Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof Den Bosch 080108 handletsel, twee operaties en enige maanden fysiotherapie

Hof Den Bosch 080108 handletsel, twee operaties en enige maanden fysiotherapie, hinder en pijnlijke vinger
4.5. De grieven 3, 4 en 5 in principaal appel richten zich tegen het door de kantonrechter bij eindvonnis vastgestelde bedrag van € 2.000,00 ter zake van immateriële schade. In de visie van [X.] dient dit bedrag verhoogd te worden tot € 20.000,00.
[X.] heeft in dit verband het volgende aangevoerd. Hij is nog steeds niet in staat om zijn hobby (motorcrossen) op hetzelfde niveau te beoefenen als vóór het ongeval. Gezien zijn relatief jonge leeftijd (31 jaar) ten tijde van het ongeval, zijn lange ervaring en zijn zeer succesvolle carrière tot dan toe,lag het in de lijn der verwachting dat hij binnen de motorcrosswereld nog lang succesvol zou kunnen zijn. Het ongeval heeft psychische gevolgen voor hem gehad, zoals bijvoorbeeld depressiviteit, prikkelbaarheid en gedragsverandering. Ook ondervindt hij hinder bij allerlei gewone dagelijkse bezigheden,zoals het strikken van veters, het uitruimen van een vaatwasser en het krachtzetten met een boormachine. Volgens [X.] heeft de kantonrechter hiermee onvoldoende rekening gehouden.

4.5.1. Dit betoog, dat door [Y.] gemotiveerd is betwist, wordt verworpen. Zoals hiervoor is overwogen, gaat het hof ervan uit dat [X.] als gevolg van het bedrijfsongeval geen (medische) beperkingen ondervindt bij het motorcrossen. Voorts gaat het hof ervan uit dat het letsel aan zijn hand [X.] niet belemmert bij het verrichten van de gewone dagelijkse bezigheden. Immers, de desbetreffende stelling van [X.] is onvoldoende feitelijk onderbouwd; desbetreffende medische bescheiden ontbreken. Dat laatste geldt ook voor de door [X.] gestelde psychische gevolgen van het ongeval. De verklaringen van de op verzoek van [X.] in eerste aanleg gehoorde getuigen zijn in dit verband van onvoldoende betekenis.

4.5.2. Bij de vaststelling van de immateriële schade heeft de kantonrechter terecht rekening gehouden met het feit dat [X.] in verband met het onderhavige letsel twee operaties heeft ondergaan en gedurende enige maanden fysiotherapie heeft gehad. Voorts gaat het hof, evenals de kantonrechter, ervan uit dat [X.] nog gedurende langere tijd enige hinder van het letsel ondervindt en dat hij bij slecht weer nog steeds pijn in zijn vinger ervaart. Hiermee rekening houdende, en voorts met de aard van de aansprakelijkheid en met hetgeen Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen aan smartengeld hebben toegewezen, acht het hof de door de kantonrechter op een bedrag van € 2.000,00 vastgestelde immateriële schade passend.
LJN BC2216