RBGEL 250924 van € 57.518,10 is € 31.895,55 voldaan; aanvullend toegewezen € 848,39; afwijzing kantoorkosten, intern overleg, telefoonnotities en divers overig
- Meer over dit onderwerp:
RBGEL 250924 van € 57.518,10 is € 31.895,55 voldaan; aanvullend toegewezen € 848,39; afwijzing kantoorkosten, intern overleg, telefoonnotities en divers overig;
2De feiten
2.1.
Op 31 maart 2020 is [eiser] betrokken geweest bij een verkeersongeval, waarbij ook een bij Univé op grond van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen verzekerd motorvoertuig was betrokken. [eiser] heeft Univé op 2 april 2020 aansprakelijkheid gesteld voor de door hem geleden schade als gevolg van het ongeval. Univé heeft op 3 april 2020 deze aansprakelijkheid erkend.
2.2.
[eiser] laat zich door advocatenkantoor [advocatenkantoor] (hierna: [advocatenkantoor] ) bijstaan bij de afwikkeling van zijn letselschadezaak. [advocatenkantoor] heeft over de periode vanaf april 2020 tot en met november 2023 kosten in rekening gebracht bij Univé, in totaal een bedrag van € 57.518,10. Univé heeft een bedrag van € 31.859,55 aan [advocatenkantoor] betaald. Het resterende bedrag van € 25.658,55 is onbetaald gebleven.
3Het geschil
3.1.
[eiser] vordert, uitvoerbaar bij voorraad, om Univé te veroordelen tot betaling van € 25.658,55, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het verstrijken van de respectievelijke betaaltermijnen van de facturen tot de dag van algehele betaling en Univé te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
[eiser] stelt dat de door [advocatenkantoor] gedeclareerde kosten zijn te kwalificeren als redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid alsook ter verkrijging van voldoening buiten rechte én dat deze kosten de dubbele redelijkheidstoets doorstaan. De letselschadeclaim van [eiser] kan volgens hem niet eenvoudig worden afgewikkeld, gelet op zijn letsel, het lastige revalidatietraject, de gevolgen hiervan voor zijn gezin en de complexiteit van het eventuele verlies aan verdienvermogen. Daarom vereist deze letselschadezaak een grondige juridische analyse en de door [advocatenkantoor] gemaakte uren.
3.3.
Univé concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.4.
Univé betwist een deel van de door [advocatenkantoor] gedeclareerde kosten, omdat deze (buitengerechtelijke) kosten niet redelijk zijn. Volgens Univé is de letselschadezaak van [eiser] niet complex. Univé heeft per declaratie toegelicht welke kosten zij niet redelijk acht.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
4De beoordeling
toetsingskader
4.1.
[eiser] maakt aanspraak op vergoeding van de kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 sub b en c Burgerlijk Wetboek (BW). Deze vergoeding is onderworpen aan een dubbele redelijkheidstoets: zowel de genomen maatregelen als de daarmee gemaakte kosten moeten redelijk zijn. Door de wetgever zijn weinig aanknopingspunten gegeven om de redelijkheidstoets van artikel 6:96 BW nader in te vullen. Uit de wetsgeschiedenis volgt enkel dat de kosten redelijk moeten zijn. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 9 december 1994 (ECLI:NL:HR:1994:ZC1578) overwogen dat bij de vaststelling van de hoogte van de voor vergoeding in aanmerking komende buitengerechtelijk kosten rekening mag worden gehouden met de omvang van de hoofdvordering. Uit het arrest van de Hoge Raad van 11 juli 2003 (ECLI:NL:HR:2003:AF7423) volgt echter dat de omvang van de hoofdvordering niet altijd beslissend is. In de rechtspraak wordt bij de invulling van de dubbele redelijkheidstoets over het algemeen rekening gehouden met de complexiteit van de zaak, de omvang van de zaak, de aard van de zaak en met de mate van specialisatie en ervaring van de belangenbehartiger.
4.2.
Op [eiser] rust de stelplicht en bewijslast voor de dubbele redelijkheid van de buitengerechtelijke kosten. Hij dient te stellen, en bij betwisting te bewijzen, dat [advocatenkantoor] de in rekening gebrachte uren en kosten heeft gemaakt én dat het redelijk was deze uren en kosten te maken. [eiser] heeft ter onderbouwing van zijn vordering 32 declaraties van [advocatenkantoor] overgelegd, voor een totaalbedrag van € 57.097,41. Dit bedrag is overigens lager dan het - door beide partijen - gestelde bedrag van € 57.518,10 (r.o. 2.2.).
4.3.
Univé heeft tot op heden een bevoorschot bedrag van € 51.500,00 aan persoonlijke schade aan [eiser] betaald. Dat de door [advocatenkantoor] gedeclareerde buitengerechtelijke kosten hoger zijn dan het aan [eiser] uitgekeerde schadebedrag vormt op zichzelf geen reden voor afwijzing van de vordering maar vormt wel een extra aanleiding om van [eiser] althans [advocatenkantoor] een deugdelijke onderbouwing van de beweerdelijk bestede tijd en gemaakte kosten te verlangen.
