Overslaan en naar de inhoud gaan

GHSHE 060324 taakstraf vanwege bedreiging eigen letselschadeadvocaat

GHSHE 060324 taakstraf vanwege bedreiging eigen letselschadeadvocaat

Bewijsmiddelen

Zaak met parketnummer 01-273796-22:

(... red. LSA LM)

Zaak met parketnummer 01-141943-23:
De paginanummers die in onderstaande bewijsmiddelen zijn genoemd verwijzen naar pagina's van het dossier van de politie-eenheid Oost-Brabant, dossiernummer PL2100-2023111457, gesloten d.d. 12 juni 2023 (doorgenummerde pagina's 1 tot en met 21), nader te noemen: het politiedossier.

Alle te noemen processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde verbalisanten. Alle verklaringen zijn, voor zover nodig, zakelijk weergegeven.

De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat de navolgende bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.

    1.    De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van dit hof d.d. 21 februari 2024, voor zover inhoudende:

    Het klopt dat ik op 16 mei 2023 te [ plaats ]  een e-mail heb gestuurd naar aangever [ X ]  met daarin: "Ga hopen dat mijn mensen niet bij u komen" en een e-mail heb gestuurd met daarin: "Bent u bekend  met Derk Wiersum kent u die advocaat. En weet u wat er met hem gebeurd".
 
    2.    Het proces-verbaal van aangifte d.d. 20 mei 2023 (pg. 5 t/m 12), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [ X ] :

    (pg. 5)
    Ik doe aangifte van bedreiging. Ik ben werkzaam als letselschadeadvocaat. lk behartig al een jaar de belangen van een cliënt genaamd [ verdachte ] , wonende te [ woonplaats ] .
    Op 16 mei 2023 heb ik de verdachte een mail gestuurd. De verdachte reageerde hier op dezelfde datum op. Zijn reactie luidde: "Ga hopen dat mijn mensen niet bij u komen." Op 16 mei 2023 stuurde de verdachte  wederom een mail met daarin het volgende: "Bent u bekend met Derk Wiersum kent u die advocaat. En weet u wat er met hem gebeurd."

    (pg. 6)
    U vraagt mij wat ik dacht bij deze mailwisseling. Ik dacht en voelde dat ik echt met de dood bedreigd werd.
   
    3. Een geschrift, te weten e-mailberichten van 16 maart 2023 van verdachte (bijlagen bij de bovengenoemde aangifte van [ Z ] ) (pg. 9 t/m 12), voor zover inhoudende:

    (pg. I I)
    Van: Wie X@hotmail.com>
    Aan: [ Z ]  <Z>
    Datum: 16 mei 2023 10:16
   
    Bent u bekend met Derk Wiersum kent u die advocaat.
    En weet u wat er met hem is gebeurd.
   
    (pg. 12)
    Van: Wie X@hotmail.com>
    Aan: [ Z ]  <Z>
    Datum: 16 mei 2023 9:34
   
    Ga hopen dat mijn mensen niet bij u komen.

Bewiisoverwegingen

In hoger beroep is door de verdachte integrale vrijspraak bepleit. Door de verdachte is aangevoerd dat hij weliswaar de e-mails met de tenlastegelegde woorden heeft gestuurd, maar kon door deze e-mails niet bij zowel de medewerkers van [ Y ]  als bij [ Z ]  de redelijke vrees ontstaan dat de verdachte zijn dreigementen zou uitvoeren.

Het hof overweegt als volgt.

Ten aanzien van de in de zaak met parketnummer 01-273796-22 en in de zaak met parketnummer 01-141943-23 tenlastegelegde bedreigingen verenigt het hof zich met de bewijsoverwegingen van de politierechter waarin de gelijkluidende - verweren van de verdediging zijn verworpen. De overwegingen zoals weergegeven op pagina's 6 en 7 van het vonnis dienen als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.

Het hof acht daarmee wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging, zoals aan hem is tenlastegelegd.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het in de zaak met parketnummer 01-273796-22 bewezenverklaarde levert op:
    
    bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, meermalen gepleegd.

Het in de zaak met parketnummer 01-141943-23 bewezenverklaarde levert op:

    bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. De feiten zijn strafbaar.

Strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.

Op te leggen straf

Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.

Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij zich meermalen schuldig heeft gemaakt aan bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en zware mishandeling jegens de medewerkers van [ Y ] . Door aldus te handelen heeft de verdachte bij de slachtoffers een behoorlijk gevoel van angst en onveiligheid veroorzaakt. Personen die hulp verlenen aan mensen die ondersteuning in hun leven nodig hebben, zoals verdachte, verdienen bijzondere bescherming, om te voorkomen dat zij bij de uitoefening van hun functie van strafbaar handelen slachtoffer worden. Het standpunt van de verdachte dat de medewerkers van [ Y ]  uit hoofde van hun functie een en ander gewend zijn en dat een zeker incasseringsvermogen mag worden verwacht, volgt het hof niet, omdat hun werk in de hulpverlening nooit kan inhouden dat zij op deze wijze door anderen mogen worden bedreigd. De uitlatingen van de verdachte waren zeer bedreigend, waarmee hij de grenzen van bejegening waar de medewerkers van [ Y ]  vanuit hun werk mee te maken kunnen krijgen in vergaande mate heeft overschreden.

Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht jegens [ Z ] , terwijl die [ Z ]  werkzaam was als advocaat voor de verdachte. Het hof acht het in bijzonder kwalijk dat de verdachte in zijn dreigement heeft verwezen naar de moord op advocaat D. Wiersum, die een grote schok en onrust teweeg heeft gebracht in de samenleving. Begrijpelijk is dan ook dat de bedreiging van de verdachte een extra gevoel van angst en onveiligheid bij [ Z ]  heeft veroorzaakt. Ook acht het hof de bedreiging extra kwalijk omdat deze is geuit naar een persoon die een dienstverlenend beroep uitoefent en zich juist voor verdachte heeft ingezet.

Ten aanzien van de persoon van de verdachte heeft het hof in strafverzwarende zin acht geslagen op het uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 21 december 2023, waaruit volgt dat de verdachte, zij het langer geleden, eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.

Voorts heeft het hof kennisgenomen van het door de Reclassering Nederland opgemaakte reclasseringsadvies d.d. 15 juni 2023 omtrent de persoon van de verdachte. Daarin is gerapporteerd dat het moeilijk is voor de verdachte om op zijn aandeel en handelen te reflecteren nu hij zijn problemen enkel aan de omgeving wijdt. Verder heeft de reclassering gerapporteerd dat het risico op recidive gemiddeld is en wordt geadviseerd om aan de verdachte een straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden.

Tevens heeft het hof gelet op de overige persoonlijke omstandigheden, voor zover daarvan ter terechtzitting is gebleken. De verdachte heeft ten overstaan van het hof verklaard dat hij een zelfstandige woning in [ woonplaats ]  heeft, dat hij leeft van een WAO-uitkering.

Alles afwegende is het hof van oordeel dat een taakstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis, waarvan 20 uren subsidiair 10 dagen hechtenis voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, passend en geboden is. Met oplegging van een deels voorwaardelijke straf wordt enerzijds de ernst van het bewezenverklaarde tot uitdrukking gebracht en wordt anderzijds de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten. Dit is met name van belang omdat de verdachte ter zitting heeft verklaard dat hij het sturen van dergelijke dreigende teksten opnieuw overweegt als hij iets van anderen gedaan wil krijgen. Het hof ziet, met name gelet op de aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten, onvoldoende aanleiding om te volstaan met het opleggen van een geheel voorwaardelijke taakstraf.

Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2024/GHSHE-060324