Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Rotterdam 310715 buitengerechtelijke kosten van werkgever die loonschade verhaalt zijn toewijsbaar; geen belemmering door civiel plafond

Rb Rotterdam 310715 buitengerechtelijke kosten van werkgever die loonschade verhaalt zijn toewijsbaar; geen belemmering door civiel plafond

2 De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, alsmede op grond van de in zoverre niet weersproken inhoud van de producties, staat tussen partijen het volgende vast.

2.1
Op 10 mei 2012 is [naam slachtoffer] betrokken geraakt bij een verkeersongeval. Ten tijde van het ongeval was zij werkzaam bij de stichting Jeroen Bosch Ziekenhuis (“Jeroen Bosch”). Als gevolg van het letsel dat [naam slachtoffer] op liep bij het ongeval is zij tot 1 maart 2013 arbeidsongeschikt geweest. Jeroen Bosch heeft loon doorbetaald tijdens ziekte.

2.2
BMA heeft in opdracht van Jeroen Bosch rechtsbijstand verleend met betrekking tot het verhalen van door Jeroen Bosch geleden loonschade.

2.3
Allianz is verzekeraar van de schadeveroorzakende partij.

2.4
Bij brief van 11 juli 2012 heeft Allianz de aansprakelijkheid erkend.

Zij heeft daarbij tevens verzocht om:
- de medische informatie over te leggen teneinde het causale verband en de periode van arbeidsongeschiktheid te onderbouwen;
- het verslag en de afspraken die zijn gemaakt over de re-integratie volgens de richtlijnen van de Wet Poortwachter over te leggen;
- de berekening van de loonvordering, onderbouwd met bewijsstukken;
- informatie van de arbo-arts aan te leveren.

2.5
Allianz is na ontvangst van de stukken overgegaan tot uitbetaling van de loon schade (in twee tranches).

2.6.
Terzake van buitengerechtelijke kosten heeft Allianz een bedrag van € 250,- uitgekeerd, ofschoon BMA op basis van het met Jeroen Bosch overeengekomen uurloon ad € 180,- ex btw en kantoorkosten een bedrag van € 1.865,32 inclusief btw en kantoorkosten in rekening heeft gebracht.

2.7
Jeroen Bosch heeft de vordering welke zij meent te hebben op grond van art. 6:107a lid 2 jo 6:96 lid 2 sub BW gecedeerd aan BMA.

3 De vordering

3.1
BMA heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Allianz te veroordelen aan haar te betalen € 1.615,32 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 augustus 2013, proceskosten en nakosten.

3.2
Aan haar vordering heeft BMA - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende ten grondslag gelegd.

3.3
BMA heeft aangevoerd dat uit de jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat voor een verhaalsrecht dat zijn grondslag heeft in artikel 107a lid 2 BW, de bepaling van artikel 6:96 BW van overeenkomstige toepassing is. Daarom kan Jeroen Bosch als werkgever de buitengerechtelijke kosten, zijnde de advocaatkosten verhalen op Allianz.
Het is redelijk dat Jeroen Bosch zich in een loonschade zaak van aanvang af laat bijstaan door een juridisch specialist, zo stelt BMA meteen verwijzing naar een uitspraak van het Hof Amsterdam ( Ecli:NL;GHAMS:2008:BM1058) (bedoeld zal zijn ECLI:NL:GHAMS:2008:BH1058, red. LSM). De kerntaken van Jeroen Bosch zijn niet juridisch van aard. Het is dan ook zonder meer redelijk dat Jeroen Bosch zich door een expert heeft laten bijstaan.

3.4
Jeroen Bosch heeft voor het verhalen van de loonschade BMA in de arm genomen. BMA heeft de nodige werkzaamheden verricht, o.a. na daartoe verzocht door Allianz aan haar doen toekomen, de bescheiden genoemd onder 2.4. Alleen al voor het aanleveren van de medische analyse is door BMA contact opgenomen met de werkgever, het slachtoffer, de arts, de verzekeraar en de medisch adviseur.
Gezien de verhouding tussen de gemaakte kosten en hetgeen Allianz heeft uitbetaald is de hoogte van de buitengerechtelijke kosten volgens BMA alleszins redelijk en kan de dubbele redelijkheidstoets worden doorstaan.

3.5
BMA heeft een overzicht van de tijd die zij aan deze zaak heeft besteed in het geding gebracht

4 Het verweer

4.1
Allianz heeft de vordering betwist en heeft daartoe het volgende - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - aangevoerd.