4.4.
Univé heeft per overgelegde declaratie van [advocatenkantoor] diverse kostenposten gemotiveerd betwist. Daarom zal per declaratie moeten worden beoordeeld of de gedeclareerde kosten redelijk en daarmee toewijsbaar zijn. Univé heeft ook drie algemene kostenposten betwist, te weten: de kantoorkosten, de kosten voor het intern overleg en de kosten van telefoonnotities. Voorafgaand aan de beoordeling per declaratie zal eerst de beoordeling van deze kostenposten plaatsvinden. Daarbij wordt opgemerkt dat, hoewel [eiser] de procespartij is, voor de leesbaarheid [advocatenkantoor] als de partij wordt genoemd die de standpunten (namens [eiser] ) heeft toegelicht.
de kantoorkosten zijn niet redelijk
4.5.
In de rechtspraak wordt wisselend omgegaan met het in rekening brengen van een percentage aan kantoorkosten bovenop het gehanteerde uurtarief. Daarbij wordt meegewogen of de kantoorkosten moeten worden geacht te zijn verdisconteerd in het gehanteerde uurtarief. Een uurtarief van € 245,00 exclusief btw en inclusief kantoorkosten wordt redelijk geacht. De door [advocatenkantoor] in rekening gebrachte uurtarieven variëren van € 130,00 tot € 300,00 exclusief btw, te verhogen met 6% kantoorkosten. Daarbij dient te worden opgemerkt dat, zoals door [advocatenkantoor] ook is toegelicht, een onervaren advocaat met een lager uurtarief voor bepaalde werkzaamheden meer tijd kwijt is dan een ervaren advocaat. Het betekent dat een lager uurtarief (deels) ter compensatie van het aantal uren heeft te gelden. Dit leidt ertoe dat de gedeclareerde uurtarieven redelijk zijn en het uurtarief niet zonder meer aan de onderkant van de markt ligt, zoals door [advocatenkantoor] is betoogd. Daarom is in deze zaak geen ruimte voor een opslag van 6% voor de kantoorkosten en worden de kantoorkosten geacht te zijn verdisconteerd in de gehanteerde uurtarieven. De in rekening gebrachte kantoorkosten zijn dan ook niet redelijk en dienen te worden afgewezen.
de kosten voor intern overleg zijn niet redelijk
4.6.
Zoals hiervoor reeds is overwogen, is het redelijk dat een onervaren advocaat met een lager uurtarief voor bepaalde werkzaamheden meer uren in rekening brengt dan een ervaren advocaat tegen een hoger uurtarief. Het inschakelen van een minder ervaren advocaat kan onder omstandigheden ook met zich meebrengen dat intern overleg met een ervaren kantoorgenoot noodzakelijk is en dat de kosten hiervan dan redelijk kunnen zijn. Of in deze zaak sprake is redelijke kosten voor intern overleg hangt af van de eerder al genoemde complexiteit van de zaak, de omvang van de zaak en de aard van de zaak.
4.7.
[advocatenkantoor] heeft in het algemeen gesteld dat sprake is van een complexe zaak, met name door het lastige revalidatietraject en het voorkomen van arbeidsongeschiktheid. De uitvoerende werkzaamheden werden door de ene (minder ervaren) advocaat verricht en de strategie werd door de andere (meer ervaren) advocaat bepaald.
4.8.
Vast staat dat [eiser] tot op heden een moeizaam revalidatietraject doormaakt. Dit maakt echter niet dat zijn letselschadezaak daarmee (juridisch) complex is. Een dag na de aansprakelijkheidstelling heeft Univé de aansprakelijkheid al erkend. Dat bij wijzigingen in de medische situatie van [eiser] moet worden bekeken of dit gevolgen heeft voor zijn schade is evident en geldt voor nagenoeg alle letselschadezaken. Dat er vrees voor eventueel verlies aan verdienvermogen of volledige arbeidsongeschiktheid was, is evenmin ongebruikelijk in letselschadezaken. Dit zijn in beginsel geen complexe werkzaamheden. [advocatenkantoor] heeft desgevraagd ter zitting ook niet concreet gemaakt wat de discussie met de werkgever zo complex heeft gemaakt dat daarvoor een (aparte) strategie moest worden bepaald en dat intern (strategie-)overleg moest plaatsvinden. [advocatenkantoor] heeft dan ook niet concreet onderbouwd waarom in deze zaak veelvuldig intern overleg redelijk is geweest noch heeft zij uitgelegd welke specifieke interne overleggen redelijk zijn geweest. De redelijkheid van de gedeclareerde uren voor intern overleg is dan ook niet komen vast te staan en de kosten hiervan had [advocatenkantoor] niet bij Univé in rekening mogen brengen.
de kosten voor het opstellen van telefoonnotities zijn niet redelijk
4.9.
