststellen; ongevalsrelateerde klachten niet aannemelijk gemaakt;
- kosten gevorderd en toegewezen: € 5.733 (obv 18 uur) + € 2.420 voor tweede zitting (€ 250,00 x 8 uur + 21%), totaal € 8.153,-

vervolg op: rbnho-150819-deelgeschil-oproep-deskundige-om-ter-zitting-een-nadere-toelichting-te-geven-op-zijn-rapport

2.7.

[verzoeker] verzoekt NN te veroordelen in de kosten als bedoeld in artikel 1019aa Rv. Ook als een verzoek op grond van artikel 1019z Rv wordt afgewezen, dient rechter de kosten te begroten. Dit is alleen anders indien de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. Van dit laatste is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake gelet op het feit dat ook de rechtbank behoefte had aan een nadere toelichting van Korzec op zijn rapport.

2.8.
NN heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van [verzoeker] te bepalen dat NN in de kosten wordt veroordeeld. NN heeft, in haar verweerschrift, wel bezwaar gemaakt tegen de begrote tijdsbesteding. Namens [verzoeker] is de begrote tijdsbesteding in de pleitnotitie van mr. Baggerman ten behoeve van de zitting van 4 juli 2019 gematigd naar 18 uur hetgeen uitkomt op een bedrag van € 5.733,-. Tijdens de zitting op 16 januari 2020 heeft mr. Baggerman aangegeven dat hij in verband met die zitting extra uren heeft gewerkt en deze extra uren zal beperken tot acht uur. Uit de brief van 17 januari 2020 van mr. Oskam blijkt dat zij naar aanleiding van de kostenopgaaf van mr. Baggerman op de zitting van 16 januari 2020 geen opmerkingen heeft. Uit het verzoekschrift volgt dat de kosten van mr. Baggerman € 250,- per uur bedragen vermeerderd met 21% BTW. De extra kosten naar aanleiding van de zitting van 16 januari 2020 komen daarmee op € 2.420,-. De totale kosten bedragen derhalve (€ 5.733,- + € 2.420,- =) € 8.153,-. De rechtbank acht deze kosten redelijk en begroot de kosten van dit deelgeschil op het bedrag van € 8.153,-. De rechtbank zal NN veroordelen in het betalen van voornoemde kosten.

2.9.
De rechtbank merkt ten slotte nog op dat tijdens de zitting op 16 januari 2020 namens NN is aangegeven dat de kosten van Korzec in verband met het geven van toelichting op zijn rapport tijdens de zitting door NN zullen worden gedragen. Van de berekening van de kosten hebben partijen beiden een afschrift gekregen. Deze kosten bedroegen tot aan de zitting € 1.179,75. Overeengekomen is dat voor de behandeling ter zitting nog anderhalf uur in rekening zal mogen worden gebracht. ECLI:NL:RBNHO:2020:1401