Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Middelburg 100908 eigenaar van schip aansprakelijk voor val door gat in vloer

Rb Middelburg 100908 eigenaar van schip aansprakelijk voor val door gat in vloer; betreft vordering van inlener en verzekeraar tegen eigenaar schip)
4. De beoordeling
4.1. Het arbeidsongeval heeft plaats gevonden op een schip dat afgemeerd lag in de haven van Vlissingen-Oost en dus binnen het arrondissement Middelburg. De rechtbank is dus bevoegd van de vordering kennis te nemen. Op de vorderingen is Nederlands recht van toepassing.

4.2. Onbetwist is dat eiseressen een vorderingsrecht hebben. Op hun vorderingen zijn de bepalingen van aanvaring van toepassing omdat [slachtoffer ongeval] een ongeval is overkomen op een zeeschip. Daardoor heeft de vordering een maritiem karakter en zijn de speciaal daarop betekking hebbende regels van toepassing.

4.3. Eiseressen hebben niet onderbouwd waarom naast de eigenaar van het schip ook de charterer en de manager aansprakelijk zouden zijn. De mededeling dat zij de onderlinge verhouding tussen de drie gedaagden niet kent is onvoldoende om aansprakelijkheid van charterer en manager aan te nemen. De vordering tegen deze gedaagden zal dan ook worden afgewezen.

4.4. Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van schuld van het schip is het van belang vast te stellen of het schip voldeed aan de eisen die men daaraan onder de gegeven omstandigheden mocht stellen.
Beide partijen verwijzen naar het door eiseressen in het geding gebrachte rapport van de Arbeidsinspectie. Uit de daarin opgenomen verklaringen blijkt de vloeren van de “White Dolphin” op verschillende plaatsen gaten hadden. Vanwege die gaten werden ten behoeve van de vorkheftrucks die in de ruimen werken, rijplaten aangevoerd.
[slachtoffer ongeval] is niet door een bestaand gat in de vloer gezakt, maar staande op een plank heeft deze plank het begeven en is hij er doorheen gezakt. Dit blijkt uit zijn eigen verklaring en uit die van Remy van der Linden. Gelet op deze toedracht staat vast dat het schip niet voldeed aan de eisen die daaraan onder de gegeven omstandigheden gesteld mochten worden. [slachtoffer ongeval] behoefde niet te verwachten dat de plank niet het gewicht van hemzelf kon dragen.

4.5. Dat er schade is geleden staat als onbetwist vast. De vordering – verwijzing naar de schadestaatprocedure - tegen de eigenaar van het schip is dan ook toewijsbaar. Deze gedaagde zal worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Die kosten zijn: procureurssalaris EUR 904,00, griffierecht EUR 251,00, dagvaardingskosten EUR 71,32.
Eiseressen zullen veroordeeld worden in de proceskosten van de andere twee gedaagden. Omdat hun verweer grotendeels gelijk loopt met dat van de andere gedaagde zullen deze in redelijkheid gesteld worden op EUR 452,00. LJN BG0901