[advocatenkantoor] heeft kosten gedeclareerd voor het opstellen van telefoonnotities door [naam 3] . [naam 3] heeft ter zitting toegelicht dat zij, wanneer er tijdens een telefoongesprek met [eiser] medische zaken werden besproken, de medische toestand en eventuele (behandel)opties vervolgens moest vastleggen voor de terugkoppeling aan Univé. Een telefoonnotitie opstellen kan, zoals ook door Univé is betoogd, in principe plaatsvinden tijdens het telefoongesprek. Onder omstandigheden kan het voorkomen dat een langdurig telefoongesprek moet worden vastgelegd. Echter wanneer het dient voor een terugkoppeling - aan bijvoorbeeld Univé - betreft dit dubbele kosten, omdat voor het opstellen van deze terugkoppelingscorrespondentie ook kosten zijn gedeclareerd. Het in rekening brengen van kosten voor het opstellen van telefoonnotities is daarom niet redelijk. Bovendien is ook de omvang van de tijd voor het opstellen van telefoonnotities niet redelijk, omdat er meermaals meer of ongeveer evenveel tijd is gedeclareerd voor de telefoonnotitie als voor de duur van het telefoongesprek zelf. De kosten voor het opstellen van telefoonnotities zijn ten onrechte bij Univé in rekening gebracht.
de redelijkheid van de kosten per declaratie
4.10.
Naast voornoemde kostenposten (intern overleg en telefoonnotities) wordt hierna per declaratie beoordeeld of de door Univé (in productie 6 bij de conclusie van antwoord) gemotiveerd betwiste declaratieposten van [advocatenkantoor] redelijke kosten zijn als bedoeld in artikel 6:96 BW. In deze beoordeling worden de standpunten van [advocatenkantoor] – zoals opgenomen in de dagvaarding, productie 18 van de nadere akte en de pleitnota – betrokken. De kantoorkosten worden hierbij geheel buiten beschouwing gelaten. Gelet op de hoeveelheid declaraties én de gespecificeerde standpunten van partijen per declaratie zullen deze standpunten hierna niet per declaratie expliciet worden vermeld. Per declaratie wordt tot slot vastgesteld welk bedrag aan redelijke kosten (inclusief btw) toewijsbaar is. Waar nodig zal de rechtbank de begroting van de redelijke kosten schatten.
declaratie 20200644 – 23 juni 2020
4.10.1.
Het beoordelen van de concepten van [naam 1] door [naam 2] betreft interne opleidingswerkzaamheden. Dat zijn geen redelijke kosten om door te belasten aan Univé. Het opstellen van een gespreksverslag na een eerste telefoongesprek met (de familie van) [eiser] is niet onredelijk. Dit geldt eveneens voor de hoeveelheid contacten met de familie dan wel met [eiser] zelf in deze beginperiode. Dat er wellicht veel tijd is gestoken in het opstellen van de schadestaat is evenmin onredelijk, enerzijds gelet op het (lagere) uurtarief van [naam 1] en anderzijds omdat deze informatie daarna ook is gebruikt voor de brief aan Univé van 4 juni 2020. Dat er vervolgens op deze declaratie 2:00 uur en op de volgende declaratie nogmaals 0:54 uur (zie hierna r.o. 4.10.2.) in rekening is gebracht voor die bewuste brief aan Univé is echter niet redelijk. Daarom dienen de verrichtingen van [naam 1] te worden verminderd met 2:00 uur voor het opstellen van deze (concept)brief. Daarnaast is 0:42 uur voor het opstellen van gestandaardiseerde medische machtigingen evenmin redelijk, waardoor de uren verder dienen te worden gematigd met 0:36 uur.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 3.754,63.
declaratie 20200805 – 14 juli 2020
4.10.2.
Met de uren voor de brief van 4 juni 2020 aan Univé is in de vorige declaratie al rekening gehouden, zodat de hiervoor gedeclareerde uren op 4 juni 2020 (0:54 uur) als redelijk zijn te kwalificeren. Gelet op de uitleg van [advocatenkantoor] over de contacten met de medisch adviseur is er geen aanleiding om de hiervoor gedeclareerde uren te matigen.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 873,62.
declaratie 20200963 – 22 september 2020
4.10.3.
Ten aanzien van de kosten voor het bestuderen van een medisch advies moet niet alleen worden gekeken naar de omvang van het advies, maar ook naar de inhoud van dit medisch advies. De stelling van Univé dat deze uren kunnen worden gematigd gelet op het aantal pagina’s is daarom een onvoldoende gemotiveerde betwisting. Ook ten aanzien van de kosten voor het bijhouden van de schadestaat is onvoldoende onderbouwd dat deze kosten niet redelijk zouden zijn. Immers is het niet onbegrijpelijk dat in het beginstadium van een letselschadezaak veel (nieuwe) schadeposten moeten worden verwerkt. Dit betekent dat de declaratie, op de kantoorkosten na, redelijk is.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 4.051,35.
declaratie 20201128 – 14 oktober 2020
4.10.4.
