RBAMS 251122 Scooter rijdt tegen op fietspad gepositioneerde politieauto; verzekeraar slaagt niet in verhaal uitgekeerde schade op verzekeringnemer
- Meer over dit onderwerp:
RBAMS 251122 Scooter rijdt tegen op fietspad gepositioneerde politieauto; verzekeraar slaagt niet in verhaal uitgekeerde schade op verzekeringnemer
1
Feiten en omstandigheden
1.1.
[gedaagde] had een brommerverzekering bij Klaverblad (hierna: de verzekering).
1.2.
In de polisvoorwaarden staat onder meer het volgende, voor zover relevant:
“Artikel 3 Uitsluitingen
( ... ) Wij vergoeden de schade niet in de volgende situaties: ( ... )
e. U handelt expres in strijd met de wet ( ... )
f. U doet expres iets niet, terwijl u dat volgens de wet wel moet doen.
( ... )
Artikel 4 Verplichtingen bij schade
1. U moet een schade zo snel mogelijk aan ons melden ( ... )
4. Als u zich niet houdt aan deze verplichtingen, dan kunnen wij daar nadeel van hebben. Wij kunnen dan weigeren uw schade te vergoeden. Ook kunnen wij het geld dat wij al hebben betaald en de extra kosten die wij hebben gemaakt van u terugvorderen.
( ... )
Artikel 10 Verzekeringsfraude
Verzekeringsfraude is strafbaar. Bij verzekeringsfraude bestaat er geen recht op uitkering of rechtshulp en kunnen wij het volgende doen.
Onze kosten bij u of de verzekeringsnemer in rekening brengen.
Een uitkering terugvorderen. ( ... )
U of de verzekeringnemer pleegt fraude in bijvoorbeeld de volgende gevallen.
U of de verzekeringsnemer geeft een onjuiste verklaring aan ons of Klaverblad Rechtsbijstand Stichting.
( ... )
Artikel 20 U moet een schade terugbetalen
1. Het kan zijn dat wij volgens de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen of een vergelijkbare wet in het buitenland een schade moeten betalen die niet verzekerd is op deze verzekering. Of de schade is maar voor een deel verzekerd. Er geldt bijvoorbeeld een uitsluiting of een beperking. In dat geval moet u de schade aan ons terugbetalen. Dit geldt ook voor de kosten die wij hebben gemaakt.”
1.3.
In de nacht van 29 maart 2021 is een scooter betrokken geweest bij een aanrijding met een politieauto aan de Burgermeester Fockstraat in Amsterdam. In het proces-verbaal van de politie van 29 maart 2021 staat dat de persoon op de scooter voldoet aan het signalement van een persoon die daarvoor aan het inbreken was in een auto, dat de verbalisant de politieauto op het fietspad heeft gepositioneerd en dat de scooter vervolgens in botsing is gekomen met de politieauto. In het proces-verbaal staat verder, voor zover relevant:
“Ik zag dat de verdachte met een klap tot stilstand kwam en wankelde. Ik zag dat de verdachte ( ... ) vervolgens verder reed ( ... ). Ik, verbalisant, ben achter de verdacht aangereden. ( ... ) Hierna is de verdachte uit het zicht verloren. Ik, verbalisant, hoorde omstreeks 04.18 dat de verdachte was aangehouden op de Burgermeester Cramergracht te Amsterdam. De verdachte betrof de persoon: ** [gedaagde] ( ... ) **”
1.4.
Klaverblad heeft de schade aan de politieauto betaald ingevolge een verzoek van Accident Management Services (AMS) van 24 augustus 2021.
1.5.
Bij e-mail van 27 augustus 2021 heeft Klaverblad aan [gedaagde] geschreven:
“Wat is er gebeurd?
Wij zijn aansprakelijk gesteld voor schade aan een politievoertuig die op 29-03-2021 is ontstaan. Uit het proces verbaal blijkt dat u de schade veroorzaakte, terwijl u op de vlucht was voor de politie.
Vervolg en maatregelen
U bent verplicht om een schadevoorval zo spoedig mogelijk bij ons te melden. U bent deze verplichting niet nagekomen. Graag krijgen wij alsnog binnen 14 dagen een volledig ingevuld schadeformulier van u.
U heeft gehandeld in strijd met de wet. Volgens artikel 3 lid 2e en f is er daarom geen dekking voor deze schade. De schade die wij moeten betalen, vorderen wij bij u terug.
Op basis van de tot nu toe verkregen informatie willen wij uw verzekering niet voortzetten. Rekening houdend met de geldende opzegtermijn zoals omschreven in artikel 9 lid 3b van de polisvoorwaarden, zeggen wij uw verzekering hierbij op per 27-10-2021.
