Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb breda 080307 va io doet onderzoek, gebrek kan niet geheeld worden door louter dossierstudie bza

Rb breda 08-03-07 verzekeringsarts io doet onderzoek, gebrek kan niet geheeld worden door louter dossierstudie bza
2.3 Eiseres heeft in beroep als meest vérstrekkende grief aangevoerd dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek onzorgvuldig is geweest. Het primaire onderzoek heeft plaatsgevonden door een verzekeringsarts in opleiding. De bezwaarverzekeringsarts heeft eiseres niet zelf onderzocht maar enkel dossierstudie verricht.

2.4 In zijn uitspraak van 28 juli 2006 (gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, LJN: AY6044) heeft de Centrale Raad van Beroep het volgende overwogen:
“De primaire medische beoordeling is verricht door een verzekeringsarts in opleiding. De Raad is van oordeel dat niettemin in dit geval niet gezegd kan worden dat de medische beoordeling op dit punt onzorgvuldig is geweest. De Raad heeft daarbij in aanmerking genomen dat de medische rapportage van de verzekeringsarts in opleiding is mede-ondertekend door haar supervisor, een geregistreerd verzekeringsarts, en dat de bezwaarverzekeringsarts na heroverweging en na raadpleging van een psychiater als deskundige, de primaire medische beoordeling heeft bevestigd.”

De rechtbank is van oordeel dat uit de hiervoor genoemde wettelijke bepalingen en de rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep volgt, dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek in beginsel dient plaats te vinden door een verzekeringsarts. Is dat niet gebeurd, dan rechtvaardigt dit het vermoeden dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek in beginsel onzorgvuldig is geweest. Het is dan aan verweerder om aannemelijk te maken dat niettemin een zorgvuldig verzekeringsgeneeskundig onderzoek heeft plaatsgevonden.

Naar het oordeel van de rechtbank is verweerder daarin niet geslaagd. Het rapport van de primaire verzekeringsarts in opleiding is niet mede ondertekend door een (supervisor)verzekeringsarts, hoewel dit wel had gemoeten. De bezwaarverzekeringsarts heeft eiseres niet op het spreekuur gezien maar haar onderzoek beperkt tot dossierstudie. Daarmee is het gebrek in het primaire verzekeringsgeneeskundig onderzoek niet geheeld.

Dat eiseres heeft afgezien van een hoorzitting is hierbij niet van belang. Dit ontslaat verweerder immers niet van de op hem rustende verplichting een zorgvuldig verzekeringsgeneeskundig onderzoek te verrichten. Een hoorzitting is daarvoor niet vereist. Ook verweerder hanteert volgens artikel 10, tweede lid, van het Reglement het voorschrift dat een bezwaarverzekeringsarts indien nodig een eigen onderzoek dient te verrichten. Als uitvloeisel daarvan had de bezwaarverzekeringsarts eiseres in elk geval dienen op te roepen voor het spreekuur. Dit heeft echter niet plaatsgevonden.
De conclusie is dat in dit geval een onzorgvuldig verzekeringsgeneeskundig onderzoek heeft plaatsgevonden. Reeds hierom dient het bestreden besluit te worden vernietigd en is het beroep gegrond.
LJN BA0380