[advocatenkantoor] heeft erkend dat er op 22 september 2020 per abuis 100% van de reistijd in rekening is gebracht in plaats van 50%. Daarnaast is er door [naam 1] ten onrechte 0:12 uur gedeclareerd voor administratieve werkzaamheden (een code voor Teams). Bij het telefoongesprek op 18 september 2020 met [eiser] was zowel [naam 1] als [naam 2] aanwezig. Gelet op de eerdere overwegingen omtrent de complexiteit van deze letselschadezaak (r.o. 4.8.) is niet komen vast te staan dat het redelijk is dat deze telefonische bespreking door twee advocaten van [advocatenkantoor] moest worden bijgewoond.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 1.778,70.
declaratie 20201212 – 13 november 2020
4.10.5.
Aangezien het een concept bezoekverslag van het eerste gesprek van [eiser] met Univé betrof, is het niet onredelijk dat daarop uitgebreid door [naam 1] is gereageerd. Voor een personenschaderapport is het van belang dat hetgeen is besproken ook goed wordt genoteerd om eventuele discussies achteraf te vermijden. Voor een correctie van het aantal uren voor het beoordelen van het verslag en het opstellen van de brief van 12 oktober 2020 is geen aanleiding. Daarom zijn van deze declaratie slechts de kantoorkosten niet redelijk.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 1.219,68.
declaratie 20201274 – 7 december 2020
4.10.6.
Er heeft telefonisch contact plaatsgevonden met [eiser] op 2 november 2020 en vervolgens e-mailcorrespondentie op 13 november 2020. Dat daarmee sprake zou zijn van te veel correspondentie met [eiser] , zoals door Univé is betoogd, is zonder nadere motivering een onvoldoende betwisting van de redelijkheid van deze kosten. Hoewel het aanvullen van de schadestaat amper een maand daarvoor nog had plaatsgevonden, kunnen nadere gegevens leiden tot een wijziging. Bovendien heeft de daaropvolgende aanvulling van de schadestaat pas plaatsgevonden op 13 mei 2021. De kosten van de aanvulling van de schadestaat behoeven daarom niet te worden gematigd. Deze declaratie is dus redelijk.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 609,84.
declaratie 20210186 – 21 januari 2021
4.10.7.
Voor de e-mail van 8 december 2020 aan Univé is het, gelet op de inhoud en omvang, niet redelijk om 1:30 uur in rekening te brengen. De door Univé aangevoerde correctie met 0:30 uur zal daarom in mindering worden gebracht. Voor de e-mail van 18 december 2020 geldt dat daarvoor ook meer uren dan redelijk zijn gedeclareerd en hiervoor zal een matiging van 0:12 uur plaatsvinden.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 609,84.
declaratie 20210310 – 18 maart 2021
4.10.8.
Op 18 februari 2021 is er een e-mail aan [eiser] gestuurd en op 21 februari 2021 heeft een telefoongesprek met hem plaatsgevonden. Dat dit telefoongesprek na de e-mail overbodig zou zijn, is door Univé niet onderbouwd. Van deze declaratie zijn daarom alleen de kantoorkosten niet redelijk.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 228,69.
declaratie 20210557 – 19 mei 2021
4.10.9.
Wanneer er op 8 en 9 april 2021 e-mailwisselingen tussen [advocatenkantoor] en [eiser] hebben plaatsgevonden en er volgt op 15 april 2021 een telefoongesprek met [eiser] , kan niet zonder nadere motivering worden geconcludeerd dat dit telefoongesprek overbodig is geweest. Bovendien dateerde het vorige contact met [eiser] van circa twee maanden daarvoor, zodat ook gelet op die duur niet kan worden gesproken van overbodig contact.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 254,10.
declaratie 20210666 – 22 juni 2021
4.10.10.
De gedeclareerde uren voor het aanvullen van de schadestaat zijn redelijk. [advocatenkantoor] heeft toegelicht dat deze uren niet konden worden geclusterd omdat er tussentijds contact is geweest met [eiser] wat tot een nadere aanvulling heeft geleid. Gelet op de inhoud en omvang van de e-mail van 7 mei 2021 aan Univé, een update van de medische situatie van [eiser] alsmede een herhaald verzoek om betaling van de buitengerechtelijke kosten, is een tijdsbesteding van 0:42 uur niet redelijk. Een tijdsbesteding van 0:18 uur, zoals door Univé is betoogd, had volstaan en zou redelijk zijn geweest. Daarom wordt de declaratie met 0:24 uur gematigd.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 635,25.
declaratie 20210745 – 20 juli 2021
4.10.11.
