Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb R.dam 300708 operatie gebroken heup leidt tot beenlengteverschil; deskundigenbericht nodig

Rb R.dam 300708 operatie gebroken heup leidt tot beenlengteverschil; deskundigenbericht nodig 
2.1 Op 4 maart 1998 is [eiseres] bij het oversteken van een overweg in botsing gekomen met een metro, waarbij zij zeer ernstig meervoudig letsel heeft opgelopen, waaronder een fractuur van de centrale acetabulum (gewrichtskom in het heupbeen voor de kop van het dijbeen) aan de rechterzijde.

2.2 Op 13 maart 1998 is [eiseres] in het [XYZ] Ziekenhuis in Rotterdam, de rechtsvoorgangster van [ABC], geopereerd door [gedaagde-1] (hierna: de eerste operatie). Hij verrichtte een operatieve repositie en fixatie aan de acetabulum fractuur. [gedaagde-1] koos voor de zogenaamde extended ilio femoriale benadering met aanbrenging via één incisie van twee platen die door trekschroeven worden bevestigd. Met deze operatie is geen aanvaardbare anatomische reconstructie verkregen. Na de operatie is een verkorting van 3 centimeter van het rechterbeen van [eiseres] ontstaan.

2.3 Een schrijven d.d. 27 oktober 1998 van [gedaagde-1] aan de huisarts van [eiseres] houdt – voor zover thans van belang – het volgende in:
“(...)
Patiënte heeft nu de meeste klachten van het acetabulum, die niet anatomisch is hersteld met een protrusio van het caput femoris. Verder is er hypaesthesie en uitval in het verloop van de nervus femoralis cutaneus lateralis.
(...) Achteraf had het beter geweest via twee toegangen de fractuur te benaderen, omdat er op die manier een betere afsteun aan de ventrale zijde was geweest.
(...)”.

2.4 Op 19 januari 2000 is [eiseres] in voormeld [XYZ] Ziekenhuis geopereerd door [gedaagde-2] teneinde het acetabulum te reconstrueren in combinatie met plaatsing van een ongecementeerde totale heupprothese (hierna: de tweede operatie). Bij deze operatie ontstond er een zeer ernstige bloeding, waarbij vaatletsel is opgetreden. Door de operatie is voorts zenuwletsel ontstaan.

2.5 Bij brief van 26 maart 2002 heeft [eiseres] [gedaagde-2] aansprakelijk gesteld. In het kader van deze aansprakelijkheidstelling heeft er een deskundigenonderzoek plaatsgevonden door orthopedisch chirurg [DFE], die op 14 juni 2004 zijn rapport heeft uitgebracht.


3 De vordering
De vordering luidt – verkort weergegeven – om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [gedaagde-1] en/of [gedaagde-2] en/of [ABC] te veroordelen tot betaling van € 444.761,60 + p.m., vermeerderd met rente en kosten.

Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten heeft [eiseres] aan de vordering de volgende stellingen ten grondslag gelegd:

Eerste operatie
3.1 [gedaagde-1] heeft niet gehandeld als een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot, zodat er sprake is van wanprestatie en/of onrechtmatige daad. De eerste operatie was dermate gecompliceerd dat [gedaagde-1] als algemeen chirurg/traumatoloog deze niet had mogen uitvoeren. Hij was onvoldoende deskundig op dit terrein, dan wel had onvoldoende ervaring met het type letsel. Het bekken was zodanig gefractureerd dat de eerste operatie uitgevoerd had moeten worden in een academisch ziekenhuis door een (in bekkenletsel gespecialiseerde) orthopedisch chirurg. Bovendien heeft [gedaagde-1] ten onrechte gekozen voor een benadering vanaf één zijde, zodat het niet mogelijk was het osteosynthesemateriaal goed aan te brengen.

