Overslaan en naar de inhoud gaan

RBZWB 090120 verzocht en begroot, niet toegewezen: 21 x € 275,00 = 6987,00

RBZWB 090120 11-jarige jongen valt 5 meter hoog uit boom tijdens uitje met school. Geen schending zorgplicht. Voldoende voorzorgsmaatregelen, veiligheidsinstructies en toezicht.
- verzocht en begroot, niet toegewezen: 21 x € 275,00 = 6987,00

Kosten deelgeschil

3.9.
Artikel 1019aa Rv bepaalt dat de rechter de kosten van de deelgeschilprocedure aan de zijde van de benadeelde begroot, waarbij alle redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking worden genomen. Dat geldt ook als een verzoek in deelgeschil wordt afgewezen. Begroting kan alleen achterwege blijven, als de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. Daarvan is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake, zodat de rechtbank de kosten die [verzoekers] voor deze procedure heeft gemaakt, zal begroten.

3.10.
Bij de begroting van de kosten moet de rechtbank de zogenaamde “dubbele redelijkheidstoets” hanteren; zowel het inroepen van rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn. [verzoekers] stellen in het verzoekschrift een bedrag van
€ 6.309,34 aan kosten te hebben gemaakt, dat wil zeggen 18 uur tegen het door de raadsman van [verzoekers] gehanteerde en overeengekomen uurtarief van € 275,- (excl btw), een en ander overeenkomstig de aan het verzoekschrift gehechte begroting. De raadsman van [verzoekers] heeft ter zitting aangegeven dat er naast de begroting nog 3 uur aan de voorbereiding van de zitting is besteed. Daarmee komt het urentotaal op 21 uren tegen een uurtarief van € 275,- excl btw. De rechtbank acht de totale tijdsbesteding gezien de aard van het deelgeschil en de complexiteit ervan, niet bovenmatig. Ook het uurtarief van € 275,- excl btw is redelijk. Daarmee worden de kosten begroot op 21 uur * € 275,- , oftewel een bedrag van € 5.775,-, te vermeerderen met 21 % btw en het griffierecht van € 288,00 en de reiskosten van € 31,84.

3.11.
Omdat de aansprakelijkheid van Stichting Bravoo niet is komen vast te staan, zal de rechtbank de kosten alleen begroten en Stichting Bravoo niet veroordelen tot betaling daarvan. ECLI:NL:RBZWB:2020:351