Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Almelo 211206 beoordeling duurzaamheid van arbeidsbeperkingen ihk van de WIA

Rb Almelo 21-12-06 beoordeling duurzaamheid van arbeidsbeperkingen ihk van de WIA
Verweerder heeft, zoals reeds vermeld, ter zitting een document getiteld "Beoordeling van de duurzaamheid van arbeidsbeperkingen" overgelegd. De rechtbank zal dit document betrekken in de beoordeling van het beroep. Eiser heeft hiertegen geen bezwaar gemaakt.
Het document betreft volgens verweerder een niet gepubliceerde, interne richtlijn voor de verzekeringsartsen. De rechtbank zal bezien of verweerder zich aan deze richtlijn heeft gehouden bij de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van eiser, nu verweerder aan deze richtlijn kennelijk een bestendige gedragslijn ontleent en zelf van oordeel is dat het niet naleven van deze richtlijn betekent dat het medisch onderzoek niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Het is de rechtbank echter onduidelijk door wie de richtlijn is opgesteld en door wie deze is geaccordeerd, wel is duidelijk dat de richtlijn niet kan worden aangemerkt als beleidsregel(s). Het is daarom niet op voorhand duidelijk welke gevolgen zouden moeten worden verbonden aan de vaststelling dat de richtlijn niet is nageleefd. Zoals uit het navolgende zal blijken, hoeft dit in de onderhavige zaak echter niet nader te worden onderzocht.

In het document is onder meer het volgende opgenomen:
"Oordeelsvorming
De verzekeringsarts spreekt zich uit over de prognose van de arbeidsbeperkingen van cliënt, uitgaande van de medische situatie zoals die is op het moment van de beoordeling. De verzekeringsarts doorloopt hierbij de volgende stappen:
Stap 1:  De verzekeringsarts beoordeelt of verbetering van de belastbaarheid is uitgesloten. Dat is het geval als sprake is van:
  a. een progressief ziektebeeld zonder behandelmogelijkheden of
  b. een stabiel ziektebeeld zonder behandelmogelijkheden.
Stap 2:  Als verbetering van de belastbaarheid niet is uitgesloten beoordeelt de verzekeringsarts in hoeverre die verbetering in het eerstkomende jaar kan worden verwacht. De verzekeringsarts gaat na of één van de volgende twee mogelijkheden aan de orde is:
a. er is een redelijke of goede verwachting dat verbetering van de belastbaarheid zal optreden;
b. verbetering van de belastbaarheid is niet of nauwelijks te verwachten.
Als voor de keuze tussen 2.a en 2.b doorslaggevende argumenten ontbreken gaat de verzekeringsarts uit van een redelijke of goede verwachting dat verbetering van de belastbaarheid zal optreden.
Stap 3:  Als in het eerstkomende jaar niet of nauwelijks verbetering van de belastbaarheid   kan worden verwacht (2.b is van toepassing) beoordeelt de verzekeringsarts of en zo ja in hoeverre die na het eerstkomende jaar nog kan worden verwacht. Ook nu zijn er twee mogelijkheden:
a. er is een redelijke of goede verwachting dat verbetering van de belastbaarheid zal optreden; dit is alleen het geval als van een behandeling vaststaat dat die eerst op langere termijn kan zijn gericht op verbetering van de belastbaarheid;
b. verbetering van de belastbaarheid is niet of nauwelijks te verwachten: alle overige gevallen."

Gelet op de overwegingen van de bezwaarverzekeringsarts in de rapportage van 30 maart 2006 die hiervoor zijn weergegeven, constateert de rechtbank dat deze overwegingen aansluiten bij het toetsingskader zoals dat door verweerder wordt gehanteerd. De conclusie is dan ook dat verweerder zich bij de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van eiser heeft gehouden aan de richtlijn.

Wat hier echter ook van zij, naar het oordeel van de rechtbank moet onder kans op herstel in de zin van artikel 4, derde lid, van de WIA in dit geval worden verstaan: de kans op herstel van arbeidsmogelijkheden en daarmee de kans op vergroting van de belastbaarheid.

Uit de rapportage van Mediant die ten grondslag is gelegd aan het oordeel van verweerder, blijkt dat er voor eiser voldoende behandelmogelijkheden zijn. Zo kan eiser volgens het rapport mogelijk nog veel gedrag aanleren en kunnen daardoor ook niet-autisme specifieke problemen onder andere somatische klachten en depressieve periodes verminderen. Bovendien wordt arbeidsintegratie mogelijk geacht. Hieruit volgt dat er een kans op herstel van arbeidsmogelijkheden aanwezig is. Daarnaast blijkt uit de conclusie tot herkeuring binnen enkele maanden van de bezwaarverzekeringsarts, dat zij kennelijk van oordeel is dat op korte termijn een verbetering bij eiser kan optreden. Reeds hierom is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van duurzame arbeidsongeschiktheid.
LJN AZ5312