Overslaan en naar de inhoud gaan

RBLIM 241121 materiële en immateriële schadevergoeding vanwege bedreiging, belediging en scheldpartijen (2)

RBLIM 241121 materiële en immateriële schadevergoeding vanwege bedreiging, belediging en scheldpartijen

in conventie

verklaringen voor recht

2.32.
Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, is komen vast te staan dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] . De gevorderde verklaringen voor recht (zie onder 3.1. sub 1 en 2 van het vonnis van 20 maart 2019) liggen dan ook voor toewijzing gereed, met dien verstande dat de rechtbank aanleiding ziet aan de sub 2 gevorderde verklaring van recht de woorden “voortvloeiend uit het onrechtmatig handelen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ” toe te voegen.

immateriële schadevergoeding, materiele schadevergoeding en verwijzing schadestaatprocedure

immateriële schadevergoeding

2.33.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] vordert € 6.000,00 aan immateriële schadevergoeding (opgebouwd als twee x € 1.500,00 voor [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en twee x € 1.500,00 voor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] , te weten een keer als slachtoffer zelf en een keer als toeschouwer van het leed toegebracht aan de wederhelft). Zoals hiervoor al is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] zelf allebei slachtoffers zijn van de onrechtmatige gedragingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] alsook dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] hun wederhelft hebben zien lijden ten gevolge van die onrechtmatige gedragingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , waardoor zij immateriële schade (geestelijk letsel) hebben geleden. De gevorderde bedragen acht de rechtbank niet onredelijk en zullen worden toegewezen, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de gevorderde en niet betwiste termijn van twee dagen na betekening van het vonnis.

materiële schadevergoeding

2.34.
Onder verwijzing naar productie 11 bij conclusie van repliek in conventie tevens akte overleggen producties alsmede wijziging/vermeerdering van eis heeft [eisers in conventie, verweerders in reconventie] een bedrag van € 15.954,81 aan materiële schadevergoeding gevorderd. Deze kosten hebben betrekking op (i) het door toedoen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] moeten doen van aangifte bij de politie, (ii) kosten ter zake bemiddeling door de wijkagent en het openbaar ministerie, (iii) kosten ter zake het bezoeken van huisarts en slachtofferhulp, (iv) kosten ter zake de afspraken met de psycholoog, (v) kosten ter zake afspraken met de advocaat, (vi) kosten in het kader van het bezoeken van de strafzitting van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in hoger beroep, (vii) reiskostenvergoeding (€ 0,29 x aantal kilometers) en (viii) compensatie van verlofuren.

2.35.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft betwist aansprakelijk te zijn voor de kosten van het eigen risico van de ziektekostenverzekeringen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] over 2015, 2016 en 2017. Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] blijkt uit de door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] overgelegde declaratieoverzichten dat er medicatie wordt gebruikt die niets met de hem verweten gedragingen te maken hebben (gehad). De rechtbank volgt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] hierin niet, nu uit de overgelegde declaratieoverzichten genoegzaam blijkt dat het eigen risico geheel en al verrekend werd met het bedrag van nota’s ingediend door Pobos B.V., dat wil zeggen kosten ter zake behandeling door Haartmans. De overige specificaties op de declaratieoverzichten hoeven om die reden geen verdere bespreking. De rechtbank zal de gevorderde bedragen (€ 375,00 + € 236,70 + € 371,48 + € 375,81 + 228,87 =) € 1.587,86 toewijzen. Declaratieoverzichten over het jaar 2018 heeft de rechtbank niet aangetroffen. Op het moment van instellen van dit deel van de vordering was het augustus 2018. Gelet op het tijdsverloop moet inmiddels duidelijk zijn of de gestelde schade over het jaar 2018 (2 x € 385,000 eigen bijdrage) geleden is en moet deze met stukken onderbouwd kunnen worden. De rechtbank zal [eisers in conventie, verweerders in reconventie] bij akte in de gelegenheid stellen dit deel van de vordering nader te onderbouwen.

2.36.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] het door hem gestelde aantal verlofuren heeft opgenomen alsook dat deze € 25,00 per uur zouden bedragen, te meer omdat niet is gebleken dat een dergelijk uur [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] € 25,00 kost en omdat niet is gebleken dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] in loondienst of anderszins werkzaam is. Het zijn volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] buitensporig veel uren (482) die [eisers in conventie, verweerders in reconventie] stelt te hebben besteed aan 11 besprekingen met hun advocaat, nu dat zou neerkomen op bijna 4 uur per bespreking. Dit is volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet geloofwaardig. Ook de consulten bij de psycholoog zouden telkens 4 uur in beslag nemen, hetgeen niet geloofwaardig is volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . In een jaar tijd (januari 2016 tot januari 2017) claimen [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] per persoon 36 uur in verband met bezoek aan de psycholoog, terwijl zij stellen in dat jaar 9 behandelingen te hebben ondergaan en een consult maximaal een uur kan hebben geduurd. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] elk meer dan maximaal 9 uur aan consulten per jaar hebben gehad.

