Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Midden-NL 050314 geen letselzaak; beroep op overmacht faalt omdat taxibus zonder winterbanden reed

Rb Midden-NL 050314 geen letselzaak; beroep op overmacht faalt omdat taxibus zonder winterbanden reed
(...)

Beroep op overmacht
4.9.
Partijen verschillen niet van mening over het feit dat de schade aan de infrastructuur het gevolg is van een verkeersongeval met een aan Cibatax in eigendom toebehorend (en door Achmea verzekerd) motorrijtuig. Het bepaalde in artikel 185 WVW brengt in dat geval mee dat Cibatax c.s. aansprakelijk is voor deze schade, tenzij aannemelijk is dat het ongeval te wijten is aan overmacht. Volgens vaste jurisprudentie is van overmacht slechts sprake indien de bestuurder rechtens geen enkel verwijt kan worden gemaakt (o.a. Hoge Raad 22 mei 1992, LJN:ZC0616). Stelplicht en bewijslast terzake rust op degene die zich op overmacht beroept (Hoge Raad 17 november 2000, LJN:AA8737).

4.10.
Cibatax c.s. heeft in dit kader aangevoerd dat het ontstaan van het ongeval geheel te wijten is aan omstandigheden waarop de bestuurder van het motorrijtuig geen enkele invloed had, namelijk de slechte omstandigheden van het wegdek ter plaatse (glooiïng van de toegangsweg naar de spoorwegovergang, afgesleten klinkers op de spoorwegovergang en het bestaan van een nivoverschil tussen de onverharde weg en een houten biels) in combinatie met de weersomstandigheden (gladheid door sneeuw), voor welke gevaren niet middels bebordingen was gewaarschuwd en waartegen ook geen andere maatregelen waren genomen (beter onderhoud en bestrijding van de gladheid).

4.11.
De rechtbank begrijpt dat Prorail het standpunt inneemt dat het verkeersongeval het gevolg was van een optelsom van de volgende omstandigheden:
- de bestuurder van het motorrijtuig reed verkeerd en moest aan de overzijde van de spoorwegovergang keren,
- het motorrijtuig reed met een te geringe snelheid om de spoorwegovergang (terug) over te kunnen steken,
- het motorrijtuig was niet voorzien van winterbanden,
- de spoorwegovergang was besneeuwd en
- de bestuurder koos ervoor om niet achteruit te rijden op het moment dat hij merkte dat het voertuig slipte.

4.12.
De rechtbank constateert dat partijen het erover eens zijn dat de weersomstandigheden, bestaande uit gladheid door sneeuw, een rol hebben gespeeld bij het ontstaan van het onderhavige verkeersongeval. Ook het in deze procedure overgelegde onderzoeksrapport van een technisch rechercheur van de politie, alsmede het rapport van een door Cibatax c.s. ingeschakelde deskundige gaan ervan uit dat gladheid van het wegdek door sneeuw medeoorzaak was van het ontstaan van de aanrijding. De rechtbank zal daarvan dan ook in het navolgende uitgaan.

4.13.
Het hiervoor overwogene brengt mee dat voor het slagen van het beroep van Cibatax c.s. op overmacht tenminste vereist is dat haar terzake van (de gevolgen van) deze ‘medeoorzaak’ geen rechtens relevant verwijt te maken valt. De rechtbank zal dat hierna beoordelen.

4.14.
In zijn algemeenheid geldt dat het oversteken van een spoorwegovergang gevaren met zich brengt en dat de bestuurder van een overstekend motorrijtuig derhalve voorzichtig van een dergelijke overgang gebruik moet maken. Dit geldt temeer indien de weersomstandigheden ongunstig zijn. Uit de door de technisch rechercheur van de politie gemaakte foto’s blijkt dat er ten tijde van het verkeersongeval op de spoorwegovergang en de toegangsweg naar die spoorwegovergang sneeuw lag, zodat de bestuurder erop bedacht moest zijn dat het ter plaatse glad zou kunnen zijn. Niet gesteld of gebleken is dat de bestuurder van het motorrijtuig gelet op deze omstandigheden voldoende voorzorgsmaatregelen heeft genomen om ervoor te zorgen dat hij de spoorwegovergang zou kunnen passeren. Zeker bij een professioneel vervoerder als Cibatax mag verwacht worden dat zij haar voertuigen zodanig uitrust dat deze op in Nederland voorkomende weersomstandigheden voorbereid zijn. Ter comparitie heeft Cibatax c.s. erkend dat het motorrijtuig op het moment van de aanrijding niet voorzien was van winterbanden, maar aangevoerd dat zij daartoe niet gehouden is, omdat winterbanden in Nederland niet verplicht zijn en zij er dus vanuit kan gaan dat Nederlandse wegen ook bij sneeuw veilig met zomerbanden kunnen worden bereden. Daarmee miskent Cibatax c.s. dat van wegbeheerders niet gevergd kan worden dat zij ervoor zorgen dat te allen tijde elke openbare weg sneeuwvrij is en geen gladheid vertoont. De wegbeheerder kan bij slechte weersomstandigheden niet overal tegelijk zijn en mag prioriteiten stellen. Dit betekent dat een bestuurder van een motorrijtuig er rekening mee moet houden dat hij in een situatie terecht kan komen waarin een wegdek door sneeuw is bedekt en/of gladheid vertoont. Voor een dergelijk geval moet het motorrijtuig, zeker als het gaat om een motorrijtuig van een professionele vervoerder, zijn voorzien van beschikbare hulpmiddelen die een veilig gebruik van het betreffende stuk wegdek mogelijk maken. De omstandigheid dat de wetgever het niet noodzakelijk acht om dergelijke hulpmiddelen verplicht voor te schrijven, betekent niet dat een bestuurder niet gehouden kan worden om dergelijke hulpmiddelen in te zetten.

4.15.
Het standpunt van Cibatax c.s. dat zij betwist dat sprake is van een causaal verband tussen de aanrijding en het niet voorzien zijn van de taxibus van winterbanden, kan haar niet baten. Het is immers Cibatax c.s. op wie de stelplicht en de bewijslast rust dat haar terzake van het verkeersongeval geen enkel rechtens relevant verwijt kan worden gemaakt. Cibatax c.s. heeft nagelaten om een voldoende specifiek bewijsaanbod te doen ten aanzien van het door haar gestelde ontbreken van causaal verband. Dit betekent dat niet geconcludeerd kan worden dat vaststaat dat Cibatax c.s. terzake van het verkeersongeval geen enkel rechtens relevante verwijt te maken is.

4.16.
Gelet hierop kan in het midden blijven of er andere omstandigheden zijn, zoals een te lage snelheid bij het benaderen van de spoorwegovergang dan wel het nalaten van andere mogelijkheden om een aanrijding te voorkomen (door met de taxibus naar achteren te rijden), die eveneens de conclusie rechtvaardigen dat aan Cibatax een verwijt kan worden gemaakt terzake van het ontstaan van het verkeersongeval.

4.17.
Het voorgaande betekent dat het beroep van Cibatax c.s. op overmacht faalt en dat Cibatax c.s. in beginsel aansprakelijk is voor de door Prorail ten gevolge van het verkeersongeval geleden schade.
(...) ECLI:NL:RBMNE:2014:783