RBAMS 030419 zelfstandige regresvordering ogv samenloop. Voor verzuim en ingangsdatum wettelijke rente aangesloten bij vorderingen tot schadevergoeding
- Meer over dit onderwerp:
RBAMS 030419 zelfstandige regresvordering ogv samenloop. Voor verzuim en ingangsdatum wettelijke rente aangesloten bij vorderingen tot schadevergoeding.
De verdere beoordeling
2.1.
Deze zaak betreft de afwikkeling van een vordering op grond van samenloop van Allianz als aansprakelijkheidsverzekeraar van Dura Vermeer op CAR-verzekeraars inzake de schadeafhandeling van een explosie in de coffeeshop Sensemillia in Amsterdam op 18 augustus 2003. In het tussenvonnis van 8 augustus 2018 (hierna: het tussenvonnis) is geoordeeld dat deze vordering niet is verjaard. Tevens is geoordeeld dat de betalingen die Allianz heeft gedaan aan de exploitant van de coffeeshop ( [naam coffeeshop] ) die strekten tot vergoeding van de (bedrijfs)schade en het bedrag dat Allianz heeft betaald aan de bezoeker van de coffeeshop in ieder geval door CAR-verzekeraars aan Allianz vergoed moeten worden. De rechtbank heeft verder geoordeeld dat het debat op de hierna te behandelen punten nog niet was voltooid. Daarover heeft de aktewisseling na het tussenvonnis plaatsgevonden.
Vooraf
2.2.
CAR-verzekeraars hebben in hun akte de rechtbank verzocht terug te komen op bindende eindbeslissingen. De rechtbank ziet daar geen aanleiding toe. CAR-verzekeraars hebben niet aangevoerd dat beslissingen zouden zijn genomen op een onjuiste feitelijke grondslag. CAR-verzekeraars zijn het niet eens met de juridische gevolgen die door de rechtbank aan de feiten zijn verbonden. Onder verwijzing naar de gegeven motivering in rechtsoverweging 2.3 van het tussenvonnis merkt de rechtbank hier nogmaals op dat daarvoor het rechtsmiddel van hoger beroep openstaat.
Schaderegeling
2.3.
Dura Vermeer / Allianz vordert (na wijziging eis) – naast de aan [naam coffeeshop] en [naam bezoeker coffeeshop] uitgekeerde bedragen zoals hierna bij 3.1 onder a tot en met d vermeld – een bedrag van € 205.420,89 in verband met behandelingskosten dan wel schaderegelingskosten van Allianz ten behoeve van Dura Vermeer. Dit bedrag is opgebouwd uit:
een bedrag van € 31.187,10 (dan wel € 38.187,10, zie hierna onder 2.15) aan kosten gemaakt voor de inschakeling van technisch deskundige GAB Robins Takkenberg B.V. (thans Cunningham Lindsay, hierna: GAB Robins);
een bedrag van € 1.296,- aan kosten gemaakt voor inschakeling van de medisch adviseur Klop Medisch Advies (hierna: Klop);
een bedrag van € 172.937,79 aan advocaatkosten. Dit betreft de kosten die gemaakt zijn voor de inschakeling van de advocaat van Dura Vermeer / Allianz in verband met het voeren van verweer in drie instanties tegen de aansprakelijkstelling van Dura Vermeer voor de schade als gevolg van de explosie. Advocaatkosten voor de procedures over de vraag welke verzekeraar gehouden is tot dekking voor de schade worden slechts gevorderd in het kader van een vordering tot proceskostenveroordeling.
2.4.
Zowel Dura Vermeer / Allianz als CAR-verzekeraars nemen tot uitgangspunt dat redelijke kosten voor vergoeding in aanmerking komen voor zover deze in redelijkheid zijn gemaakt.
2.5.
CAR-verzekeraars voeren – samengevat en voor zover de rechtbank begrijpt – aan dat het onderzoek van GAB Robins heeft plaatsgevonden buiten hen om. Voorts was dit onderzoek, naast het onderzoek dat al was verricht door Gastec, niet nodig. Bovendien is niet uitgesplitst welk gedeelte van de gemaakte kosten mogelijk ziet op onderzoek naar letselschade van de werknemers van Dura Vermeer, dat niet op CAR-verzekeraars kan worden verhaald. Op deze gronden stellen zij zich op het standpunt dat van het bedrag onder 2.3. sub a. slechts 75% redelijkerwijs voor vergoeding in aanmerking komt.
2.6.
