Overslaan en naar de inhoud gaan

RBMNE 090823 tijdspad en procesorde vordering Stichting Essure Claims e.a. Bayer

RBMNE 090823 tijdspad en procesorde vordering Stichting Essure Claims e.a. Bayer

zie ook RBMNE-collectieve-dagvaarding-bayer-ag-cs.pdf

Overwegingen

2.1.

De vorderingen van eiseres sub 1 betreffen vorderingen op grond van de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (hierna: WAMCA). Een collectieve actie dient verschillende fasen te doorlopen. In de akte voorstel regie hebben beide partijen daarom een voorstel gedaan voor de regievoering. Zij hebben de rechtbank verzocht om het procesvoorstel op te nemen in een rolbeslissing. Het voorstel van partijen ziet er als volgt uit:

EERSTE FASE – behandeling preliminaire verweren van Bayer c.s.

1

Incidentele conclusie van gedaagden met betrekking tot de volgende onderwerpen:

- rechtsmacht Nederlandse rechter

- ontvankelijkheid en toepasselijk collectief actierecht (WAMCA en/of art. 3:305 (oud))

- positie Zorgverzekeraars in de collectieve procedure

- toepasselijk recht

2

Conclusie van antwoord in incident

3

Conclusie van repliek in incident

4

Conclusie van dupliek in incident

5

Mondelinge behandeling

6

Tussenvonnis

7

Publicatie opt-out/in indien WAMCA (gedeeltelijk) van toepassing is

8

Gelegenheid schikkingsoverleg cf. artikel 1018g Rv indien WAMCA (gedeeltelijk) van toepassing is.

TWEEDE FASE – inhoudelijke behandeling (indien geen schikking)

1

Indien dit door partijen gezamenlijk wordt verzocht: een regiezitting over de inhoudelijke behandeling

2

Indien dit door eiseressen wordt verzocht: gelegenheid het inhoudelijke deel van de dagvaarding te actualiseren door het nemen van een herziene conclusie van eis (cf. artikel 1018g Rv)

3

Antwoordconclusie van gedaagden ten aanzien van de hoofdzaak

4

Mondelinge behandeling

5

Vonnis

Tijdpad:

  • -

    Bayer c.s. neemt de incidentele conclusie op 1 november 2023;

  • -

    Eiseressen nemen de conclusie van antwoord in het incident op 24 januari 2024;

  • -

    Bayer c.s. nemen de conclusie van repliek in het incident op 17 april 2024;

  • -

    Eiseressen nemen de conclusie van dupliek in het incident op 10 juli 2024;

  • -

    Een mondelinge behandeling in de eerste fase tussen 2 september 2024 en 1 november 2024.

2.2.

De rechtbank stemt in met het regievoorstel van partijen, zij het met een aanvulling bij het eerste punt bij de tweede fase (een regiezitting over de inhoudelijke behandeling). De rechtbank ziet geen aanleiding om op voorhand een regiezitting te bepalen over de inhoudelijke behandeling van de zaak. Als de eerste fase van de procedure is afgerond en beide partijen daarna een regiezitting willen houden over de inhoudelijke behandeling van de zaak, kunnen zij hun verzoek tegen die tijd aan de rechtbank voorleggen. De rechtbank zal daarover dan een beslissing nemen. De rechtbank wenst zich kortom niet op voorhand vast te leggen tot het houden van een regiezitting indien partijen daarom verzoeken, maar zal daarover te zijner tijd een eigen afweging maken op grond van de goede procesorde en een doelmatige en efficiënte procesvoering. De rechtbank sluit daarnaast niet uit dat zij behoefte heeft aan een regiezitting zonder dat partijen hier gezamenlijk om verzoeken. Ook die mogelijkheid wenst zij bij voorbaat niet uit te sluiten.

2.3.

Verder dienen partijen uiterlijk op de rol van woensdag 27 maart 2024 hun verhinderdata door te geven over de maand september 2024, zodat een datum voor de mondelinge behandeling in de eerste fase kan worden bepaald.

2.4.

Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3De beslissing

De rechtbank

3.1.

stelt vast als procesorde het in deze rolbeslissing opgenomen schema en het bijbehorende tijdpad, met dien verstande dat op een later moment wordt beslist of er een regiezitting wordt gehouden in de tweede fase;

3.2.

bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 1 november 2023 voor het nemen van een incidentele conclusie door Bayer c.s.;

3.3.

bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 24 januari 2024 voor het nemen van een conclusie van antwoord in het incident door eiseressen;

3.4.

bepaalt dat beide partijen uiterlijk op de rol van 27 maart 2024 hun verhinderdata dienen op te geven over de maand september 2024, zodat een datum kan worden bepaald voor de mondelinge behandeling in de eerste fase;

3.5.

bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 17 april 2024 voor het nemen van een conclusie van repliek in het incident door Bayer c.s.;

3.6.

bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 10 juli 2024 voor het nemen van een conclusie van dupliek in het incident door eiseressen;

3.7.

houdt iedere verdere beslissing aan.ECLI:NL:RBMNE:2023:4132