RbZwolle 060207 kosten ivm verhuizing (onvoldoende onderbouwd; deels toegewezen)
- Meer over dit onderwerp:
RbZwolle 060207 kosten ivm verhuizing (onvoldoende onderbouwd; deels toegewezen)
2.14. [eiseres] vordert bedragen vanwege een verhuizing van het gezin waartoe zij behoort naar een andere woning en een (enkele jaren later volgende) verbouwing van de nieuwe woning. Volgens [eiseres] was de verhuizing noodzakelijk, omdat de oude woning vlakbij de plaats van het ongeval gelegen was en [eiseres] de steeds terugkerende confrontatie met die plaats niet aankon. Nadat de nieuwe woning betrokken was, is die verbouwd. De garage op de begane grond is verbouwd tot een voor [eiseres] bedoelde eigen wooneenheid met eigen entree en nutsvoorzieningen.
Allianz heeft de noodzaak van deze verhuizing en verbouwing en de omvang van de gevorderde kosten betwist. Bovendien heeft zij er op gewezen dat [eiseres] thans geen woonlasten heeft. In de situatie zonder ongeval zou zij die wel gehad hebben. Door de verbouwing is de woning ook meer waard geworden, meent Allianz.
2.15. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [eiseres] de noodzaak van de verhuizing in 1996 voldoende aannemelijk gemaakt. Uit de overgelegde stukken volgt dat de confrontatie met de plek van het ongeval psychisch belastend was voor [eiseres]. [eiseres] woonde ten tijde van het ongeval nog in het ouderlijk huis. Dat was, gezien haar leeftijd, ook niet uitzonderlijk. Het lag dan ook voor de hand dat toen voor [eiseres] de noodzaak ontstond te verhuizen ook de andere gezinsleden verhuisden. Het moge zo zijn dat is vastgesteld dat de zeer hechte band tussen [eiseres] en haar gezinsleden een factor is die een rol speelt in de problematiek van [eiseres], zoals Allianz stelt, maar de rechtbank acht op geen enkele wijze aannemelijk dat dit [eiseres] toen al bekend was en haar er toe had moeten leiden om het ouderlijk huis te verlaten, zoals Allianz suggereert.
De rechtbank acht dan ook voldoende aannemelijk dat de verhuizing in 1996 het gevolg was van het ongeval. Dat het gezin van [eiseres] ook zonder het ongeval in 1996, of kort daarna, verhuisd zou zijn, zoals Allianz veronderstelt, acht de rechtbank dan ook niet aannemelijk, nu daarvoor geen aanknopingspunten zijn. Allianz heeft haar stelling dat de toenmalige woning van (het gezin van) [eiseres] te klein zou zijn geweest onvoldoende onderbouwd.
De kosten van de verhuizing kunnen, gelet op de aard van de aansprakelijkheid en de aard van de schade, ook in redelijkheid aan Allianz worden toegerekend.
2.16. [eiseres] vordert na vermindering van eis een bedrag van fl. 7.500,00 (EURO 3.403,85) aan verhuiskosten. Volgens Allianz is dit bedrag te hoog. Aan Allianz kan worden toegegeven dat [eiseres] de kosten niet heeft gespecificeerd. Zij heeft ook geen bewijsstukken betreffende de verhuiskosten in het geding gebracht. De rechtbank gaat er dan ook, met Allianz, vanuit dat de verhuizing in eigen beheer is uitgevoerd. De rechtbank zal, nu wel vaststaat dat verhuiskosten zijn gemaakt -Allianz betwist dat ook niet-, deze kosten schatten. Zij acht, mede gezien het feit dat de beide huizen dicht bij elkaar gelegen zijn, een bedrag van EURO 2.500,00 op zijn plaats. LJN BA8627