De rechtbank passeert dit verweer van CAR-verzekeraars. GAB Robins heeft technisch onderzoek verricht naar de oorzaak van de explosie om het verweer van Dura Vermeer in de aansprakelijkheidsprocedure te kunnen onderbouwen. CAR-verzekeraars hebben niets aangevoerd op grond waarvan kan worden geoordeeld dat dit verweer in redelijkheid niet gevoerd kon worden. Het rapport van Gastec vormde geen onderbouwing van het verweer zodat een alternatief onderzoek nodig was. Gesteld noch gebleken is verder dat de kosten die GAB Robins in rekening heeft gebracht buitensporig zijn. De kosten zijn dus redelijk en in redelijkheid gemaakt, zodat deze post volledig voor vergoeding in aanmerking komt (zie ook hierna onder 2.15).
2.7.
CAR-verzekeraars hebben geen verweer gevoerd tegen de onder 2.3. sub b. gevorderde kosten inzake Klop. Ook deze post komt daarmee voor vergoeding in aanmerking.
2.8.
Tegen de gevorderde advocaatkosten hebben CAR-verzekeraars als verweer aangevoerd dat deze niet voor vergoeding in aanmerking komen voor zover het betreft de op de facturen in rekening gebrachte btw. Uit de facturen blijkt dat Dura Vermeer opdracht heeft gegeven voor de werkzaamheden. Dura Vermeer heeft de facturen betaald en de btw verrekend met de Belastingdienst. Allianz – en dus ook CAR-verzekeraars - hoeft derhalve slechts het nettobedrag te vergoeden. Dura Vermeer / Allianz heeft dit erkend als juist. Van de in het petitum gevorderde advocaatkosten komt – verminderd met de bij de facturen in rekening gebrachte btw van 19% – derhalve een bedrag van € 148.989,14 voor toewijzing in aanmerking.
Wettelijke rente
2.9.
Dura Vermeer / Allianz vordert wettelijke rente primair met ingang vanaf de datum dat Allianz de relevante betalingen heeft verricht. CAR-verzekeraars hebben in hun verweer aangevoerd dat voor de ingangsdatum van de wettelijke rente aangesloten moet worden bij het moment waarop zij in verzuim zijn geraakt. Zij stellen primair niet eerder in verzuim te zijn geraakt dan op het moment dat Allianz in de onderhavige procedure voor het eerst zelfstandig een eis instelde, namelijk op 27 juli 2016. Subsidiair moet gerekend worden vanaf het moment dat Dura Vermeer zich heeft gepresenteerd als lasthebber van Allianz, bij conclusie van repliek van 18 november 2015. Meer en uiterst subsidiair voeren CAR-verzekeraars eerdere data van verzuim aan.
2.10.
De rechtbank overweegt als volgt. Ook voor het bepalen van de ingangsdatum van de wettelijke rente is van belang dat de vordering van Allianz op CAR-verzekeraars gekwalificeerd wordt als een vordering op grond van samenloop. Het is daarmee een zelfstandige wettelijke regresvordering. In de eerdere tussenvonnissen is al overwogen dat de wetgever voor de verjaring van dergelijke vorderingen geen eigen regeling heeft getroffen. Ditzelfde geldt voor verzuim en daarmee voor de ingangsdatum van de wettelijke rente. Ook hiervoor is geen wettelijke regeling getroffen. CAR-verzekeraars hebben weliswaar gesteld dat wettelijke rente over een dergelijke vordering pas verschuldigd is vanaf het moment dat Allianz jegens hen ondubbelzinnig aanspraak heeft gemaakt op die vordering, maar niet toegelicht op welke juridische gronden zij dit concluderen. Dura Vermeer / Allianz heeft gewezen op het arrest van de Hoge Raad van 6 april 2012 inzake ASR/Achmea (ECLI:NL:HR2012:BU3784). Onder verwijzing naar dat arrest concluderen zij dat de vordering van Allianz geduid moet worden als een vordering tot schadevergoeding zodat verzuim intreedt zonder ingebrekestelling en wettelijke rente verschuldigd is, telkens vanaf het moment dat Allianz de betreffende betaling heeft verricht.
2.11.
De rechtbank volgt Dura Vermeer / Allianz in deze redenering. Hoewel in het arrest ASR/Achmea geen sprake was van een vordering op grond van samenloop, handelt het in dit arrest wel om een regresvordering van een verzekeraar op een andere, net als in de onderhavige zaak. Bij gebreke aan andere aanknopingspunten, zal de rechtbank voor de duiding van een vordering op grond van samenloop bij dit arrest aansluiting zoeken. Ook hier is er immers sprake van een verzekeraar die bedragen die een andere verzekeraar had moeten betalen als het ware heeft voorgeschoten.