Overige maatregelen
Gezien uw betrokkenheid bij dit incident hebben wij uw (persoons)gegevens opgenomen in onze gebeurtenissenadministratie. ( ... )”
1.6.
[gedaagde] heeft op dezelfde dag, 27 augustus 2021, in reactie daarop bericht dat hij niet betrokken is geweest bij de poging tot inbraak en de aanrijding met de politieauto. Hij heeft een foto van een deel van een sepotbrief van het openbaar ministerie als bijlage toegevoegd. In deze brief is vermeld dat de reden voor het sepot is dat er onvoldoende bewijs is.
1.7.
Op 16 september 2021 heeft Klaverblad onder meer geschreven:
“Op basis van de feiten concluderen wij dat u opzettelijk een onjuiste opgave heeft gedaan om zo een (hogere) schadevergoeding van Klaverblad te krijgen. (…) U heeft ten tijde van het voorval gehandeld in strijd met de wet. Volgens artikel 3 lid 2e en f is er daarom ook geen dekking voor deze schade. Daarnaast is er op grond van artikel 7:941 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek in dit geval geen recht op een schadevergoeding. Wij vorderen de schade terug die wij aan de tegenpartij moeten betalen. ( ... ) Wij hebben uw persoonsgegevens intern opgenomen in ons Incidentenregister. ( ... ) Verder hebben wij het Verbond van Verzekeraars verteld dat uw persoonsgegevens zijn opgenomen in het Incidentengregister. ( ... ) Tot slot zijn uw gegevens opgenomen in het Extern Verwijzingsregister van de stichting CIS. ( ... ) Wij hebben voor het bepalen van de duur van de registratie rekening gehouden met diverse factoren, zoals wat er precies is gebeurd, om wat voor bedrag het gaat en of u zoiets al vaker heeft gedaan. Op basis van deze afweging hebben wij de duur van de registratie vastgesteld op twee jaar.”
1.8.
Bij brief van 26 oktober 2021 heeft de advocaat van [gedaagde] aan Klaverblad verzocht om de verwijzing in de registers ongedaan te maken.
2
Vordering en verweer
in conventie
2.1.
Klaverblad vordert in conventie – samengevat – dat [gedaagde] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis zal worden veroordeeld tot betaling van:
a. € 4.431,48 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 mei 2022 tot aan de dag van algehele voldoening;
b. € 687,46 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. de proceskosten en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
2.2.
Klaverblad stelt – kort weergegeven – dat [gedaagde] zich schuldig heeft gemaakt aan verzekeringsfraude. Hij heeft een onjuiste verklaring gegeven aan Klaverblad over het incident. Klaverblad kan daarom op grond van de polisvoorwaarden de uitgekeerde schade en gemaakte kosten terugvorderen van [gedaagde] . Het gaat om een bedrag van € 3.899,48 dat is uitgekeerd aan de wederpartij en € 532 aan interne kosten. Subsidiair kan Klaverblad dit van [gedaagde] terugvorderen op grond van artikel 7:941 lid 5 BW.
2.3.
[gedaagde] voert verweer tegen de vordering. Hij betwist dat hij betrokken is geweest bij de aanrijding waarvoor Klaverblad heeft uitgekeerd. Dat blijkt ook niet uit het proces-verbaal van de politie. Ook blijkt nergens uit dat de schade aan de politieauto met zijn scooter is aangericht.
in reconventie
2.4.
[gedaagde] vordert in reconventie – samengevat – dat bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
a. Klaverblad zal worden veroordeeld om de verwijzing in het Externe Verwijzingsregister (CIS) voor de duur van twee jaar ongedaan te maken, het bericht aan het Verbond van Verzekeraars inzake de opname in het Incidentenregister terug te trekken en de persoonsgegevens te verwijderen uit het Incidentenregister binnen één week na betekening van het vonnis, op straffe van een dwangsom,
b. voor recht wordt verklaard dat de verzekeraar aansprakelijk is voor de geleden schade van [gedaagde] naar aanleiding van het afhandelen en beoordelen van de schadeclaim zoals aangegeven in de brief van 16 september 2021,
c. Klaverblad wordt veroordeeld in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
2.5.
[gedaagde] stelt – kort weergegeven – dat zijn persoonsgegevens onterecht zijn opgenomen in de registers, omdat [gedaagde] niet de bestuurder van de scooter was die de aanrijding heeft veroorzaakt. Het OM heeft ook geen strafrechtelijke procedure tegen hem opgestart. Een enkele verdenking van een strafrechtelijke gedraging is niet voldoende voor opname in de registers.
