Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Zwolle 200605 eindleeftijd levensonderhoud

Rechtbank Zwolle 20-06-2005:
4.6.  Partijen strijden over de vraag tot welke leeftijd de kinderen levensonderhoud derven.
Ingevolge artikel 6:108 eerste lid sub a en c BW dient te worden beoordeeld hoe lang [minderjarige 1] en [minderjarige 2] niet in staat zijn om in hun eigen levensonderhoud te voorzien en voorts hoe lang [A], indien hij niet zou zijn overleden, daarin zou hebben bijgedragen. De rechtbank acht het redelijk om uit te gaan van de periode waarin ouders krachtens familierechtelijke bepalingen normaliter tot betaling van alimentaire bijdragen kunnen worden gehouden, te weten tot het 21e levensjaar. Door partijen zijn geen bijzondere feiten of omstandigheden naar voren gebracht, die tot afwijken daarvan nopen.
[eiseres] zal op dit punt dan ook in het gelijk worden gesteld.
LJNAV5225