Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof Arnhem-Leeuwarden 120515 totaal kosten € 79025,00 en uurtarief van € 230,00 (2011) redelijk mede met oog op geharnast verweer wederpartij

Hof Arnhem-Leeuwarden 120515 beoordeling diverse schadeposten hoog bejaard slachtoffer; berekening verzorgingskosten, einddatum verzorging 95 jaar;
- kosten aanpassing woningen dochters geschat op € 75.000,- per woning 
- orthomoleculaire geneesmiddelen niet in causaal verband met ongeval
 

totaalkosten € 79025,00 en uurtarief van € 230,00 (2011) redelijk mede met oog op geharnast verweer wederpartij

vervolg op: hof-arnhem-leeuwarden-140114-delay-bij-subduraal-hematoom-79-jarige

Buitengerechtelijke kosten

2.16
[geïntimeerden] hebben (nog) een bedrag van € 49.026,45 (te vermeerderen met wettelijke rente) gevorderd, conform de inleidende dagvaarding sub 26. De advocaat van [geïntimeerden], mr. Ten Brummelhuis, heeft over de periode december 2008 tot en met medio september 2010, het moment waarop besloten werd een deelgeschil aanhangig te maken, buitengerechtelijke kosten in rekening gebracht bij [geïntimeerden] Uit de door [geïntimeerden] overgelegde specificaties (prod. 17-18 bij inl.dagv. II) volgt dat mr. Ten Brummelhuis 6 facturen heeft gestuurd over de genoemde periode tot aan het aanhangig maken van het deelgeschil. Dit komt neer op een totaalbedrag van € 61.212,56, waarop door St. Antonius (althans haar verzekeraar MediRisk) een bedrag is betaald van € 30.000,-.
Na de beslissing in deelgeschil van 9 februari 2011 hebben partijen weer verder met elkaar onderhandeld, zo hebben [geïntimeerden] onbetwist aangevoerd. De laatste (7e) factuur dateert van 15 juli 2011 en ziet op de werkzaamheden die door mr. Ten Brummelhuis zijn verricht in de periode 10 februari 2011 tot 18 mei 2011. Het betreft 61,40 uur tegen een uurtarief van € 230,- en het factuurbedrag sluit op € 17.813,49.
St. Antonius betwist dat de gevorderde kosten de zogenoemde dubbele redelijkheidstoets (ex artikel 6:96 lid 2 sub b en c BW) kan doorstaan. Bovendien betwist St. Antonius dat [geïntimeerden] schade lijden nu zij aanspraak (kunnen) maken op de rechtsbijstandpolis van DAS.

Het hof oordeelt als volgt.

2.17
Uit de gespecificeerde onderbouwing van de facturen valt op te maken dat niet alleen veel (en/of langdurig) overleg is gevoerd met [geïntimeerden] en dat er ook flink wat correspondentie is gevoerd, doch er zijn ook vele uren besteed aan de buitengerechtelijke schadeafwikkeling met de deskundigen (buro Van Dijk, dhr. [C], Heling en partners (dhr. [D]), mevr. [E]), bestudering van de (vele) rapporten, overleg met de verzekeraar MediRisk en overleg met de medisch adviseur (en bestudering van diens rapporten). In de laatste periode na het deelgeschil is ook regelmatig overleg gevoerd met de advocaat van St. Antonius, mr. De Ridder.
Het geschil tussen partijen is van meet af aan taai geweest en St. Antonius heeft ook in de buitengerechtelijke fase stevig (geharnast) verweer gevoerd.
Al met al zijn de buitengerechtelijke uren die mr. Ten Brummelhuis aan deze zeer lastige zaak heeft besteed, naar het oordeel van het hof niet buitensporig geweest en het aantal bestede uren kan de dubbele redelijkheidstoets als bedoeld in art. 6: 96 lid 2 sub b en c BW doorstaan. De door mr. Ten Brummelhuis gehanteerde tarieven kunnen ook de redelijkheidstoets doorstaan, nu het om gebruikelijk advocatentarieven gaat.
Dat de rechtsbijstandsverzekeraar van [geïntimeerden] (DAS) de buitengerechtelijke kosten zou vergoeden is ongemotiveerd gesteld door St. Antonius en betwist door [geïntimeerden] Het gevorderde bedrag zal aldus worden toegewezen.

Kosten mediation

2.18
Een laatste dispuut tussen partijen betreft de kosten van mr. Ten Brummelhuis voor zijn bijstand bij de mediation in 2012 (-2013). In art. 8.4 van de mediation-overeenkomst van12 oktober 2012 is opgenomen dat partijen ieder voor zich de aan eigen zijde gevallen kosten dragen. De kosten van de mediator zijn gedragen door St. Antonius. Het moge zo zijn dat mr. Ten Brummelhuis en/of [geïntimeerden] hebben begrepen dat St. Antonius óók de kosten van mr. Ten Brummelhuis zou dragen, maar dat volgt niet uit genoemde bepaling in de mediation-overeenkomst. Ook met toepassing van het Haviltexcriterium kan rechtens niet geconcludeerd worden dat [geïntimeerden] gerechtvaardigd erop mochten vertrouwen dat St. Antonius de kosten van mr. Ten Brummelhuis zou dragen: dit kan worden afgeleid uit de tekst van art. 8.4, die niet voor meerdere uitleg vatbaar is.

ECLI:NL:GHARL:2015:3369