2.6.
Klaverblad voert verweer tegen de vordering. Klaverblad heeft aangevoerd dat zij een proportionele afweging heeft gemaakt door de persoonsgegevens maar voor de duur van twee jaar op te nemen en betwist dat [gedaagde] schade heeft geleden.
2.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.
3
Beoordeling
in conventie
3.1.
In geschil is of Klaverblad het bedrag dat zij heeft uitgekeerd aan de benadeelde wegens schade aan een politieauto van [gedaagde] kan vorderen.
Artikel 7:941 lid 5: verval van recht op uitkering
3.2.
De kantonrechter komt eerst toe aan de beoordeling van het subsidiaire beroep van Klaverblad op artikel 7:941 lid 5 BW. Uit artikel 7:941 lid 5 BW volgt dat het recht op uitkering vervalt als de verzekeringnemer zijn verplichting om de schade te melden aan de verzekeraar en alle informatie daarover te verstrekken, niet is nagekomen, met het opzet de verzekeraar te misleiden.
3.3.
Klaverblad heeft de schade aan de politieautobus uitbetaald aan AMS omdat zij daartoe verplicht is op grond van artikel 6 WAM. Klaverblad stelt die schade te kunnen verhalen op [gedaagde] . Artikel 7:941 lid 5 BW biedt daarvoor geen grondslag: een verhaalsrecht is iets anders dan het (verval van) recht op uitkering. Artikel 7:941 lid 5 BW biedt daarom geen grondslag voor verhaal voor Klaverblad op [gedaagde] .
Artikel 15 WAM: verhaalsrechten
3.4.
Artikel 15 WAM regelt de verhaalsrechten die de verzekeraar op de verzekeringnemer heeft in een geval als onderhavige, waarin de verzekeraar aan de benadeelde heeft uitbetaald op grond van artikel 6 WAM. Artikel 16 WAM bepaalt dat niet contractueel kan worden afgeweken van artikel 15 WAM. Dat betekent dat moet worden beoordeeld of Klaverblad op grond van artikel 15 WAM een verhaalsrecht heeft op [gedaagde] .
artikel 15 lid 1 WAM: verhaalsrecht op de aansprakelijke persoon?
3.5.
Op grond van artikel 15 lid 1 WAM heeft de verzekeraar een verhaalsrecht op de persoon die tegenover de benadeelde aan wie de schade is uitgekeerd aansprakelijk is voor die schade. Daartoe geldt in dit geval het volgende.
3.6.
Ook als vast zou komen te staan dat [gedaagde] de scooter ten tijde van de aanrijding bestuurde (wat door [gedaagde] wordt betwist), geldt dat er onvoldoende feiten bekend zijn over de aanrijding om te kunnen vaststellen dat de bestuurder van de scooter onrechtmatig heeft gehandeld en dat hij daarom aansprakelijk is voor de schade als gevolg van de aanrijding op grond van artikel 6:162 BW. Het feit dat de bestuurder ten tijde van de aanrijding op de vlucht was voor de politie wegens een auto inbraak, betekent niet zonder meer dat de aanrijding is veroorzaakt door een onrechtmatige gedraging door de bestuurder. Dat laatste is wel denkbaar, bijvoorbeeld als de bestuurder van de scooter (in strijd met de wet) een stopteken van de politie negeerde, te hard reed of onder invloed van drugs of alcohol reed. Maar die omstandigheden blijken niet uit het proces-verbaal en hierover zijn geen stellingen ingenomen. Aangezien Klaverblad hierover ook niets heeft gesteld, komt de kantonrechter niet toe aan het geven van een bewijsopdracht. Bij deze stand van zaken biedt artikel 15 lid 1 WAM in dit geval geen grondslag voor verhaal voor Klaverblad.
artikel 15 lid 2 WAM: verhaalsrecht wegens contractuele uitsluiting van dekking?
3.7.
Op grond van artikel 15 lid 2 WAM mag de verzekeraar een contractueel verhaalsrecht bedingen op de verzekeringsnemer voor de gevallen waarin de verzekeraar de uitkering op grond van de wet of de verzekeringsovereenkomst mocht weigeren of verminderen. Klaverblad heeft zo’n verhaalsrecht opgenomen in artikel 20 van de polisvoorwaarden. De kantonrechter zal daarom aan de hand van de stellingen van Klaverblad beoordelen of zich in dit geval een uitsluitingsgrond uit de polisvoorwaarden voordoet.
verzekeringsfraude?
3.8.