4.2
Het te gelde maken van het verhaalsrecht vergt enkele administratieve handelingen die geen bijzondere kennis vergen. Een salarisadministrateur kan dit eenvoudig zelf. Er zijn commerciële partijen in de markt die het voor een gering bedrag doen. Het bedrag dat BMA in rekening brengt is exorbitant.
Bovendien verzet het civiele plafond zich ertegen dat de kosten van identieke werkzaamheden meerdere malen vergoed zouden moeten worden, namelijk aan de benadeelde zelf, maar ook aan degene die een zelfstandig verhaalsrecht heeft. In casu moet het dan gaan om werkzaamheden die niet door of namens V zelf al zijn verricht ter vaststelling van de aansprakelijkheid en de schade. De aansprakelijkheid heeft nimmer ter discussie gestaan. In casu gaat het om werkzaamheden van administratieve aard en die kosten zijn door een benadeelde zijnde particulier niet te vorderen en dus ook niet door het verhalend lichaam.
Overigens betwist Allianz dat de medische informatie onderdeel is geweest van de met Allianz gevoerde discussie. Slechts de salarisstroken, de informatie van de arbo-arts en de het in het kader van de Wet Poortwachter gemaakte plan van aanpak, behoefden aangeleverd te worden. Over die informatie beschikt de benadeelde zelf en die kan dat dan ook eenvoudig aanleveren.

4.3
Allianz heeft tenslotte bezwaar gemaakt tegen het in rekening gebrachte uurloon en het aantal uren dat in rekening is gebracht.

5 De beoordeling van de vordering

5.1
Beoordeeld dient te worden of het in de gegeven omstandigheden redelijk geacht moet worden dat door Jeroen Bosch kosten voor rechtsbijstand zijn gemaakt en zo ja of de omvang van die kosten redelijk geacht kan worden.

5.2
Dat het redelijk is dat Jeroen Bosch zich liet bijstaan, wordt impliciet door Allianz erkend. Immers zij heeft een deel van de buitengerechtelijke kosten vergoed. Het is ook niet onredelijk dat Jeroen Bosch zich in eerste instantie liet bijstaan door een advocaat voor het verhaal van haar loonschade, omdat op dat moment haar nog niet bekend was welk standpunt Allianz zou innemen.

5.3
Ook de werknemer zelf zou, wanneer zij deze schade vergoed had willen krijgen, een advocaat ingeschakeld hebben. Voor het verhalen van loonschade is deels andere informatie en onderbouwing nodig dan voor het verhalen van de overige lichamelijke, materiële en immateriële schade.

5.4
Allianz wijst erop dat er gegevens zijn verstrekt welke zij deels al in haar bezit had, doch daarbij gaat zij er aan voorbij dat zij zelf om die gegevens heeft gevraagd bij brief van 11 juli 2012.

5.5
Het voorgaande leidt ertoe dat het verweer dat BMA, meer vordert dan de laedens zelf had kunnen vorderen (het civiele plafond), behoudens hetgeen hierna over de hoogte van de vordering wordt overwogen, wordt verworpen.
Voor het stellen van prejudiciële vragen ziet de kantonrechter geen aanleiding, ook al niet omdat terzake een soortgelijke vordering ook reeds in tweede instantie is beslist. (Ecli:NL;GHAMS:2008:BM1058)(bedoeld zal zijn ECLI:NL:GHAMS:2008:BH1058, red. LSM).

5.6
Het in rekening gebrachte uurtarief ad € 180,- ex btw en kantoorkosten acht de kantonrechter niet onredelijk, maar het in rekening gebrachte aantal uren wel.
Daargelaten dat de afronding per tijdseenheid nogal royaal is, zijn nogal wat uren in rekening gebracht welke besteed zijn aan het informatie verkrijgen van Jeroen Bosch zelf, inclusief rappelbrieven. Na het uitwisselen van de informatie tussen BMA en Allianz is er geen inhoudelijk debat meer geweest tussen partijen.

5.7
Evenals de kantonrechter te Rotterdam in haar vonnis van 13 februari 2015, acht ook deze kantonrechter een tijdsbesteding van 3,5 uur door een specialist in de gegeven omstandigheden maximaal redelijk. Dat betekent dat ook in deze zaak een vergoeding van € 825,- inclusief op zijn plaats wordt geacht. Rekening houdend met het reeds betaalde bedrag van € 250,-, betekent dit, dat zal worden toegewezen € 575,- inclusief btw en kantoorkosten.

5.8
Allianz zal in de kosten van de procedure worden veroordeeld, nu uiteindelijk meer wordt toegekend dan door Allianz in der minne is voldaan.
De kosten gemachtigde zullen op nihil worden gesteld, nu BMA zelf procedeert.

5.9
De door BMA (voorwaardelijk) gevorderde afwikkelingskosten (nakosten) worden afgewezen, nu voldoende gegevens ontbreken om die kosten reeds thans te kunnen begroten. Mocht tussen partijen een geschil ontstaan omtrent de omvang van die kosten, staat het BMA vrij de kantonrechter te verzoeken deze te begroten op de voet van artikel 237 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). ECLI:NL:RBROT:2015:6376