Overslaan en naar de inhoud gaan

'Tijd is geld? Het verlies van vrije tijd in het licht van de schadebeperkingsplicht' - Laura E. Kroese d.d. 300318

'Tijd is geld? Het verlies van vrije tijd in het licht van de schadebeperkingsplicht' - door Laura E. Kroese d.d. 300318

Inleiding 
Een dertienjarige middelbare scholier krijgt tijdens een akkefietje op school een duw van een medescholier. Om de klap op de vangen doet de jongen een stap naar achter. Hij blijft met zijn schoen haken, valt door een ruit en belandt ongeveer twee meter lager op het schoolplein. Voor de jongen zijn de gevolgen zeer ernstig. Door het glas loopt hij diepe snijwonden op. Bovendien worden verschillende spieren en zenuwen in zijn benen en handen doorgesneden of anderszins aangetast. Hij wordt ruim een week opgenomen in het ziekenhuis en moet daarna tien maanden poliklinisch revalideren. Een jaar na dato moet hij nog steeds tweemaal per week naar de fysiotherapeut. De jongen zal levenslang hinder ondervinden van het ongeval, doordat bepaalde lichaamsdelen blijvend verlamd of gevoelloos zijn. Zo zal hij de rest van zijn leven een speciale orthese moeten dragen en fysiotherapeutische oefeningen moeten blijven doen.

Het moge duidelijk zijn dat de revalidatie van de scholier veel tijd heeft gekost. Door bezoeken aan onder andere ziekenhuizen en fysiotherapeuten heeft de jongen veel lesuren moeten verzuimen. Bovendien was hij door pijnstillende medicatie niet in staat om alle lesstof direct op te nemen tijdens de uren die hij wel bijwoonde. Hoewel zijn schoolresultaten achteruit zijn gegaan, is het hem toch gelukt over te gaan naar de volgende klas en dus geen studievertraging op te lopen. Zijn achterstanden heeft hij met name ’s avonds ingehaald, waardoor hij veel van zijn vrije tijd heeft moeten opgeven.

In het schaderegelingsproces dat startte na het ongeval is de vergoeding van onder meer (niet door de zorgverzekeraar vergoede) medische kosten, kapotte en aangepaste kleding, vervoerskosten en extra rijlessen geregeld. Toen bleek dat de jongen over zou gaan naar de volgende klas meende de verzekeraar dat op dit punt dus geen vergoeding nodig was. Maar klopt dit wel? Als de jongen was blijven zitten had hij duizenden euro’s gekregen voor studievertraging en nu krijgt hij, als het aan de verzekeraar ligt, helemaal niets.1 Op het eerste gezicht kan men denken dat op dit punt inderdaad niet meer gelet hoeft te worden; de jongen is overgegaan en heeft feitelijk gezien geen studievertraging opgelopen. Om dit te bereiken heeft hij echter veel vrije tijd moeten opofferen. Avonden voetballen of afspreken met vrienden werden vervangen door avonden huiswerk maken.2 Moet dit verlies van vrije tijd niet ook voor compensatie in aanmerking komen?

Uiteraard is ook in andere situaties sprake van verlies van vrije tijd. Naast aan het maken van huiswerk en het doen van lichamelijke oefeningen kan onder meer gedacht worden aan het rijden van en naar doktersafspraken. Het is wel reeds gangbaar hiervoor een taxi te regelen of een kilometervergoeding te betalen, maar de tijd die aan het reizen zelf wordt besteed wordt buiten beschouwing gelaten. Ook de tijd die de afspraak kost kan uiteraard niet meer naar eigen inzicht worden ingevuld. Andere voorbeelden zijn het maken van overuren om toch dezelfde resultaten te blijven behalen en het aannemen van ander werk waarbij meer uren moeten worden gemaakt ter behoud van hetzelfde salaris.

De schadebeperkingsplicht verplicht ons te doen wat redelijkerwijs van ons verwacht kan worden om de schade te beperken. De kosten die zijn gemaakt ter beperking van de schade, de zogenoemde bereddingskosten, komen op grond van de wet voor vergoeding in aanmerking.3 Is een vergoeding ook op zijn plaats wanneer het slachtoffer geen geld, maar vooral (vrije) tijd heeft moeten opofferen om aan zijn schadebeperkingsplicht te voldoen? Indien deze vraag bevestigend beantwoord dient te worden, werpt een volgende vraag zich op: hoe dient deze kostenpost van verlies van vrije tijd te worden gewaardeerd?

Over de geschetste kwestie bestaat geen duidelijkheid. Het lijkt in de praktijk zelfs onder het tapijt te worden geveegd. 4 Wordt het slachtoffer niet tekort gedaan wanneer verloren gegane tijd niet wordt vergoed, zoals nu vaak het geval lijkt te zijn? Met deze scriptie hoop ik allereerst het onderwerp onder de aandacht te brengen. Daarnaast hoop ik meer duidelijkheid te kunnen bieden door het kader te schetsen waarbinnen dit vraagstuk zich afspeelt. Ook zal ik enkele aanbevelingen doen, die onder meer van belang kunnen zijn voor eventueel vervolgonderzoek. Om deze doelen te bereiken zal ik de volgende vraag gaan onderzoeken: Hoe dient, in het licht van de schadebeperkingsplicht, het verlies van vrije tijd van het slachtoffer met letsel te worden gekwalificeerd en begroot in het schaderegelingsproces dat volgt op een ongeval of onrechtmatige daad?