Hof Arnhem-Leeuwarden 050814 zelfwerkzaamheid tot 75 jaar; richtlijn letselschaderaad toegepast over gehele periode vanaf 1994
- Meer over dit onderwerp:
Hof Arnhem-Leeuwarden 050814 VAV alleenstaande vrouw met autistisch kind; statistische gegevens niet doorslaggevend; parttime werk tijdens jeugd aannemelijk;
- visusverlies linkeroog bij al beperkt zicht rechteroog; 60% van € 60.000,-; nav discussie in literatuur eerder aanpassing smartengeldbedrag bij een recente zaak;
- eindleeftijd huishoudelijke hulp 75 jaar, vanwege toegenomen levensverwachting en omdat ouderen tot hogere leeftijd zelfredzaam moeten zijn;
- zelfwerkzaamheid tot 75 jaar; richtlijn letselschaderaad toegepast over gehele periode vanaf 1994;
- volledige vergoeding BGK bij proportionele aansprakelijkheid van 60%, geen eigen schuld;
- kosten rekenkundige bij comparitie vallen onder proceskostenveroordeling;
- wettelijke rente over BGK verschuldigd vanaf moment betaling facturen
2.26
[appellante] heeft aan schade vanwege verlies zelfwerkzaamheid bedragen gevorderd uitgaande van 2 uur hulp per week gedurende 48 weken per jaar vanaf 1 januari 1994 tot aan het bereiken van de 75 jarige leeftijd. Vanaf 1 januari 2012 bedraagt de jaarschade € 1.440,- bij een uurtarief van €15,-. Voor 1994 wordt uitgegaan van een uurtarief van € 4,54, welk tarief in de loop der jaren oploopt tot € 15,-. Bij gelegenheid van de comparitie heeft [appellante] verklaard dat zij in een gehuurde hoekwoning met een tuin woont en dat die tuin onderhoudsarm is gemaakt. Zij probeert zoveel mogelijk klussen in en om het huis zelf te doen. voor sommige klussen doet zij een beroep op vrienden en kennissen, die zij daarvoor niets betaalt. Dat is niet voor alle klussen mogelijk, waardoor er wel het een en ander aan klussen blijft liggen.
2.27
[geïntimeerden] betwisten deze schadepost. Zij wijzen er op dat [appellante] in de hypothetische situatie zonder ongeval bij een fulltime baan en de zorg voor een autistisch kind onderhoudswerkzaamheden in en om het huis ook had moeten uitbesteden, dat niet aannemelijk is geworden dat [appellante] kosten heeft gemaakt vanwege het inschakelen van professionele hulp en dat [appellante] tegen de arts die de expertise heeft verricht heeft verklaard het tuinonderhoud zelf te verrichten. Ook wijzen zij er op dat het door [appellante] gevorderde bedrag aanmerkelijk hoger is dan de normbedragen die zijn vermeld in de Richtlijn Zelfwerkzaamheid van de Letselschaderaad.
2.28
Het hof acht aannemelijk dat [appellante] ten gevolge van haar visusbeperking vanaf 1 juli 2005 niet in staat is alle kluswerkzaamheden rond haar woning te verrichten. Het hof acht ook aannemelijk dat [appellante] voor deze werkzaamheden een beroep moet doen op bekenden. Dat zij deze bekenden daarvoor geen vergoeding betaalt, staat niet in de weg aan een abstracte begroting van deze schade. Hetgeen het hof op dit punt heeft overwogen ten aanzien van de huishoudelijke hulp geldt ook voor het verlies zelfwerkzaamheid. Datzelfde geldt voor het betoog van [geïntimeerden] ten aanzien van de combinatie van fulltime werken en zelfwerkzaamheid.
2.29
Voor het te begroten schade bedrag neemt het hof zijn uitgangspunt in meergenoemde richtlijn van de Letselschaderaad. Het hof is zich ervan bewust dat de richtlijn van toepassing is op letsels die na 15 september 2006 zijn ontstaan, maar deze beperking houdt verband met de gehoudenheid van de gebonden verzekeraars de richtlijn toe te passen en staat er niet aan in de weg dat de informatie uit de richtlijn, die is gebaseerd op onderzoek naar de bedragen die gemoeid zijn met onderhoudswerkzaamheden aan een woning, wordt toegepast op oudere schades. Bij een gehuurde hoekwoning met tuin en alle onderhoud gaat de richtlijn (voor 2006) uit van een jaarbedrag van € 500,-, zonder tuin is dat € 325,-. Dat [appellante] derden inschakelt voor het onderhoud van haar tuin, is gelet op het onderhoudsvrije karakter van de tuin niet aannemelijk geworden. Het hof zal dan ook uitgaan van een bedrag van € 325,- per jaar vanaf 1 januari 2006. Voor de periode van 1 juli 1995 tot en met 31 december 2002 zal het hof uitgaan van € 300,- per jaar. Vanaf 1 januari 2010 tot aan de eindleeftijd van 75 jaar (met sterftekanscorrectie) wordt het bedrag van € 325,-, conform de richtlijn, verhoogd tot € 340,-.
2.30
Uit hetgeen het hof hiervoor heeft overwogen, volgt dat het de door [appellante] gevorderde schadebedragen niet overneemt. Het is aan [appellante] om aannemelijk te maken dat zij voor het onderhoud aan haar woning hogere kosten heeft gemaakt dan op grond van de richtlijn voor een woning als de hare gebruikelijk is. [appellante] heeft dat niet aannemelijk kunnen maken. Integendeel, zij heeft aangegeven voor de inschakeling van derden geen kosten te maken.
ECLI:NL:GHARL:2014:6223