2.12.
De Hoge Raad oordeelde in het arrest ASR/Achmea dat die regresvordering gekwalificeerd dient te worden als een “rechtsvordering tot vergoeding van schade”. De regresvordering strekt er volgens de Hoge Raad immers toe te voorkomen dat de niet aangesproken schuldenaar ten koste van de aangesproken schuldenaar ongerechtvaardigd wordt verrijkt doordat laatstgenoemde het verschuldigde heeft voldaan voor meer dan het gedeelte dat hem aangaat. Het gaat daarbij niet om een vordering van de schuldeiser maar om een zelfstandige vordering van de hoofdelijk schuldenaar op zijn medeschuldenaren tot vergoeding van zijn schade die daarin bestaat dat de schuld ten laste van hem is gedelgd voor meer dan het gedeelte dat hem aangaat. Met Dura Vermeer / Allianz concludeert de rechtbank hieruit dat, zoals artikel 6:83 sub b BW ook meebrengt, bij een vordering tot schadevergoeding voor verzuim geen ingebrekestelling is vereist. De wettelijke rente is dan ook toewijsbaar met ingang van de data van de diverse betalingen.
2.13.
De rechtbank vindt voor het hiervoor weergegeven oordeel ook steun in de parlementaire geschiedenis bij artikel 7:961 BW, waarin als ratio voor de samenloopregeling is opgenomen:
“De thans voorgestelde regeling, die ook wel in het buitenland geldt, belet dat een aangesproken verzekeraar zich achter anderen verschuilt.”
(Parl. Gesch. BW Boek 7 titel 17 2007, p. 197 (nr. 5))
Deze ratio heeft de Hoge Raad ook onderschreven in het arrest Europeesche/Zorg en Zekerheid van 17 november 2006 (ECLI:NL:HR:2006:AY9717) waarnaar ook al is verwezen in r.o. 4.13 van het tussenvonnis van 2 augustus 2017. Zoals Dura Vermeer / Allianz het in de stukken heeft samengevat, komt deze ratio van de samenloopregeling erop neer dat de verzekeraar die “de handschoen” van de schadeafhandeling heeft opgepakt, er niet slechter van mag worden als een andere verzekeraar dat heeft nagelaten.
2.14.
Het voorgaande brengt met zich dat de vorderingen van Dura Vermeer – zoals geformuleerd bij wijziging van eis van 19 september 2018 – als lasthebber van Allianz nu voor toewijzing gereed liggen als hierna weergegeven.
2.15.
Van het door Dura Vermeer / Allianz gevorderde bedrag van € 205.420,89 voor de schaderegeling zal het mindere bedrag van € 187.253,24worden toegewezen. Dit bedrag is als volgt opgebouwd. Allereerst zijn, met inachtneming van de erkenning van de juistheid van het verweer van CAR verzekeraars ten aanzien van de btw over de advocaatkosten, de in rekening gebrachte btw kosten op de relevante bedragen in mindering gebracht. Daarnaast is in het voordeel van Dura Vermeer / Allianz ook rekening gehouden met de volgende optelfout. In de tabel in punt 55 van de akte uitlaten na tussenvonnis van Dura Vermeer / Allianz zit een verschil tussen kolom 2 en 3 voor de gevorderde kosten van GAB Robins, namelijk € 31.187,10 en € 38.187,10 (verschil is € 7.000,-). De optelling van de bedragen van de vier facturen, die in het petitum na eiswijziging ook afzonderlijk worden gevorderd, komt uit op het laatste, hogere bedrag. Tot slot is van de nota van Dirkzwager van 17 juli 2006 het lagere bedrag genomen zoals ook door Dura Vermeer / Allianz gevorderd (zie voetnoot 3 bij genoemde tabel in punt 55 van de akte uitlaten na tussenvonnis). Na vermindering van het gevorderde bedrag met de ten onrechte gevorderde btw tellen alle los gevorderde bedragen uit hoofde van de schaderegeling op tot een totaalbedrag van € 187.253,24. Dit totaalbedrag is als lager dan het gevorderde bedrag toewijsbaar.
2.16.
CAR-verzekeraars zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Dura Vermeer als lasthebber van Allianz worden begroot op:
- dagvaarding € 71,32
- griffierecht 3.620,00
- salaris advocaat 26.992,00 (7,0 punten × tarief € 3.856,00)
Totaal € 30.683,32 ECLI:NL:RBAMS:2019:2485