[advocatenkantoor] heeft, na de betwisting van Univé, onvoldoende onderbouwd waarom [naam 3] op 25 juni 2021 in totaal 2:06 uur heeft besteed aan het doornemen van stukken en het opstellen van de schadestaat met bijlagen. Bovendien ontbreekt de e-mail van 1 juli 2021 aan MedSec, zodat niet is onderbouwd dat voor het opstellen van deze
e-mail een tijdsbesteding van 0:48 uur redelijk is. Voor voornoemde werkzaamheden zal de tijdsbesteding van [naam 3] worden gematigd van 2:54 uur tot 1:24 uur. Ten aanzien van de concept e-mail aan Univé van 6 augustus 2021 (0:12 uur) is bij de volgende declaratie ook nog 2:18 uur in rekening gebracht. De e-mail van 6 augustus 2021 rechtvaardigt echter geen 2:30 uur. Een tijdsbesteding van 0:36 uur is redelijk, waarbij rekening is gehouden met de (on)ervarenheid van [naam 3] . De 0:12 uur van deze declaratie is daarom niet redelijk. In totaal wordt de declaratie dus met 1:42 uur gematigd.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 549,34.
declaratie 20210923 – 21 september 2021
4.10.12.
Ten aanzien van de correspondentie aan Univé is, onder verwezing naar hetgeen hiervoor is overwogen, de 0:36 uur van 6 augustus 2021 redelijk. De gedeclareerde kosten van de uren van [naam 3] op 1 en 2 juli 2021 (1:42 uur) zijn niet redelijk. Ook de door [naam 1] in rekening gebrachte uren voor het beoordelen van de stukken van [naam 3] dienen als opleidingskosten voor rekening van [advocatenkantoor] te blijven. De gestelde te hoge kosten voor de correspondentie met [eiser] heeft Univé onvoldoende gemotiveerd betwist. Ten aanzien van de e-mail aan de medisch adviseur van 1 juli 2021 heeft [advocatenkantoor] onvoldoende onderbouwd waarom op dat moment een uitgebreide
e-mail (0:48 uur) noodzakelijk was. De hiervoor in rekening gebrachte uren worden daarom gematigd tot 0:24 uur. Voor het overige worden de kosten voor de correspondentie met de medische adviseur, ook gelet op het lagere uurtarief van [naam 3] , redelijk geacht. De update van [naam 3] aan [naam 1] over Mediathos valt onder intern overleg.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 1.792,82.
declaratie 20211076 – 26 oktober 2021
4.10.13.
De e-mail van 10 september 2021 aan Univé betrof het doorsturen van medische informatie met een toelichting van twee (korte en niet-inhoudelijke) zinnen. Een tijdsbesteding van 0:24 uur is dan ook niet redelijk. De reactie van [advocatenkantoor] dat de bijlagen met medische informatie op een veilige manier moesten worden verstuurd maakt dit niet anders. Het uurtarief van [naam 3] (inmiddels € 160,00) is niet redelijk voor dergelijke administratieve werkzaamheden. De gedeclareerde uren voor deze e-mail worden daarom gematigd tot 0:06 uur. Voor het versturen van twee e-mails aan [eiser] op 10 en 17 september 2021 is 0:54 en 0:18 uur in rekening gebracht. De e-mails behoren niet tot de processtukken, maar gelet op de uitleg van [advocatenkantoor] over de inhoud van deze e-mails (update van de laatste werkzaamheden, de mededeling van een ontvangen medisch advies, de mededeling dat een voorschot aan hem is betaald en het verzoek om telefonisch contact) is een tijdsbesteding van 0:30 uur en 0:06 uur redelijk.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 348,48.
declaratie 20211146 – 25 november 2021
4.10.14.
Voor de e-mail van 5 oktober 2021 aan Univé is door [advocatenkantoor] in totaal 2:06 uur in rekening gebracht. De inhoud van de e-mail bevat slechts één pagina en deels een herhaling van de e-mail van 6 augustus 2021 met een kleine update. Univé heeft betoogd deze kosten te matigen tot 1:00 uur. De rechtbank volgt het betoog van Univé dat de gedeclareerde uren boven de tijdsbesteding van 1:00 uur voor deze e-mail in ieder geval niet redelijk zijn.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 348,48.
declaratie 20211234 – 22 december 2021
4.10.15.
Naast de kantoorkosten en het intern overleg worden geen kosten betwist.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 154,88.
declaratie 20220130 – 13 januari 2022
4.10.16.
Voor de e-mail van 16 december 2021 aan Univé is door [advocatenkantoor] in totaal 1:48 uur in rekening gebracht. Gelet op de inhoud en omvang van de e-mail is, zoals ook door Univé is betoogd, een tijdsbesteding van 1:00 uur redelijk. De overige 0:48 uur zijn niet redelijk en zijn ten onrechte in rekening gebracht.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 348,48.
declaratie 20220286 – 18 maart 2022
4.10.17.
