Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof Arnhem-Leeuwarden 100215 borderline en volledig arbeidsongeschikt na misbruik; € 25.000 smartengeld

Hof Arnhem-Leeuwarden 100215 causaal verband tussen seksueel misbruik en psychische klachten aangenomen, omdat appellant voorschot deskundige niet heeft voldaan; 
- borderline en volledig arbeidsongeschikt na misbruik; € 25.000 smartengeld

vervolg op: hof-arnhem-leewarden-121113-seksueel-misbruik-door-vader-psychiatrisch-deskundigenbericht-gelast-mbt-cv-psychiatrische-problematiek

2.6

De rechtbank heeft overwogen en beslist dat een smartengeld van € 25.000,- op zijn plaats is en heeft een bedrag van € 17.500,- aan smartengeld toegewezen (in de strafzaak was reeds een voorschot van € 7.500,- op het smartengeld toegewezen). Met grief IV komt [appellant] op tegen dit oordeel. Volgens hem is een bedrag van € 25.000,- veel te hoog. In het tussenarrest van 12 november 2013 heeft het hof ten aanzien van deze grief al overwogen dat, indien de klachten van [geïntimeerde] (mede) het gevolg zijn van het misbruik, de gevolgen van het misbruik zo ernstig zijn dat (ook indien geen seksuele gemeenschap heeft plaatsgevonden) een smartengeld van (tenminste) € 25.000,- op zijn plaats kan zijn.

2.7
Bij het antwoord op de vraag of een bedrag van € 25.000,- aan smartengeld te hoog is, zoals [appellant] betoogt, neemt het hof de volgende feiten en omstandigheden in aanmerking:
- het hof gaat er bij wijze van veronderstelling vanuit dat geen sprake is geweest van (voltooide) seksuele gemeenschap;
- [appellant] heeft (ook bij dat uitgangspunt desondanks) door het seksueel misbruik van [geïntimeerde] in ernstige mate inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van [geïntimeerde];
- [appellant] heeft daarbij opzettelijk gehandeld. Hij heeft misbruik gemaakt van het overwicht dat hij als vader van de toen nog jonge [geïntimeerde] op [geïntimeerde] had. Daar waar hij haar tegen gevaren diende te beschermen, heeft hij haar juist ernstig leed berokkend;
- [geïntimeerde] heeft door het handelen van [appellant] ernstig geestelijk letsel opgelopen. Bij haar is de diagnose borderline persoonlijkheidsstoornis gesteld. Er is sprake van automutilatie, angst- en stemmingsstoornissen en dissociatieve klachten;
- het geestelijk letsel heeft forse, negatieve gevolgen voor het leven van [geïntimeerde]. [geïntimeerde] heeft meerdere suïcidepogingen gedaan, is meerdere malen opgenomen geweest in jeugdpsychiatrische inrichtingen en heeft langdurig verbleven in een psychiatrische behandelkliniek. Zij staat nog steeds onder behandeling van een psycholoog en is naar verwachting blijvend aangewezen op (psychotherapeutische) behandeling;
- [geïntimeerde] is vanwege haar psychische problematiek volledig arbeidsongeschikt. Zij ontvangt een Wajong-uitkering op basis van een arbeidsongeschiktheidspercentage van 80 - 100%.
Het opzettelijk onrechtmatige handelen van [appellant] heeft, al met al, het leven van [geïntimeerde] blijvend zeer negatief beïnvloed. [geïntimeerde] wordt dagelijks met de gevolgen van het misbruik geconfronteerd. Onder deze omstandigheden acht het hof het gevorderde en toegewezen smartengeldbedrag van € 25.000,- , gelet op in vergelijkbare gevallen toegekende smartengeldbedragen - en ook wanneer geen rekening wordt gehouden met de in de rechtspraak te signaleren tendens van stijgende smartengeldbedragen - geenszins te hoog. De grief faalt dan ook.

2.8
Nu ervan dient te worden uitgegaan dat de klachten van [geïntimeerde] het gevolg zijn van het misbruik, kan in het midden blijven of (voltooide) seksuele gemeenschap heeft plaatsgevonden tussen [appellant] en [geïntimeerde], zoals het hof in de strafzaak bewezen heeft geacht, maar door [appellant] wordt betwist. Voor de beslissing betreffende de immateriële schade is dat, zoals het hof hiervoor heeft overwogen, niet van belang. Voor de begroting van de materiële schade is het ook niet van belang. Bij die begroting kan worden uitgegaan van de door [geïntimeerde] gestelde klachten, waarvan het hof heeft bepaald dat die in causaal verband staan tot het ernstige misbruik (ook indien dat misbruik niet heeft bestaan uit voltooide seksuele gemeenschap). [appellant] heeft dan ook geen belang bij het leveren van tegenbewijs tegen de door de strafkamer van het hof bewezen verklaarde feiten. Om die reden zal het hof het door hem gedane aanbod tot het leveren van tegenbewijs passeren. Ook grief I faalt. ECLI:NL:GHARL:2015:903