Overslaan en naar de inhoud gaan

DvhN 170417 door Bas van Sluis: Zorgen bij verzekeraars over kosten letselschade

DvhN 170417 door Bas van Sluis: Zorgen bij verzekeraars over kosten letselschade

Nederlandse verzekeraars stellen steeds meer geld kwijt te zijn aan het vergoeden van letselschadeclaims. Een rechtszaak na een ongeval in Assen heeft mogelijk grote gevolgen.

Het Verbond van Verzekeraars zegt dat autoverzekeraars inmiddels zo’n 1,2 miljard euro uitkeren aan letselschadeclaims. ,,Zo’n 20 procent daarvan komt door buitengerechtelijke kosten, zoals advocaatkosten en medische onderzoeken. Die nemen fors toe en daar maken wij ons wel zorgen over’’, zegt Rudi Buis van het Verbond. Door nieuwe regelgeving moeten verzekeraars de kosten voor de advocaat van het slachtoffer betalen. Dat loopt nogal in de papieren, stellen de verzekeraars.

Momenteel wordt in dat kader door zowel letselschade-advocaten als de verzekeraars met meer dan gemiddelde interesse gekeken naar een smartengeldzaak in Noord-Nederland. Twee weken geleden bevestigde de rechtbank Noord-Nederland dat de nabestaanden van een 54-jarige man uit Assen recht hebben op 125.000 euro smartengeld. De man overleed drieënhalve maand na een fatale aanrijding op een zebrapad in Assen. Univé staat op het standpunt dat het bedrag veel te hoog is. Univé bood in eerste instantie 5000 euro.

Geschrokken

Letselschade-advocaat Liesbeth Poortman uit Groningen, die de nabestaanden in deze zaak bijstaat, vermoedt dat Univé en andere verzekeraars zijn geschrokken van deze uitspraak. Volgens haar schept het vonnis dat de nabestaanden 125.000 euro moeten krijgen een precedent voor vergelijkbare zaken. ,,Er is daarom een direct belang voor verzekeraars om dit bedrag lager te krijgen.’’

Dat de advocaatkosten de pan uit rijzen waardoor premies omhoog zouden moeten gaan, is onzin, zegt ze. ,,Verzekeraars zijn niet met belangen van gedupeerden bezig, maar enkel met hun eigen financiële belang. Deze zaak uit Assen is daar een voorbeeld van. Univé weigert zich namelijk neer te leggen bij een rechterlijk oordeel. Dat mijn cliënten onder een dergelijke procesopstelling ernstig gebukt gaan, laat Univé volstrekt koud’’, zegt Poortman die vindt dat Univé de zaak omdraait. ,,Ieder schadegeval staat op zichzelf. Dus juist hun handelwijze, door keer op keer verder te procederen, werkt kostenverhogend.’’

Hoger beroep

Univé gaat inderdaad in hoger beroep, bevestigt directeur Martijn van Baalen (Univé Schade). ,,Maar niet om de nabestaanden dwars te zitten. Wij willen van een hogere rechter weten of bij het bepalen van de hoogte van het smartengeld rekening mag worden gehouden met de duur van het lijden.’’ Univé heeft inmiddels Poortman bevestigt dat een deal gesloten met de nabestaanden. Het uitgekeerde geld hoeven ze hoe dan ook niet terug te betalen.

Het Verbond van Verzekeraars zegt inhoudelijk niet op de casus te willen ingaan. ,,Het helpt wel als er rond dergelijke complexe smartengeldzaken juridisch wat meer duidelijkheid komt. Dergelijke zaken zijn lastig te berekenen.’’ Dat vindt Van Baalen ook die zegt dat de hoogte van het smartengeld altijd afhankelijk blijft van de omstandigheden. ,,De duur van het lijden is één van de omstandigheden. De rechtbank heeft dit tot dusver, vinden wij, niet tot onvoldoende meegewogen.’’ www.dvhn.nl