De in rekening gebrachte kosten voor ‘diversen (beoordeling hoe verder en strategie hoe verder)’ vallen onder intern overleg en zijn niet redelijk. De omvang van de kosten voor het opstellen van de schadestaat is onvoldoende gemotiveerd betwist en deze kosten worden daarom redelijk geacht. Dat bij het telefoongesprek van 22 februari 2022 met [eiser] naast [naam 3] ook [naam 1] aanwezig was, is overbodig en daarmee niet redelijk. Dat de tijdsbesteding voor het juridisch onderzoek verlenging wachttijd WIA redelijk zou zijn, is door [advocatenkantoor] onvoldoende gemotiveerd. De enkele stelling dat er gedoe was met de werkgever en daardoor angst voor inkomensverlies is niet nader onderbouwd.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 755,04.
declaratie 20220420 – 14 april 2022
4.10.18.
Ten aanzien van de kosten voor het aanpassen van de schadestaat geldt dat de schadestaat in februari 2022 al is aangepast. De door Univé betoogde matiging van de uren voor het aanpassen van de schadestaat (verlaging van 0:30 uur voor begin maart 2022 en verlaging van 0:24 uur voor eind maart 2022) is, zonder nadere toelichting voor de omvang van deze uren door [advocatenkantoor] , redelijk. Verder is het - zoals reeds eerder is geoordeeld - een keuze van [advocatenkantoor] geweest om met twee advocaten te werken, maar dit maakt niet dat het redelijk is om de kosten van [naam 1] voor de bespreking met [eiser] , de voorbereiding, de reistijd en de boordeling van stukken in rekening te brengen bij Univé naast de kosten van [naam 3] . Ook voor deze bespreking is immers niet gebleken dat sprake is van complexiteit waardoor het redelijk zou zijn om [eiser] te laten bijstaan door twee advocaten. Dat de oppasmogelijkheden onderdeel van de bespreking zijn geweest is door [advocatenkantoor] niet weersproken en [advocatenkantoor] heeft niet uitgelegd waarom er desondanks apart 0:06 uur is gedeclareerd. Ten aanzien van de gedeclareerde uren op 22 maart 2022 van 2:12 uur geldt dat dit de conceptversie is van de brief die op 4 april 2022 aan Univé is gestuurd. In de volgende declaratie is voor de definitieve versie nogmaals 0:36 uur gedeclareerd. Gelet op de omvang en de inhoud van deze brief, puntsgewijze reactie op het personenschaderapport, is het niet redelijk dat in totaal 2:48 uur in rekening is gebracht. Voor deze brief is een tijdsbesteding van 0:36 uur redelijk, zodat de gedeclareerde uren voor deze brief op deze declaratie worden gematigd tot nul.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 1.955,36.
declaratie 20220510 – 16 mei 2022
4.10.19.
Naast de kantoorkosten en het intern overleg worden geen kosten betwist.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar: € 251,68.
declaratie 20220540 – 17 juni 2022
4.10.20.
De e-mail van 3 mei 2022 aan Univé betreft een halve pagina waarin een summiere update wordt gegeven en de helft van de inhoud wordt besteed aan de discussie rondom de buitengerechtelijke kosten. Dat voor deze brief 1:18 uur in rekening is gebracht is niet redelijk. Een tijdsbesteding van 0:30 uur (voor de update) had volstaan en is derhalve redelijk.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 387,20.
declaratie 20220683 – 21 juli 2022
4.10.21.
Naast de kantoorkosten worden geen kosten betwist.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar: € 689,64.
declaratie 20220747 – 23 augustus 2022
4.10.22.
Dat er eerst correspondentie met [eiser] heeft plaatsgevonden en daarna met hem is gebeld, is niet onredelijk. Dat [advocatenkantoor] deze uren zou hebben kunnen beperken, is onvoldoende gemotiveerd. Ten aanzien van de uren van [naam 1] geldt dat het beoordelen of een factuur voor verschotten dubbel in rekening wordt gebracht een administratieve taak betreft. Het is niet redelijk dat hiervoor een uurtarief van € 240,00 in rekening wordt gebracht en door [advocatenkantoor] is niet uitgelegd waarom deze beoordeling niet door een collega van de administratieve dan wel financiële afdeling kon worden gedaan. De beoordeling van de conceptbrief van [naam 3] aan Univé valt onder de interne opleidingskosten en deze kosten dienen niet voor rekening van Univé te komen. Bovendien is het gelet op de omvang en inhoud van de brief van 1 augustus 2022 niet redelijk om hiervoor 1:48 uur én 0:18 uur (in de volgende declaratie) in rekening te brengen. Een tijdsbesteding van 1:00 uur volstaat. Dat betekent dat in deze declaratie 0:48 uur in mindering wordt gebracht én de 0:18 uur in de volgende declaratie.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 561,44.
declaratie 20230600 – 12 juli 2023
4.10.23.
