Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Arnhem 230506 beoordeling arbeidsongeschiktheid in civielrechtelijk kader; werkloosheidsrisico

Rb Arnhem 23-05-06 beoordeling arbeidsongeschiktheid in civielrechtelijk kader; met verdiscontering werkloosheidsrisico

4.7.  Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter zal in de bodemprocedure wel worden uitgegaan van volledige arbeidsongeschiktheid van [eiser]. De WAO beoordeling waarop Rijnstate c.s. zich beroept doet daar niet aan af nu in dat bestuursrechtelijk kader een theoretische beoordeling zonder verdiscontering van werkloosheidsrisico’s is gehanteerd terwijl dat laatste in het geval van een civiele aansprakelijkheid niet aan de orde is. Het vertrekpunt daar moet zijn dat [eiser] vóór de medische behandeling vrachtwagenchauffeur was. Nu onbestreden is dat hij dat beroep niet meer kan uitoefenen dient hij zich in te stellen op andere arbeidsmogelijkheden. Dat kost tijd en voor de één treden daarbij meer werkloosheidsrisico’s en werkhervattingsmoeilijkheden aan het licht dan voor de ander. Een maatman bestaat daarvoor niet en de aansprakelijke partij zal het slachtoffer daarbij moeten nemen zoals het is. Zolang [eiser] zich inspant vervangend werk te vinden behoort hij, tot het moment waarop hij daarin slaagt, voor het feitelijk gemis van verdiensten gecompenseerd te worden door de aansprakelijke partij. LJN AY0536