Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof Arnhem 260906 Meeroken, verergering astmaklachten; wg-er voor 50% aansprakelijk, tenzij etc.

Hof Arnhem 26-09-2006 Meeroken en verergering astmaklachten; werkgever voor 50% aansprakelijk, tenzij etc.
Deskundige:
Aannemelijk is dat de gezondheidsklachten bij mevrouw [geïntimeerde] zijn verergerd doordat zij tijdens haar werkzaamheden is blootgesteld aan sigarettenrook, uitgaande van de hiervoor in vraag 10 vermelde periode en de daar bedoelde omstandigheden. Een uitspraak over de grootte van het effect van deze blootstelling en de relatieve bijdrage aan de toename van de klachten is niet mogelijk. Alleen een opinie kan worden gegeven. Geschatte percentages kunnen getalsmatig niet worden onderbouwd.
De duur van de blootstelling (9 maanden) en de regelmatige blootstelling aan sigarettenrook in een relatief kleine en matig geventileerde ruimte (zie 1.1) maken het zeer waarschijnlijk dat negatieve effecten (extra gezondheidsklachten) zijn opgetreden. De kans hierop kan hoog worden geacht en wordt geschat op 80-100%. Blootstelling aan rooklucht is een van de factoren die een rol spelen bij een verslechtering en als zodanig geen noodzakelijke factor (zie 12)”
14. Kunt u tevens aangeven in hoeverre het aannemelijk is dat de (verergering van de) gezondheidsklachten van [geïntimeerde] ook zouden zijn ontstaan wanneer haar werkplek geheel vrij van rook zou zijn geweest? Hoe groot acht u deze kans uitgedrukt in een percentage?
“De klachten van mevrouw [geïntimeerde] zouden kunnen worden verklaard en begrepen uit het natuurlijke beloop van haar astma en chronische bronchitis, ook als de blootstelling aan sigarettenrook in de periode als bedoeld onder 10 buiten beschouwing wordt gelaten. Naast specifieke (allergische) prikkels zijn voldoende algemene (temperatuurswisselng, mist, vochtig weer) en/of bijzondere (infecties, reflux) aspecifieke prikkels aanwezig geweest, die als externe factoren het beloop negatief kunnen hebben beïnvloed en de huidige klachten kunnen verklaren. Het volledig ontbreken van allergische symptomen bij contact met hond, ook bij een middels huidtest aangetoonde allergie voor hond, komt voor en maakt dat de hond in huis (vooralsnog) geen factor van belang is, maar wel een risico vormt.
Door het zwakke verband tussen klachten en objectiveerbare afwijkingen evenals door de afwezigheid van een structurele afname in longfunctie vanaf 1989 tot heden, zijn ook andere factoren dan blootstelling aan rooklucht op de werkplek waarschijnlijk betrokken. Ondanks sanering van de woning, het vermijden van prikkels en het gebruik van medicatie traden in de periode voor 1999 herhaaldelijk episoden op met toegenomen klachten. Van een stabiele situaties kan ook in die tijd nauwelijks worden gesproken. De kans dat uiteindelijk en binnen een ander tijdsbestek een verergering van de gezondheidsklachten zou zijn ontstaan is, ook zonder blootstelling aan rook op de werkplek, groot en wordt geschat op 80-100%.”
(...)
2.4 Isala is op grond van de inhoud van het deskundigenrapport van mening dat niet kan worden aangenomen dat [geïntimeerde] schade heeft geleden in de door haar bij Isala uitgeoefende werkzaamheden. [geïntimeerde] daarentegen is, eveneens op grond van de inhoud van dit deskundigenrapport, van mening dat zij wel schade heeft geleden in de uitoefening van haar werkzaamheden bij Isala. (...)
2.7 De deskundige heeft in zijn antwoord op vraag 14 onder andere vermeld, dat de kans groot is (en wordt geschat op 80-100%), dat uiteindelijk en binnen een ander tijdsbestek een verergering van de gezondheidsklachten, ook zonder blootstelling aan rook, zou zijn ontstaan en wel, naar het hof begrijpt, door de externe factoren die de deskundige in zijn antwoord op vraag 14 heeft vermeld. De aan de deskundige voorgelegde vraag 14 is niet beperkt (geweest) tot de periode waarin [geïntimeerde] bij Isala werkzaam is geweest. Gelet hierop acht het hof begrijpelijk, dat de deskundige op deze vraag een niet tijdgebonden antwoord heeft gegeven. Anders dan [geïntimeerde] in haar antwoordconclusie na deskundigenbericht heeft aangevoerd, kan op grond van dit antwoord niet worden uitgesloten, dat de gezondheidsklachten in de periode waarin [geïntimeerde] bij Isala werkzaam was, (kunnen) zijn verergerd door de hiervoor vermelde zogenaamde externe factoren.
2.9 Ook het hof is, gelet op de inhoud van het deskundigenrapport en met name de daarin vermelde verduidelijking door de deskundige van zijn antwoord op vraag 13 en 14 dat “de factor passief roken even zwaar wordt gewogen als alle andere factoren gezamenlijk”, van oordeel dat, gelet op de medische voorgeschiedenis van [geïntimeerde], de kans dat de blootstelling aan sigarettenrook op de werkplek tot verergering van de gezondheidsklachten van [geïntimeerde] heeft geleid even groot is als de kans dat andere (niet aan Isala te relateren) factoren de verergering van de klachten van [geïntimeerde] (kunnen) verklaren. Isala heeft haar stelling, dat aannemelijker is dat andere factoren dan de blootstelling aan rooklucht tot een verergering van de gezondheidsklachten van [geïntimeerde] hebben geleid, niet nader toegelicht, zodat het hof aan deze stelling voorbij gaat.
2.12 Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is Isala als werkgeefster op grond van artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) voor 50% aansprakelijk voor de door [geïntimeerde] geleden en te lijden schade aansprakelijk, tenzij zij aantoont dat zij de in lid 1 van deze bepaling bedoelde zorgplicht is nagekomen.(...)
LJN AZ0584