Hof Den Bosch 080108 CTS, nek- en schouderklachten a.g.v. werk? Vraagstelling voor deskundige
- Meer over dit onderwerp:
Hof Den Bosch 080108 CTS, nek- en schouderklachten a.g.v. werk? Vraagstelling voor deskundige
1A. Hoe luidt de anamnese? Wilt u bij de anamnese in ieder geval aandacht besteden aan de lichamelijke belasting van [geintimeerde] in haar werk voor VGL en de organisatie van dat werk in de relevante periode? Wat de door [geintimeerde] voor VGL verrichte werkzaamheden betreft wordt verwezen naar onderdeel 4.12. van dit arrest.
1B. Wat zijn uw bevindingen bij uw onderzoek en bij eventueel hulponderzoek?
1C. Welke diagnose(s) stelt u?
1D. Welke behandeling(en) werd(en) ingesteld en met welk resultaat?
2A. Acht u het, op grond van dossierstudie en onderzoek aannemelijk dat de door [geintimeerde] gepresenteerde klachten en afwijkingen hun oorzaak vinden in de door haar voor VGL uitgeoefende werkzaamheden?
2B. Wilt u, indien u de vraag onder 2A. bevestigend beantwoordt, aangeven welke handelingen binnen het werk van [geintimeerde] voor VGL verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van de klachten en/of afwijkingen en op welke grond?
2C. Hebt u een andere verklaring voor het ontstaan van de klachten en afwijkingen? Wilt u bij de beantwoording van deze vraag onderscheid maken tussen het CTS en de later ontstane nek- en schouderklachten van [geintimeerde]. Volgens [geintimeerde] heeft zij nog steeds klachten aan haar handen/polsen als gevolg van het CTS. Vinden die klachten volgens u inderdaad hun oorzaak in het CTS?
2D. Zouden de door u vastgestelde klachten van het bewegingsapparaat ook zonder de werkzaamheden van [geintimeerde] voor VGL hebben kunnen ontstaan? Zo ja, welke van die klachten en/of verschijnselen zijn ontstaan door andere factoren, bijvoorbeeld prétraumatische factoren danwel genetische of anatomische aanleg?
NB
Voor de beantwoording van deze vraag (D) dient u contact op te nemen met de huisarts van [geintimeerde], de reumatoloog Seys en neurochirurg Verhagen (genoemd in onderdeel 4.13. van dit arrest).
2E. Wilt u, indien de bevindingen afwijken van die in een of meer van de in deze procedure overgelegde rapporten, die verschillen zo mogelijk van commentaar en/of een motivering voorzien?
Indien u van oordeelt bent dat een in die andere rapportage(s) genoemd aspect niet van belang is, dient u dit gemotiveerd aan te geven, met vermelding welke gevolgen dit voor het totale oordeel heeft.
2F. Zijn er aanvullende onderzoeken op andere (para)medische vakgebieden gewenst?
2G. Heeft u verder nog op- of aanmerkingen die voor de beoordeling van de onderhavige zaak van belang kunnen zijn.
2H. Heeft u bij het beantwoorden van voormelde vragen gebruik gemaakt van het Saltsa rapport van mei 2000? Wilt u toelichten waarom (of waarom niet)? LJN BC3222