Volgens Klaverblad is dekking uitgesloten onder de polisvoorwaarden omdat [gedaagde] heeft gelogen over de toedracht van het schadeongeval door op 27 augustus 2021 in zijn e-mail aan Klaverblad te schrijven dat hij niet bij het ongeval betrokken was. Daarom is volgens Klaverblad sprake van verzekeringsfraude. Klaarblijkelijk doet Klaverblad daarmee een beroep op artikel 10 van de polisvoorwaarden.
3.9.
Deze stelling slaagt niet. In de polisvoorwaarden staat als voorbeeld van verzekeringsfraude het afgeven van een onjuiste verklaring. Hoewel polisvoorwaarden meer objectief dan subjectief moeten worden uitgelegd, houdt het afgeven van een onjuiste verklaring naar het oordeel van de kantonrechter niet per definitie in dat sprake is van verzekeringsfraude. Daarvoor moet de verzekeringnemer de verzekeraar opzettelijk hebben willen misleiden met als doel het aangaan van een verzekering of het bewegen van de verzekeraar om een uitkering te verstrekken die de verzekeraar zonder die misleiding niet zou hebben verstrekt. Geen van beide situaties doet zich hier voor. De schade aan AMS was immers al uitgekeerd toen [gedaagde] op 27 augustus 2021 aan Klaverblad mailde dat hij niets met het ongeluk te maken had.
3.10.
De e-mail van [gedaagde] was bovendien een reactie op de e-mail van Klaverblad waarin zij al had aangekondigd zich te gaan verhalen op [gedaagde] . Dat betekent dat Klaverblad al op andere gronden dan verzekeringsfraude meende een verhaalsrecht op [gedaagde] te hebben. Die gronden zal de kantonrechter hierna beoordelen.
gehandeld in strijd met de wet?
3.11.
In de e-mails van 27 augustus 2021 en 16 september 2021 heeft Klaverblad geschreven dat zij de schade van [gedaagde] terugvordert omdat hij heeft gehandeld in strijd met de wet. Dit is een uitsluitingsgrond onder artikel 3 lid 2 onder e van de polisvoorwaarden. In de e-mails heeft Klaverblad ook artikel 3 lid 2 onder f van de polisvoorwaarden genoemd, op grond waarvan uitsluiting plaatsvindt als de verzekeringsnemer expres iets niet doet, terwijl die dat volgens de wet wel moet doen.
3.12.
Klaverblad heeft gesteld dat [gedaagde] de schade niet bij Klaverblad heeft opgegeven, terwijl hij dat wel had moeten doen. Die verplichting volgt uit artikel 8 WAM en artikel 7:941 lid 1 BW. De schending van die verplichting zou daarom kunnen vallen onder voornoemde uitsluitingsgronden, maar ingevolge de dwingendrechtelijke bepaling van artikel 7:941 lid 4 BW geldt dat de verzekeraar in een redelijk belang moet zijn geschaad wil de verzekeraar verval van recht kunnen bedingen wegens schending van de mededelingsplicht. Hierover heeft Klaverblad geen feiten gesteld. Zonder onderbouwing van de zijde van Klaverblad valt niet in te zien in welk belang Klaverblad is geschaad doordat [gedaagde] het schadevoorval niet bij Klaverblad heeft gemeld. Deze feiten bieden daarom geen grondslag voor verhaal.
3.13.
Uit de stellingen van Klaverblad zou ook nog opgemaakt kunnen worden dat zij vindt dat dekking is uitgesloten wegens handelen in strijd met de wet omdat [gedaagde] een auto inbraak pleegde en bij zijn vlucht voor de politie tegen de politiebus aanreed. Los van de vraag of [gedaagde] de bestuurder van de scooter is geweest, geldt het volgende. Het moge duidelijk zijn dat diefstal uit een auto door braak in strijd is met het Wetboek van Strafrecht. Daarmee staat echter nog niet vast of de bestuurder ook in strijd met de wet heeft gehandeld door tegen de politieauto aan te rijden. Zoals hiervoor ook is overwogen (3.6), zou daarvoor vast moeten staan dat de bestuurder bijvoorbeeld een stopteken van de politie heeft genegeerd en/of te hard of onder invloed heeft gereden. Hierover heeft Klaverblad niets gesteld. Dat betekent dat de kantonrechter Klaverblad ook geen bewijsopdracht kan geven.
Conclusie
3.14.
Bij deze stand van zaken is de conclusie dat Klaverblad geen verhaalsrecht heeft op [gedaagde] voor de schade die Klaverblad heeft uitgekeerd aan AMS. Er is daarom ook geen grondslag voor betaling van de gevorderde interne kosten van Klaverblad. De vorderingen worden daarom afgewezen.
Proceskosten
3.15.
