Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof Den Bosch 220408 van klachten die zouden kunnen wijzen op compartimentsyndroom is niet gebleken

Hof Den Bosch 220408 van klachten die zouden kunnen wijzen op compartimentsyndroom is niet gebleken
4.14 Op grond van het vorenstaande komt het hof tot de slotsom dat niet is komen vast te staan dat het AZM klachten van [appellant] die zouden kunnen wijzen op een compartimentsyndroom heeft genegeerd. Verder stelt het hof vast dat als onvoldoende weersproken vaststaat dat het AZM vanaf de aanvang bedacht is geweest op het kunnen ontstaan van een compartimentsyndroom en daarnaar gericht onderzoek heeft gedaan. Ten slotte stelt het hof vast dat uit de verschillende medische rapportages genoegzaam blijkt dat een compartimentsyndroom zich bij een beenbreuk kan voordoen zonder dat de behandelend arts het tijdig opmerkt en zonder dat hem daarvan een verwijt gemaakt kan worden. De behandelend arts dient zich bewust te zijn van de mogelijkheid, gericht onderzoek te doen en adequaat te reageren op aanwijzingen, bijvoorbeeld in de vorm van specifieke klachten. Dat het AZM op een of meer van deze punten tekortgeschoten is, is niet gebleken. LJN BD0724