De volgende in rekening gebrachte kosten zijn niet redelijk: het opstellen van de brief van 1 augustus 2022 (zie hiervoor), beoordeling stukken (ook de openstaande declaraties), juridisch onderzoek t.a.v. BGK, beoordeling uren, diversen ‘tbv vav wegens twee jaar ziekte’ en het strategie-overleg. De gemaakte uren ten aanzien van het beoordelen van de declaraties zijn deels administratief en deels ter voorbereiding op deze procedure en dat laatste deel valt onder de proceskosten. [advocatenkantoor] heeft over de gemaakte uren vanwege de twee jaar ziekte en het werk van [eiser] toegelicht dat de werkgever “het gezeur” zat was en hem beter wilde melden. Dat hiervoor contact met de werkgever nodig is om de werkrelatie goed te houden, is redelijk. Er is daarvoor ook meermaals gesproken met de werkgever. Waarom de kosten voor ‘diversen’ zijn gemaakt is echter niet onderbouwd en daarmee is de redelijkheid van deze kosten niet komen vast te staan. Tot slot heeft [advocatenkantoor] toegelicht waarom er op 31 augustus 2022 1:42 uur is gedeclareerd voor het opstellen van een brief aan [eiser] . Uit de toelichting volgt dat [advocatenkantoor] het medisch advies heeft toegelicht, bij [eiser] heeft geïnformeerd over eventuele behandelingen en de aanvullende informatie voor de schadestaat. Daarnaast heeft [advocatenkantoor] hem geïnformeerd over het uitblijven van de vergoeding voor buitengerechtelijke kosten. Ten aanzien van dat laatste geldt dat er geen nader standpunt door Univé is ingenomen, dus dat die situatie niet is gewijzigd. Ook met de toelichting van [advocatenkantoor] is 1:42 uur voor een dergelijke brief niet redelijk. Deze uren worden dan ook gematigd tot 1:00 uur.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 1.053,31.
declaratie 20230247 – 15 maart 2023
4.10.24.
De gedeclareerde kosten voor de beoordeling van stukken door een collega zijn niet redelijk. Voor het opstellen van de brief van 15 februari 2023 aan Univé heeft [advocatenkantoor] op 10, 14 en 15 februari 2023 in totaal 8:42 uur in rekening gebracht.
Univé heeft aangevoerd dat deze brief nodeloos is geweest. Ter zitting is expliciet over de tijdsbesteding voor deze brief een nadere toelichting aan [advocatenkantoor] gevraagd. [advocatenkantoor] heeft niet uitgelegd waarom het opstellen van deze brief redelijk is geweest. Het betreft immers een herhaling van de standpunten van partijen in de discussie over de buitengerechtelijke kosten. Nu [advocatenkantoor] niet heeft onderbouwd waarom het niet nodeloos (zoals door Univé is betoogd) maar redelijk was om deze brief op te stellen, is de redelijkheid van deze brief niet komen vast te staan en wordt niet toegekomen aan een oordeel over de omvang van de daarvoor gedeclareerde uren.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 701,20.
declaratie 20230289 – 3 april 2023
4.10.25.
De declaratie bestaat enkel uit verschotten, waarover geen kantoorkosten zijn berekend, dus deze declaratie van € 859,55 is – onweersproken – redelijk.
declaratie 20230452 – 17 mei 2023
4.10.26.
Voor de uren van [naam 1] geldt dat hiervoor de redelijkheid niet is komen vast te staan. Zoals eerder al is geoordeeld zijn de kosten voor twee advocaten bij een bespreking niet redelijk en de beoordeling van stukken evenmin. Alleen de uren van [naam 1] op 13 april 2023 voor de correspondentie aan werkgever en medisch adviseur zijn redelijk. Daarnaast geldt voor de uren van [naam 3] het volgende. [advocatenkantoor] heeft niet onderbouwd dat juridisch onderzoek nodig was voor de arbeidsdeskundige. Dat 2:06 uur voor de opdrachtbrief aan [bedrijf 1] van 20 april 2023 redelijk is, is door [advocatenkantoor] niet onderbouwd. Nu de brief niet bij de processtukken is overgelegd, wordt uitgegaan van de niet betwiste redelijkheid van een tijdsbesteding van 1:00 uur. Voor de brief van 20 april 2023 aan Univé heeft [naam 3] op 13, 17, 19 en 20 april 2023 in totaal 2:00 uur gedeclareerd. Gelet op de inhoud en de omvang van deze brief is 1:00 uur redelijk. Ten aanzien van het aanvullen van de schadestaat geldt dat [advocatenkantoor] niet heeft onderbouwd waarom op 1 april 2023 2:06 uur in rekening is gebracht. Van omstandigheden waardoor een grote wijziging in de schadestaat moest worden aangebracht, is niet gebleken. Deze uren worden daarom gematigd tot 1:00 uur.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 3.149,63.
declaratie 20230591 – 12 juli 2023
4.10.27.
De kosten voor de beoordeling van stukken door een collega en ‘stand van zaken + hoe verder (strategie)’ zijn niet redelijk. Voor de twee e-mails van 16 mei 2023 is twee keer 0:24 uur in rekening gebracht. De eerste e-mail is slechts een herinnering en de tweede e-mail is een verwijzing naar twee uitspraken in verband met de hoogte van het uurtarief. De door Univé erkende redelijkheid van deze tijdsbesteding van 0:18 uur in totaal voor beide e-mails wordt redelijk geacht.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 550,55.
declaratie 20230673 – 7 augustus 2023
4.10.28.