Klaverblad zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden tot op heden begroot op € 622,- (2,0 punten × tarief € 311,- aan salarisgemachtigde).
3.16.
Hierna, onder ‘de beslissing’, staat welk bedrag Klaverblad moet betalen aan nakosten.
in reconventie
3.17.
Ten eerste is in reconventie aan de orde of Klaverblad terecht heeft besloten om de persoonsgegevens van [gedaagde] op te nemen in het Incidentenregister en het Extern Verwijzingsregister (EVR).
3.18.
Op grond van het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen 2021 (hierna: het Protocol) – dat van toepassing is op de verwerking van persoonsgegevens in het Incidentenregister en het EVR – moet voor opname van persoonsgegevens in voornoemde registers in ieder geval sprake zijn van een ‘incident’. Een incident is in het Protocol gedefinieerd als ‘een gebeurtenis die als gevolg heeft, zou kunnen hebben of heeft gehad dat de belangen, integriteit of veiligheid van de cliënten of medewerkers van een Financiële Instelling, de Financiële Instelling zelf of de financiële sector als geheel in het geding zijn of kunnen zijn, zoals het falsificeren van nota’s, identiteitsfraude, skimming, verduistering in dienstbetrekking, phishing en opzettelijke misleiding’. De achtergrond van de registratiecriteria in het Protocol houden verband met de nadelige gevolgen die verwerking van persoonsgegevens kunnen hebben op de betrokkene.
3.19.
Het is niet duidelijk op grond van welk incident Klaverblad de persoonsgegevens van [gedaagde] heeft opgenomen in de registers. Het kan niet duidelijk worden opgemaakt uit de brieven van Klaverblad aan [gedaagde] en Klaverblad heeft er verder niets concreets over gesteld in deze procedure. Op grond van wat er in conventie aan de orde is geweest gaat de kantonrechter er van uit dat de opname te maken heeft met verzekeringsfraude en/of met de aanrijding tegen een politieauto tijdens een vluchtpoging voor een auto inbraak.
3.20.
Uit de beoordeling is conventie volgt dat geen sprake is van verzekeringsfraude, zodat dat geen ‘incident’ is op grond waarvan de persoonsgegevens van [gedaagde] in de genoemde registers kunnen worden opgenomen.
3.21.
Ook de aanrijding met de politieauto is geen ‘incident’ op grond waarvan de persoonsgegevens van [gedaagde] in de genoemde registers kunnen worden opgenomen. Daartoe geldt hetgeen in conventie is overwogen over de aanrijding (rechtsoverwegingen 3.6 en 3.13): ook als vast zou komen te staan dat [gedaagde] de bestuurder van de scooter was, geldt dat niet kan worden vastgesteld dat de bestuurder van de scooter aansprakelijk is voor de schade als gevolg van de aanrijding of dat de bestuurder ten tijde van de aanrijding in strijd heeft gehandeld met de wet. Zoals [gedaagde] terecht heeft gesteld is ook niet gebleken dat er aangifte is gedaan van de aanrijding. Er is niet toegelicht en daarom niet duidelijk op welke manier de aanrijding tot gevolg heeft gehad dat de belangen, integriteit of veiligheid van Klaverblad, of de financiële sector als geheel, in het geding (kunnen) zijn. Het enkele feit dat de aanrijding plaatsvond nadat de bestuurder was gevlucht voor de politie wegens een auto inbraak, maakt dat niet anders. Gelet op het voorgaande komt de kantonrechter niet toe aan de beantwoording van de vraag of [gedaagde] de bestuurder van de scooter was ten tijde van de aanrijding.
3.22.
Het voorgaande betekent dat niet is gebleken dat sprake is van een ‘incident’ op grond waarvan persoonsgegevens kunnen worden verwerkt in het Incidentenregister en het EVR. Dat betekent dat de vordering tot verwijzing kan worden toegewezen. Klaverblad heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de gevorderde termijn waarbinnen de gegevens moeten worden verwijderd (één week na betekening van het vonnis), zodat de kantonrechter die termijn zal opnemen in de beslissing. De kantonrechter zal geen dwangsom verbinden aan de nakoming van het gevorderde, omdat de kantonrechter ervan uitgaat dat Klaverblad deze veroordeling zal naleven.
3.23.
[gedaagde] heeft niet gesteld dat hij schade heeft geleden. De gevorderde verklaring voor recht dat Klaverblad aansprakelijk is voor de schade naar aanleiding van het afhandelen en beoordelen van de schadeclaim zoals aangegeven in de brief van 16 september 2021, zal daarom worden afgewezen. ECLI:NL:RBAMS:2022:6975