RBROT 160920 Met enkele verwijzing naar richtlijn huishoudelijke hulp van de Letselschaderaad heeft eiser niet aan zijn stelplicht voldaan.
- Meer over dit onderwerp:
RBROT 160920 mishandeling beveiliger; forse scheur in de m. pectoralis maior met blijvend letsel; voorschot op de (immateriële) schade deels toegewezen
- Met enkele verwijzing naar richtlijn huishoudelijke hulp van de Letselschaderaad heeft eiser niet aan zijn stelplicht voldaan.
4.15.
[naam eiser] heeft in de dagvaarding de volgende schadeposten opgenomen:
a. a) verlies aan verdienvermogen door het niet kunnen aannemen van opdrachten als ZZP’er en het moeten afwijzen van opdrachten vanuit Intelligent Security gedurende een periode van ruim één jaar;
b) ziekenhuiskosten (niet vergoed door zorgverzekeraar);
c) kosten psychologische hulp (niet vergoed door zorgverzekeraar);
d) huishoudelijke hulp, conform de richtlijn van de Letselschaderaad;
e) reiskosten en parkeerkosten ziekenhuisbezoeken;
f) immateriële schade, enigszins vergelijkbaar met de situatie zoals omschreven in de Smartengeldgids onder nummer 899 (Rb. Almelo 19-09-2007), waarin een bedrag van € 5.000,00 werd toegekend aan smartengeld. Bij conclusie van repliek heeft [naam eiser] aanvullend verwezen naar uitspraak 2070 uit de Smartengeldgids.
Verlies verdienvermogen
4.16.
[naam eiser] stelt voor ongeveer 16 uur per maand werkzaam te zijn als oproepkracht bij Intelligent Security. Daarnaast werkt hij 34 uur per week bij I-Sec Nederland B.V. op Schiphol. Zijn eigen onderneming [naam bedrijf] is een half jaar voor de mishandeling opgericht. In die periode heeft [naam eiser] aan twee opdrachtgevers diensten verleend met een omzet van ongeveer € 5.000,00. Na de mishandeling heeft [naam eiser] geen opdrachten kunnen aannemen.
4.17.
[naam gedaagde] heeft het verweer gevoerd dat het verlies van verdienvermogen niet is aangetoond of zelfs maar aannemelijk is gemaakt.
4.18.
De rechtbank overweegt dat [naam eiser] niet onderbouwt met stukken of anderszins dat sprake is van verlies van verdienvermogen en daarnaast geen concreet bedrag vordert in dit verband. Een voorschot op verlies van verdienvermogen is daarom niet toewijsbaar.
Ziekenhuiskosten, kosten psychologische hulp en reis- en parkeerkosten ziekenhuisbezoeken
4.19.
Vanwege de pijn aan zijn borst, schouder en biceps rechts, stelt [naam eiser] bij verschillende specialisten onder behandeling te zijn, waaronder een psycholoog. Hiervoor heeft hij kosten moeten maken die niet door zijn zorgverzekering worden gedekt. [naam eiser] heeft daarvan overzichten overgelegd (productie 6 en 7 bij dagvaarding). Ter behandeling van zijn klachten heeft [naam eiser] moeten afreizen naar de hiervoor bedoelde specialisten. Dit heeft reiskosten met zich gebracht.
4.20.
Volgens [naam gedaagde] moet worden aangetoond dat [naam eiser] later in het jaar niet alsnog zorgkosten vergoed heeft gekregen omdat zijn eigen bijdrage inmiddels geheel verbruikt was, waardoor hij voordeel heeft behaald dat verrekend dient te worden. Zonder enige toelichting is onduidelijk wat uit de door [naam eiser] overgelegde overzichten van de ziekenhuiskosten en de kosten voor psychologische hulp moet worden opgemaakt en wat het verband is met de onderhavige procedure. Ook de reis- en parkeerkosten zijn op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt.
4.21.
Anders dan [naam gedaagde] is de rechtbank van oordeel dat [naam eiser] voldoende heeft onderbouwd dat hij in verband met de mishandeling ziekenhuiskosten heeft moeten maken. Uit de eerder genoemde medische informatie (productie 3 bij de dagvaarding) blijkt dat [naam eiser] naast de huisarts diverse specialisten, waaronder een fysiotherapeut en een orthopeed heeft bezocht. Dat [naam eiser] een psycholoog heeft bezocht komt de rechtbank evenmin onaannemelijk voor omdat de huisarts schrijft dat sprake is van een fors trauma (naar de rechtbank begrijpt: de scheur in de grote borstspier) voor [naam eiser] en dat hij het emotioneel zeer zwaar heeft en somber gestemd is. Dat deze bezoeken aan de huisarts en diverse specialisten, die plaatsvonden in de periode na de mishandeling op 4 juni 2018, (mede) verband zouden houden met een blessure aan de borstspier in 2015 blijkt niet uit de medische informatie en ligt gelet op het tijdsverloop niet voor de hand.
Het door [naam eiser] gevorderde voorschot op de ziekenhuiskosten en de psychologische hulp kan op eenvoudige wijze worden vastgesteld. Uit de door [naam eiser] als productie 6 en 7 overgelegde overzichten volgt dat [naam eiser] aan ziekenhuiskosten c.q. specialistische hulp in totaal (€ 142,90 + € 132,16 =) € 275,06 heeft moeten maken die niet door zijn zorgverzekering worden gedekt. De kosten voor psychologische zorg bedragen blijkens het overzicht € 102,47. Deze kosten zullen daarom bij wijze van voorschot worden toegewezen. Of [naam eiser] op een later moment de zorgkosten alsnog (deels) vergoed heeft gekregen, zoals [naam gedaagde] aanvoert, zal moeten blijken bij de daadwerkelijke begroting van de schade. Met de reis- en parkeerkosten kan bij de bepaling van de hoogte van het voorschot geen rekening worden gehouden nu [naam eiser] geen concreet bedrag heeft genoemd en ook geen stukken heeft overgelegd waaruit blijkt dat hij deze kosten heeft gemaakt.
Kosten huishoudelijke hulp
4.22.
[naam eiser] stelt in de huishouding te worden bijgestaan door zijn moeder en zus omdat hij niet in staat is dit alleen te doen. Voor de mishandeling was deze noodzaak er niet. Voor de kosten van de huishoudelijke hulp sluit [naam eiser] aan bij de richtlijn van de Letselschaderaad.
4.23.
[naam gedaagde] betwist de noodzaak van huishoudelijke hulp.
4.24.
De rechtbank kan bij de bepaling van de hoogte van het voorschot geen rekening houden met kosten voor huishoudelijke hulp. [naam eiser] heeft onvoldoende onderbouwd dat dergelijke kosten zijn gemaakt. De enkele stelling dat zijn moeder en zus hem in de huishouding helpen is daartoe onvoldoende. Bovendien heeft [naam eiser] niet gesteld hoeveel uur huishoudelijke hulp hij krijgt en op welk uurtarief hij aanspraak maakt. Met de enkele verwijzing naar de richtlijn huishoudelijke hulp van de Letselschaderaad heeft [naam eiser] op dit punt niet aan zijn stelplicht voldaan.ECLI:NL:RBROT:2020:8190