Tweede operatie
3.2 [gedaagde-2] heeft [eiseres] onvoldoende ingelicht over de mogelijke complicaties en nadelen verbonden aan haar operatie. Evenmin zijn redelijke alternatieven besproken. Indien [gedaagde-2] [eiseres] volledig zou hebben geïnformeerd, zou zij niet voor deze ingrijpende operatie hebben gekozen.

3.3 [gedaagde-2] heeft niet gehandeld als een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot, zodat er sprake is van wanprestatie en/of onrechtmatige daad. [gedaagde-2] heeft ten onrechte geen retractor gebruikt, althans de retractor onvoldoende zorgvuldig gebruikt waardoor een zeer ernstige bloeding ontstond met neurologische uitval in het rechter bovenbeen en onderbeen en in de rechtervoet door zenuwletsel. Er is niet tijdig de hulp ingeroepen van een vaatchirurg.

Schade
3.4 Als gevolg van het onzorgvuldig handelen van zowel [gedaagde-1] als [gedaagde-2] heeft [eiseres] letsel overgehouden. De huidige klachten zijn een doof (verlamd) gevoel in het rechterbeen. [eiseres] loopt met krukken. Zij kan niet lang aaneengesloten zitten, staan of lopen. Aan de rechtervoet heeft [eiseres] hamertenen ontwikkeld. Er is nog geen sprake van een medische eindtoestand. De materiële schade wordt begroot op totaal € 444.761,60. Ter vaststelling van de immateriële schade dient een neurologische expertise plaats te vinden.


4 Het verweer
Het verweer strekt tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van [eiseres] in de kosten van het geding.

Gedaagden hebben daartoe het volgende aangevoerd:

4.1 De eventuele rechtsvordering van [eiseres] op [gedaagde-1] is verjaard. Bij schrijven van 26 maart 2001 is slechts [gedaagde-2] aansprakelijk gesteld. Pas in de dagvaarding van 24 januari 2006 wordt duidelijk dat [eiseres] ook [gedaagde-1] (een) verwijt(en) maakt. Nu de verjaringstermijn van de vordering op [gedaagde-1] ruim voor 5 jaar voor het uitbrengen van de dagvaarding was aangevangen en die vervolgens gedurende die periode van 5 jaar niet is gestuit, is de vordering verjaard.

4.2 Zowel [gedaagde-1] als [gedaagde-2] hebben bij de door elk van hen uitgevoerde operatieve ingrepen de zorgvuldigheid in acht genomen die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend chirurg of orthopedisch chirurg mocht worden verwacht.

4.3 [gedaagde-2] heeft [eiseres] voorafgaand aan de tweede operatie de vereiste informatie verstrekt om haar in staat te stellen goed geïnformeerd te beslissen of zij al dan niet toestemming voor de operatieve ingreep zou geven.

4.4 Indien wordt aangenomen dat [gedaagde-2] [eiseres] niet de vereiste informatie heeft verstrekt, ontbreekt het causaal verband tussen de [gedaagde-2] verweten gedraging en de schade. Aangenomen moet worden dat [eiseres] als redelijk handelend patiënt redelijkerwijs toestemming had gegeven voor de desbetreffende operatie indien zij naar behoren zou zijn geïnformeerd.

4.5 Niet alle gestelde schade staat in causaal verband met de beide operatieve ingrepen. Als gevolg van het ongeval heeft [eiseres] ernstig meervoudig letsel opgelopen en zij zou op grond hiervan sowieso met restletsel te kampen hebben gehad. Bovendien zou [eiseres] ook bij een geslaagde operatieve behandeling restverschijnselen hebben overgehouden, gepaard gaande met functiebeperkingen.

4.6 De hoogte van de schade wordt betwist.
De beoordeling
(...) (zie verder onder verjaring)
5.2 Zoals ter comparitie besproken, zal allereerst een deskundige worden benoemd teneinde te beoordelen of [gedaagde-1] bij de uitvoering van de eerste operatie heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. (zie verder onder Deskundigenbericht) LJN BD9572