De door [naam 1] gedeclareerde uren betreft ‘stand van zaken’, voor de door [advocatenkantoor] ter zitting niet nader geconcretiseerde strategiebepaling. Deze uren zijn niet redelijk. De uren voor de beoordeling van declaraties door [naam 3] zijn eveneens geen redelijke kosten. Voor de brief van 12 juli 2023 is 2:18 uur in rekening gebracht. Dit is niet redelijk, omdat deze brief slechts een herhaling is van de brief van 15 februari 2023 en daarmee overbodig.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 444,68.
declaratie 20230722 – 13 september 2023
4.10.29.
De in rekening gebrachte reistijd is redelijk, nu het de helft van de reistijd met het openbaar vervoer betrof. De tijdsbesteding voor de voorbereiding (en nabespreking) van de bespreking van 17 augustus 2023 op zowel 16 als 17 augustus 2023 is – zonder én met [eiser] – in totaal 2:24 uur. Dat [naam 3] , zoals [advocatenkantoor] heeft uitgelegd, op 17 augustus 2023 iets eerder op locatie was om met de werkgever en [eiser] te kunnen voorbespreken en nadien te kunnen nabespreken en hiervoor 1:00 uur heeft gedeclareerd, is redelijk. Dat [naam 3] de dag ervoor zelf het gesprek heeft voorbereid, is ook redelijk. Echter, zij heeft kort daarvoor nog gecorrespondeerd en gebeld met [eiser] en de schadestaat aangepast. Daarvoor zijn ook uren in rekening gebracht. [advocatenkantoor] heeft zonder nadere toelichting niet onderbouwd dat het daarnaast nog redelijk is om een voorbereidingstijd van 1:24 uur te declareren. Naast de voorbereidingstijd van 14 augustus 2023 is een tijdsbesteding van 0:24 uur op 16 augustus 2023 redelijk.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 2.301,73.
declaratie 20230832 – 12 oktober 2023
4.10.30.
De gedeclareerde kosten voor het juridisch onderzoek in verband met het WIA-traject dan wel de arbeidsovereenkomst van [eiser] zijn niet redelijk. [advocatenkantoor] heeft niet concreet nader onderbouwd waarom het redelijk is dat zij, naast de arbeidsdeskundige, onderzoek heeft gedaan naar de arbeidsrechtelijke risico’s.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 917,79.
declaratie 20230905 – 15 november 2023
4.10.31.
Naast de kantoorkosten en het intern overleg worden geen kosten betwist. Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar: € 148,83.
declaratie 20230946 – 13 december 2023
4.10.32.
De kosten voor het juridisch onderzoek WIA zijn niet redelijk (r.o. 4.10.30). De op 1 november 2023 ongespecificeerde tijdsbesteding van 0:12 uur ‘Diversen (voortgang dossier)’ is door Univé betwist en door [advocatenkantoor] onvoldoende nader onderbouwd. Dit geldt ook voor de beoordeling van de stukken ten behoeve van de discussie met Univé (1:12 uur), aangezien er geen nieuwe ontwikkelingen in deze discussie waren.
Van deze declaratie is het volgende bedrag (inclusief btw) aan redelijke kosten toewijsbaar:
€ 620,13.
conclusie redelijkheid gedeclareerde kosten
4.11.
[advocatenkantoor] heeft in totaal - de toewijsbare bedragen van r.o. 4.10.1. tot en met r.o. 4.10.32. bij elkaar opgeteld - een bedrag van € 32.707,94 aan redelijke kosten gedeclareerd.
Univé moet nog een bedrag van € 848,39 betalen aan [advocatenkantoor]
4.12.
Niet in geschil is dat Univé een bedrag van € 31.859,55 aan [advocatenkantoor] heeft betaald. Dat betekent dat Univé nog een bedrag van (€ 32.707,94 - € 31.859,55 =) € 848,39 aan [advocatenkantoor] is verschuldigd. Dit bedrag zal dan ook worden toegewezen.
de wettelijke rente is verschuldigd vanaf 23 februari 2024
4.13.
[advocatenkantoor] heeft wettelijke rente gevorderd vanaf de datum van het verstrijken van de respectievelijke betaaltermijnen. Nu het onbekend is wanneer de betaling(en) door Univé zijn verricht, op welke declaraties deze betalingen betrekking hebben gehad en op welke declaraties de (na)betaling van de toe te wijzen vordering van € 848,39 ziet, zal de wettelijke rente worden toegewezen vanaf de datum van de dagvaarding (23 februari 2024).
proceskosten
4.14.
Omdat beide partijen gedeeltelijk ongelijk krijgen, zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt. ECLI:NL:RBGEL:2024:6316