Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Overijssel 010415 volledige resterende BGK van € 16.718,36 toegewezen; gezien het een ongeval betreft uit 1998 met ernstig beenletsel, gevolgd door complicaties

Rb Overijssel 010415 ongeval uit 1998; ogv deskundigenbericht VA is er na 2007 geen verlies arbeidsvermogen en kosten huishoudelijke hulp/verlies zelfwerkzaamheid;
- € 32.500 smartengeld voor ernstig beenletsel (b.i. 11%);
- volledige resterende BGK van € 16.718,36 toegewezen; gezien het een ongeval betreft uit 1998 met ernstig beenletsel, gevolgd door complicaties

vervolg op: rb-overijssel-021013-gelasting-deskundigenonderzoek-va-mbt-belastbaarheid-vraagstelling-va en 
rb-overijssel-100413-psychiatrisch-deskundigenbericht-geen-causaal-verband-somatoforme-stoornis-en-ongeval-vraagstelling-verzekeringsarts

ad c. Andere kosten (productie 26-4)2.

7. 
Deze “andere” kosten bedragen blijkens de opsomming in productie 26-4 van de schadestaat een bedrag van € 16.718,36 + P.M. (= wettelijke rente).

Het leeuwendeel daarvan wordt gevormd door de kosten rechtsbijstand (advocaat) ad € 14.120,88.

Specificatie daarvan treft de rechtbank aan in productie 199 bij dagvaarding, waaruit blijkt dat die kosten (BGK tot dagvaarding) totaal een bedrag van € 23.613,41 exclusief BTW en onbelaste verschotten hebben bedragen, waarop (kennelijk) een deelbetaling door London heeft plaatsgevonden.

8. 
Gezien het feit dat het hier een ongeval betreft uit 1998 met ernstig beenletsel, gevolgd door een langere herstelperiode en een groter aantal complicaties, die uiteindelijk niet in medisch en/of juridisch causaal verband met dat ongeval konden worden gebracht, acht de rechtbank een dergelijk bedrag voor zulke kosten redelijk en aanvaardbaar teneinde ten opzichte van London als daartoe aansprakelijke assuradeur te trachten tot oplossing en afhandeling van de zaak te komen.

De rechtbank zal die kosten dat ook ten laste van London brengen, zulks geldt ook voor de overige posten in die opstelling (behoudens dan de wettelijke rente), omdat de rechtbank van oordeel is dat veeleer dan het uiteindelijke resultaat van die onderzoeken, waarvan kosten worden opgevoerd, het primair van belang is in hoeverre in dat stadium van de behandeling van de zaak een dergelijk onderzoek voor [Eiseres 1] geïndiceerd was om tot verdere beoordeling van haar positie te komen.

Dat laatste acht de rechtbank aan de orde en die kosten zullen derhalve eveneens ten laste van London komen.

www.stichtingpiv.nl