Overslaan en naar de inhoud gaan

RBZWB 031121 bgk verzocht en toegewezen € 24.254,80; tarief € 280,00 + kantoorkosten + btw aan hoge kant, maar niet bovenmatig, kantoorkosten niet onredelijk

RBZWB 031121 verklaring voor recht: milde hoofdpijnklachten, vermoeidheidsklachten en cognitieve problemen dienen te worden toegerekend
- bgk verzocht en toegewezen 
€ 24.254,80; tarief € 280,00 + kantoorkosten + btw aan hoge kant, maar niet bovenmatig, kantoorkosten niet onredelijk


Buitengerechtelijke kosten

4.19.
[eiseres] vordert hoofdelijke veroordeling van Allianz en Unive in de buitengerechtelijke kosten ad € 24.254,80. Uitgangspunt is dat een slachtoffer van een ongeval jegens de partij die aansprakelijk is voor de gevolgen van dat ongeval, recht heeft op vergoeding van de door hem gemaakte redelijke kosten van buitengerechtelijke rechtsbijstand, verleend door een advocaat van zijn keuze. Of buitengerechtelijke kosten van rechtsbijstand voor vergoeding in aanmerking komen, wordt uiteindelijk bepaald door het antwoord op de vraag of is voldaan aan de dubbele redelijkheidstoets als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW. Dit vereist dat, in de gegeven omstandigheden, het maken van de kosten redelijk is en de omvang van de verrichte werkzaamheden redelijkerwijs noodzakelijk is om vergoeding van de schade te verkrijgen.

4.20.
De rechtbank is van oordeel dat de gevorderde kosten de dubbele redelijkheidstoets kunnen doorstaan. Hoewel het uurtarief van € 280,00 exclusief kantoorkosten en BTW zich aan de hoge kant bevindt, acht de rechtbank het tarief voor een gespecialiseerd letselschadeadvocaat niet bovenmatig. Ook het rekenen van kantoorkosten acht de rechtbank niet onredelijk. Het rekenen van kantoorkosten en het in rekening brengen van secretariele werkzaamheden gaan niet samen, maar zonder nadere concretisering, die ontbreekt, vindt de rechtbank in de ingebrachte specificaties geen onderbouwing van de stelling van Allianz en Unive dat secretariele werkzaamheden - tegen een specialistentarief - in rekening zijn gebracht. In de PIV- staffel kan eveneens geen grond voor afwijzing gevonden worden, nu deze niet overeengekomen en niet bepalend is, maar bovendien geldt dat de totale omvang van de schade - en dus ook de verhouding tot de omvang van de buitengerechtelijke kosten - nog niet inzichtelijk is. Gelet op de bevoorschotting die reeds heeft plaatsgevonden, komt het totaalbedrag aan buitengerechtelijke kosten inderdaad uit op een hoog bedrag, maar gelet op het feit dat de zaak reeds sinds het eerste ongeval in 2015 loopt, de omvang van het dossier en de vele contacten die hebben moeten plaatsvinden met meerdere (medisch) behandelaars van [eiseres] , acht de rechtbank de bestede tijd niet onredelijk. De gevorderde buitengerechtelijke kosten zijn toewijsbaar. De wettelijke rente over voornoemde kosten is eveneens toewijsbaar.

Uitvoerbaar bij voorraad

4.21.
Allianz voert verweer tegen de door [eiseres] gevorderde uitvoerbaar bij voorraadverklaring van het vonnis, en verzoekt deze vordering af te wijzen, althans aan een toewijzing voorwaarden te verbinden. Allianz wijst op een zeer groot restitutierisico.

4.22.
Volgens vaste jurisprudentie kan aangenomen worden dat degene die een veroordeling tot betaling van een geldsom vordert, het vereiste belang bij uitvoerbaarverklaring bij voorraad heeft (HR 27 februari 1998, NJ 1998/512), terwijI een daartegenover gesteld restitutierisico geconcretiseerd moet worden (HR 17 juni 1994, NJ 1994/591). Dat de executie mogelijk tot ingrijpende gevolgen leidt, die moeilijk ongedaan gemaakt kunnen worden, staat op zichzelf niet in de weg aan uitvoerbaarverklaring bij voorraad, maar is slechts een omstandigheid die meegewogen moet worden (HR 28 mei 1993, NJ 1993/468). Het is aan de rechtbank om te beslissen of in het licht van de omstandigheden van het geval het belang van [eiseres] bij uitvoerbaar verklaring bij voorraad zwaarder weegt dan het belang van Allianz bij behoud van de bestaande toestand tot op een eventueel rechtsmiddel is beslist.

4.23.
Naar het oordeel van de rechtbank had het op de weg van Allianz gelegen om de financieel nadelige gevolgen van een uitvoerbaar bij voorraadverklaring nader te onderbouwen en te concretiseren. Dit geldt temeer nu de veroordeling bestaat uit toewijzing van gemaakte buitengerechtelijke kosten, en niet uit een voorschot op schadevergoeding. De rechtbank oordeelt dat Allianz dit onvoldoende heeft gedaan, zodat de gevorderde uitvoerbaar bij voorraad verklaring toegewezen zal worden.

Met dank aan de heer mr. J. Roth, SAP Letselschade Advocaten voor het inzenden van deze uitspraak.

Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2021/RBZWB-031121