Overslaan en naar de inhoud gaan

CRvB 101006:Werkgever krijgt in WAO-procedure geen volledige inzage in stukken; geen strijd EVRM

CRvB 10-10-06:Werkgever krijgt in WAO-procedure geen volledige inzage in stukken; geen strijd met EVRM. Wel moet FML beschikbaar gesteld worden.
Wat betreft de kennisneming door [appellante] van medische stukken wijst de Raad op zijn uitspraak van 20 juli 2001,
LJN: AB2857, waarin hij heeft onderkend dat de werkgever bij toepassing van artikel 8:32, tweede lid, van de Awb, niet op geheel gelijke voet als de werknemer en het bestuursorgaan aan het geding kan deelnemen. Dit verschil in behandeling brengt de werkgever echter niet in een wezenlijk nadeliger positie ten opzichte van andere partijen als bedoeld in de in die uitspraak genoemde rechtspraak van het Hof van Justitie van de EG. Dat geldt ook met betrekking tot de onmogelijkheid voor de werkgever de werknemer door een arts van zijn keuze te laten onderzoeken en de controlemogelijkheden op de arbeidskundige aspecten van de zaak. Wat dit laatste betreft is de positie van de werkgever overigens geen andere dan die van de werknemer.

Zoals de Raad heeft overwogen in zijn uitspraak van 29 november 2005,
LJN: AU7243 dient bij de toepassing van artikel 8:32, tweede lid, van de Awb, de ernst van de aantasting van de persoonlijke levenssfeer van de werknemer te worden afgewogen tegen het procesbelang van de werkgever. Gelet op de aard van de in geding zijnde stukken – medisch – en de inhoud daarvan is de toepassing van artikel 8:32, tweede lid, van de Awb, naar het oordeel van de Raad in dit geval gerechtvaardigd en hoeft de afweging niet per afzonderlijk document gemotiveerd te worden aangegeven.

De Raad stelt wel vast dat de rechtbank ten onrechte toepassing heeft gegeven aan artikel 8:32, tweede lid, van de Awb ten aanzien van de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 22 januari 2002. Naar het oordeel van de Raad wordt een werkgever onevenredig in zijn procesbelang geschaad wanneer hij in een arbeidsongeschiktheidsprocedure als de onderhavige niet op de hoogte is van de medische beperkingen die voor de betrokken werknemer zijn vastgesteld. De aangevallen uitspraak komt om deze reden wegens strijd met evengenoemd artikellid voor vernietiging in aanmerking. De Raad heeft op 13 januari 2006 de FML aan de gemachtigde van [appellante] toegezonden. In aanmerking nemend dat de zaak naar het oordeel van de Raad geen nadere behandeling door de rechtbank behoeft zal de Raad de zaak niet terugwijzen naar de rechtbank.
LJN AZ0126