Overslaan en naar de inhoud gaan

RBOVE 210622 verzekeraar heeft kosten contra-expertise uitgekeerd aan schadelijdende partij, deze dient dit bedrag door te betalen aan expertisebureau

RBOVE 210622 verzekeraar heeft kosten contra-expertise uitgekeerd aan schadelijdende partij, deze dient dit bedrag door te betalen aan expertisebureau

4
De beoordeling
4.1.

Ter zitting heeft [eiser] toegelicht dat verzekerden een contra-expert kunnen inschakelen. De kosten daarvan worden dan door de verzekeraar vergoed. Verzekeraars betalen de contra-expert in de praktijk meestal rechtstreeks. In dit geval is dat om een onbekende reden niet gebeurd. [eiser] kan voor de beloning echter niet rechtstreeks de verzekeraar aanspreken, want op de verzekeraar heeft hij geen vordering.

4.2.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] het bedrag van € 2.675,17 aan [eiser] moet betalen. [gedaagde] heeft in zijn e-mails niet weersproken dat [eiser] de contra-expertise heeft uitgevoerd en dat [gedaagde] daarvoor het bedrag van € 2.675,17 van zijn verzekeraar heeft ontvangen. [eiser] heeft bij akte de bevestiging van de betaling door de verzekeraar van [gedaagde] overgelegd, waaruit blijkt dat de beloning voor de uitgevoerde expertise aan [gedaagde] is uitbetaald onder vermelding van “2011324/ expertisekosten”. Het had voor [gedaagde] dus duidelijk moeten zijn dat het uitbetaalde bedrag was bedoeld voor het voldoen van de expertisekosten. Door dat bedrag niet aan [eiser] te betalen, handelt [gedaagde] naar oordeel van de kantonrechter onrechtmatig jegens [eiser] . [gedaagde] moet de schade die [eiser] daardoor lijdt, namelijk het bedrag ter hoogte van de factuur van € 2.675,17, aan [eiser] betalen. De vordering van [eiser] tot betaling van het bedrag van € 2.675,17 zal dus worden toegewezen. Tegen de gevorderde wettelijke rente heeft [gedaagde] geen verweer gevoerd, zodat deze zal worden toegewezen vanaf 21 september 2021, dat is de dag waarop de dagvaarding aan [gedaagde] is betekend, tot de dag van volledige betaling.

4.3.
[eiser] heeft tevens vergoeding gevraagd van de buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft geconstateerd dat er geen zogeheten ‘14-dagenbrief’ is verzonden. Daarop heeft [eiser] op de mondelinge behandeling aangegeven dat hij de vordering tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten intrekt. ECLI:NL:RBOVE:2022:1799