Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof A.dam 160807 geen smartengeld omdat buurman water in schoorsteen laat stromen

Hof A.dam 160807 geen smartengeld omdat buurman water in de schoorsteen van een pottenbakkerij laat stromen
2.13 De enige grief van de vennoten houdt in dat de rechtbank ten onrechte hun vordering tot vergoeding van immateriële schade heeft afgewezen. Zij stellen dat [de buurman] hen in hun persoon heeft aangetast door de duur van de nachtelijke vernielingen, de verstoring van hun persoonlijke levenssfeer, een maandenlang gevoel van onveiligheid dat bij hen is ontstaan, de vrees voor ontploffing van de oven en het opzettelijk karakter van de vernielingen.
Hetgeen de vennoten aanvoeren is op zich juist maar daarmee is nog niet voldaan aan de eisen die art. 6:106 BW stelt voor toekenning van immateriële schade. De opzet van [de buurman] was immers, zo volgt ook uit het hiervoor aangehaalde strafvonnis, gericht op vernieling van de oven. Zonder nadere toelichting -die onvoldoende door [de pottenbakkerij] is gegeven- kan niet worden aanvaard dat [de buurman] daarmee ook het oogmerk had de vennoten smart toe te brengen, ook al had hij zich moeten en kunnen realiseren dat zulks ongetwijfeld het gevolg van zijn misdrijf zou zijn. De enige grief slaagt dus niet.
LJN BB8798