Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof Arnhem 160107 niet meewerken aan reïntegratie rechtvaardigt staken salarisbetalingen

Hof Arnhem 16-01-07 niet meewerken aan reïntegratie rechtvaardigt staken salarisbetalingen; bij wel meewerken betalingen hervatten
2.1 Het hof gaat uit van de feiten die de kantonrechter onder 1 van het bestreden vonnis als vaststaand heeft aangenomen, nu daartegen geen grief is aangevoerd.
In hoger beroep is verder komen vast te staan, dat Direct Systemen alleen over de maanden september, oktober en november 2005 geen salaris heeft betaald aan de werknemer. Reden daarvan is dat [appellant] begin december 2005 is gaan meewerken aan het reïntegratietraject waarvoor Direct Systemen hem had uitgenodigd; vanaf december is zij weer het salaris gaan betalen.
Na verkregen vergunning van het CWI heeft Direct Systemen de Jong ontslagen tegen 31 juli 2006.

2.2 Direct Systemen heeft in hoger beroep aangevoerd dat [appellant] geen spoedeisend belang meer heeft bij de drie maanden salaris uit 2005 waar het in hoger beroep nog om gaat. Het hof oordeelt anders. Het is aannemelijk dat [appellant], net als de meeste mensen, afhankelijk was van zijn salaris om zijn uitgaven te dekken. Het gaat om een aanzienlijk bedrag dat een gat in de inkomsten van [appellant] moet hebben geslagen. Alleen dat feit al maakt dat [appellant] er een spoedeisend belang bij heeft dat gat te dichten.

2.3 De kantonrechter heeft geoordeeld dat vast staat dat [appellant] arbeidsongeschikt was en dat hij niet heeft voldaan aan zijn plicht mee te werken aan zijn reïntegratie, wat wel van hem gevergd mocht worden. Dat heeft de kantontrechter tot het oordeel geleid dat Direct Systemen bevoegd was de verplichting tot betaling van loon te staken, daaraan toevoegend dat, zodra [appellant] zich bereid zou verklaren met Direct Systemen te overleggen over reïntegratie, de loonbetalingen hervat zouden moeten worden.
Naar het oordeel van de kantonrechter behoeft niet onder alle omstandigheden van de werknemer gevergd te worden dat hij meewerkt aan reïntegratie, met name niet als de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van een door de werkgever veroorzaakt arbeidsconflict. Maar dat laatste deed zich hier niet voor, aldus de kantonrechter, die daarbij verwees naar de door Direct Systemen overgelegde bewijsstukken betreffende het functioneren van [appellant] in de periode 1990 tot aan zijn overplaatsing naar de binnendienst. Mede in het licht van die bewijsstukken kon naar het oordeel van de kantonrechter niet worden gezegd dat de beslissing van de werkgeefster om de werknemer over te plaatsen naar de binnendienst ongegrond was.

2.4 Het hof onderschrift dit oordeel, dat aangevallen wordt met de grieven I en III tot en met VI. De bewijsstukken waarop de kantonrechter doelt, zijn namens de werkgever overgelegd ter gelegenheid van de zitting in eerste aanleg. Gerekend vanaf productie 3, daterend uit 1995, komt de inhoud er grotendeels op neer dat volgens de werkgever de werknemer voortdurend gestelde omzetdoelen niet haalt en met hem gemaakte afspraken om dit te verbeteren niet nakomt. Het aantal bezoekafspraken, de kwaliteit van de afspraken en de administratieve verwerking van offertes en orders zijn onder het gewenste niveau en absoluut onvoldoende, aldus de brief van 27 december 2004; ook de opvolging van opdrachten van de verkoopleiding en werkafspraken laat te wensen over.
In de brief wordt de beslissing van de directie meegedeeld om [appellant] per 1 januari 2005 in de binnendienst te plaatsen, om door meer sturing en werkoverleg inzicht te verkrijgen in zijn capaciteiten.
In zijn reactie van 10 januari 2005 stelt [appellant] zich op het standpunt dat hij altijd goed heeft gefunctioneerd, maar dit wordt niet gesteund door enig bewijsstuk, zoals een functioneringsverslag. De overgelegde stukken wijzen eerder op het tegendeel.
Uit de brief van 27 december 2004 kon [appellant] afleiden dat het toezicht op zijn prestaties zou worden geïntensiveerd; de teugels werden aangetrokken. [appellant] kwalificeert dit als “wegpesten”, maar zonder nadere toelichting, die ontbreekt, kan het hof deze kwalificatie niet onderschrijven.
Daarmee falen deze grieven.

2.5 Met grief II betoogt [appellant] dat de kantonrechter ten overweegt dat hij zich op het standpunt stelt dat sprake is van situatieve arbeidsongeschiktheid. De grief faalt, omdat de overweging juist is. Het hof verwijst naar de inleidende dagvaarding onder 5, waarin [appellant] stelt dat hij arbeidsongeschikt is ten gevolge van arbeidsomstandigheden, met name de negatieve invloed van Direct Systemen op hem. In de praktijk wordt dit ook wel situatieve arbeidsongeschiktheid genoemd. Hieraan doet niet af dat [appellant] zijn standpunt aan een rapport van de Arbo-dienst heeft ontleend.
LJN AZ9819