Rb Alkmaar 160311 oordeel over oude opzetclausule na brandstichting in school
- Meer over dit onderwerp:
Rb Alkmaar 160311 oordeel over oude opzetclausule na brandstichting in school
Verzekeringsrecht. Brandstichting in school. ‘Oude’ opzetclausule. De brandstichter stelt dat hij wilde en verwachtte dat er minder lokalen zouden (af)branden dan in werkelijkheid geschiedde. Hij betoogt onder verwijzing naar de arresten Nationale-Nederlanden/Veerman en Aegon/Van der Linden (HR 6 november 1998, NJ 1999, 220 nt. MMM) dat zijn opzet dus niet was gericht op de schade zoals die zich heeft voorgedaan. Dit betoog faalt. De Hoge Raad heeft in beide arresten niets anders (of meer) beslist dan dat indien zich ander letsel voordoet, dan hetgeen de geweldpleger heeft beoogd, de daaraan verbonden schade onder de AVP-verzekering van de dader is gedekt. Onjuist is de stelling dat de Hoge Raad heeft geoordeeld dat de dader de schade die zich in concreto heeft voorgedaan, moet hebben beoogd. Het oogmerk was in casu gericht op brandschade. Dat de precieze omvang van de door de brand aangerichte schade mede in handen lag van de daders wil onafhankelijke factoren, waaronder bijvoorbeeld de bouwaard van de school of het al dan niet adequate optreden van de brandweer, is een omstandigheid die aan het reeds gebleken opzet op brandschade niet kan afdoen. De vergelijking met Aegon/Van der Linden gaat hier dan ook mank. LJN BQ7680 (samenvatting rechtspraak.nl)