Hof 's-Hertogenbosch 291013 seksueel misbruik; pensioenschade van 68e tot 79e jaar; nadere bewijslevering nodig
- Meer over dit onderwerp:
Hof 's-Hertogenbosch 291013 seksueel misbruik; hypothetische carrière buitengewoon onzeker, doorrekenen met gebruikelijke indexeringen;
- pensioenschade van 68e tot 79e jaar; nadere bewijslevering nodig
- Looptijd
Partijen zijn het erover eens dat uitgegaan kan worden van de verwachting dat [geïntimeerde] op 68 jarige leeftijd AOW zal gaan ontvangen. (per [geboortedag] 2046). De looptijd van de inkomensschade (vanaf 1 april 2005) is mitsdien 41 jaar en (bijna) 3 maanden, waarvan inmiddels ongeveer 8,5 jaren verstreken zijn.
- Pensioenschade
De Nuijs stelt dat, indien met pensioenschade rekening moet worden gehouden, ervan uitgegaan kan worden dat [geïntimeerde] 12 pensioenjaren derft (van 68-80 jaar, tot [geboortedag] 2058). [appellant] voert aan, dat in 2011 de levensverwachting bij geboorte voor mannen 79,2 jaar was en concludeert dat [geïntimeerde] dan over 11 tot 12 jaar pensioeninkomen nodig heeft. Het hof zal van 11 jaar uitgaan, nu [geïntimeerde] niet in 2011 maar in 1978 is geboren en aannemelijk is dat daardoor zijn (statistische) levensverwachting zeker niet meer dan 79 jaar zal zijn.
Uit de arbeidsovereenkomst met Sélectif van 6 december 2004 (prod. 2 bij brief [geïntimeerde] van 8 mei 2013), artikel 14, blijkt dat is afgesproken dat voor [geïntimeerde] een pensioenvoorziening wordt afgesloten bij Centraal Beheer. Op de salarisspecificaties van januari, februari en maart 2005 staat echter geen inhouding voor pensioenpremie vermeld. Het hof verzoekt [geïntimeerde] inlichtingen te verschaffen over de vraag of daadwerkelijk voor hem een pensioenregeling is getroffen en zo ja, om een onderbouwde benadering te geven van het bedrag dat dit pensioen, bij ongewijzigde voortzetting van die pensioenregeling tot [geboortedag] 2046, na het 68e jaar tot het 79e jaar van [geïntimeerde] netto zou opleveren. Voorshands lijkt het in dit bijzondere geval beter uit te gaan van het netto bedrag dat [geïntimeerde] van zijn 68e tot zijn 79e levensjaar zal derven, dan van het bedrag dat [geïntimeerde] nu zou moeten inleggen om vanaf zijn 68e jaar gedurende 11 jaar een zeker bedrag per maand te kunnen ontvangen.
Smartengeld
7.5.3.
[appellant] dient een bedrag van € 25.000,-- te betalen, met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van de inleidende dagvaarding (15 juli 2009, zie r.o. 4.8.2 tussenarrest van 8 januari 2013). Dit bedrag komt volledig ten laste van [appellant] nu dit uitsluitend is gebaseerd op het seksueel misbruik door [appellant] en niet mede is veroorzaakt door de vroegere gezinsomstandigheden.
Buitengerechtelijke kosten
7.5.4.
[geïntimeerde] heeft deze vordering ingetrokken.
Overige materiële kosten
7.5.5.
Partijen zijn het ter comparitie eens geworden over betaling door [appellant] van een bedrag van (80% van) € 15.000,-- ofwel € 12.000,--.
7.5.6.
Resumerend, dient [geïntimeerde] nog gegevens, met bewijsstukken, te verstrekken over:
- de nettobedragen van zijn uitkering vanaf 1 april 2005 tot heden;
- de vraag of hij inkomsten verkrijgt uit zijn betrokkenheid bij een online marketingbedrijf en een webshop en zo ja, tot welk(e) bruto en netto bedragen per jaar;
- de vraag of voor hem daadwerkelijk een pensioenregeling is getroffen, en welke uitkering hij daaruit redelijkerwijs van zijn 68e tot zijn 79e levensjaar had kunnen verwachten.
[appellant] zal daarop bij antwoordakte kunnen reageren. ECLI:NL:GHSHE:2013:5088