2.37.
De rechtbank stelt allereerst vast dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] erkent dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] (in elk geval) ieder 9 uur aan consulten bij Haartmans hebben gehad per jaar (2015, 2016 en 2017), dat wil zeggen 18 uur x 3 jaar = 54 uur. Zonder onderbouwing, die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet heeft gegeven, valt echter niet in te zien dat en waarom [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] niet alle in de lijst opgevoerde 29 afspraken met de psycholoog zouden hebben gehad, waarbij de rechtbank heeft betrokken de hiervoor aangehaalde medische rapporten. Dat de zitting bij het Hof geen volle dag heeft geduurd en in de middag plaatsvond, reden waarom volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geen 8 uur per persoon kan worden geclaimd, volgt de rechtbank evenmin, nu het niet denkbeeldig is dat zij in het kader van die zitting en de reistijd een hele dag hebben uitgetrokken. Wat betreft de overige verlofuren is het verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tegen de omvang van het aantal uren onvoldoende gemotiveerd. De rechtbank heeft, gelet op de vele incidenten die hebben plaatsgevonden, geen reden om te twijfelen aan de momenten die in producties 11 zijn opgesomd waarin bezoeken zijn gebracht aan de politie, wijkagent, OM, huisarts, slachtofferhulp, gemeente, advocaat en psycholoog. Daarbij geldt dat niet alleen ieder afzonderlijk bezoek tijd heeft gekost, maar dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] per bezoek ook reistijd gehad hebben. De rechtbank gaat dan ook uit van de juistheid van de lijst van productie 11 en zal uitgaan van 482 verlofuren. Echter, [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] hebben niet onderbouwd op grond waarvan zij tot een bedrag van € 25,00 per verlofuur als compensatie zijn gekomen, nog daargelaten dat gesteld noch gebleken is dat ook [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] in loondienst is dan wel werkzaam is, en zo ja tegen welk uurtarief. De rechtbank zal [eisers in conventie, verweerders in reconventie] bij akte in de gelegenheid stellen het bedrag van € 25,00 per verlofuur zowel in het geval van [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] als in het geval van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] nader te onderbouwen.

2.38.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft niet betwist dat voor elke behandeling bij de psycholoog 30 kilometer per persoon is gereisd, hetgeen neerkomst op 60 kilometer x 29 bezoeken = 1.740 kilometers. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist voorts onvoldoende het aantal kilometers dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] volgens de lijst van productie 11 hebben gemaakt: het enkel bloot betwisten van de reisafstand is onvoldoende. Uit het feit dat op de lijst van productie 11 ook een aantal keren 0 kilometers wordt opgesomd, leidt de rechtbank af dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] die specifieke ritten gezamenlijk hebben gemaakt, reden waarom zij geen dubbel aantal kilometers vorderen. De blote betwisting van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat de overige afspraken dubbel zouden zijn berekend, volgt de rechtbank dan ook niet. De rechtbank zal om die reden uitgaan van een totaal van 2.824 door [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] gereden kilometers.

2.39.
Volgens De Letselschade Richtlijn Kilometervergoeding (zie: https://deletselschaderaad.nl/wp-content/uploads/DLRichtlijn-kilometervergoeding-2021.pdf) bedroeg het normbedrag per gereden kilometer met een personenauto € 0,29. Dit bedrag bleef in 2015 en 2016 ongewijzigd. In 2017 is dit bedrag naar beneden bijgesteld naar € 0,26. Het aantal kilometers in 2017 en 2018 bedroeg volgens de lijst van productie 11 824 kilometer. De vóór 2017 afgelegde kilometers komen uit op (2.824 – 824 =) 2.000 kilometers. Gelet hierop zal worden toegewezen (2.000 x € 0,29 = € 580,00) + (824 x € 0,26 = € 214,24) =) € 794,24.

2.40.
Gelet op het aantal incidenten dat voor het plaatsen van de camera heeft plaatsgevonden, acht de rechtbank het aannemelijk dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] in juli 2015 een camera-set hebben gekocht voor € 409,00 (nota Epine, achter productie 11). Uit niets blijkt echter dat en hoeveel de kosten voor het plaatsen daarvan bedroegen. De rechtbank zal dan ook een bedrag van € 409,00 toewijzen. Voor het overige wordt deze post afgewezen.

2.41.
De kosten van de gevorderde inktcartridge en papier zal, in het licht van het verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , als onvoldoende gesteld worden afgewezen.

2.42.
Anders dan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft aangevoerd, bestaat er geen rechtsregel waaruit blijkt dat wettelijke rente over de toegewezen materiële schade op zijn vroegst kan ingaan 14 dagen na betekening van een vonnis. Het verzuim is vóór het uitbrengen van de dagvaarding al ingetreden (art. 6:83 sub b BW). De rechtbank zal dan ook in overeenstemming met het gevorderde de wettelijke rente ingaande twee dagen na betekening van het vonnis toewijzen.

verwijzing schadestaatprocedure

2.43.
De rechtbank draagt [eisers in conventie, verweerders in reconventie] op bij akte toe te lichten of en welke andere schadeposten er nog zijn (te verwachten), zodat de rechtbank kan beoordelen of er nog een verwijzing naar de schadestaatprocedure moet plaatsvinden.

2.44.
In afwachting van de akte van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] over r.o. 2.35., 2.37. en 2.43., waarop [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bij antwoordakte zal mogen reageren, houdt de rechtbank iedere verdere beslissing aan.

in reconventie

waardering bewijs [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in reconventie

2.45.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft afgezien van het horen van getuigen. Ook ander bewijs is niet overgelegd. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is dan ook niet geslaagd in het leveren van bewijs in het kader van de bewijsopdrachten 3.3. sub t) en sub u). De reconventionele vorderingen zullen daarom bij eindvonnis worden afgewezen.

2.46.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal bij eindvonnis als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , tot op heden begroot op € 956,00 (salaris advocaat, 2 punten x liquidatietarief I). De wettelijke rente over de proceskosten zullen worden toegewezen vanaf 14 dagen na betekening van het vonnis. De nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals in het eindvonnis zal worden bepaald. ECLI:NL:RBLIM:2021:8983