Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Arnhem 051207 bovenbeenletsel en behandelbare psychische en cognitieve klachten; € 3.800,-

Rb Arnhem 051207 bovenbeenletsel en behandelbare psychische en cognitieve klachten; € 3.800,- smartengeld
2.30.  Onder verwijzing naar volgens hem vergelijkbare gevallen in de smartengeldgids heeft [eiser] namens [XXX] een bedrag van EUR 30.000,-- aan immateriële schadevergoeding gevorderd. Als relevante aspecten noemt hij de psychische klachten als gevolg van het ongeval maar ook de houding van Achmea, die weigert de ernst van de gevolgen te erkennen en vrijwel geen schadevergoeding heeft betaald. Achmea daarentegen vindt de door [eiser] aangehaalde gevallen niet met het onderhavige geval vergelijkbaar. Met een beroep op het geringe percentage functionele invaliditeit dat ooit door de neuroloog Beijersbergen (prod. 17 dagvaarding) is vastgesteld acht zij een smartengeld van EUR 3.500,00 passend

2.31.   Uit het deskundigenbericht valt af te leiden dat [XXX] als gevolg van het ongeval inderdaad psychische en cognitieve klachten heeft ondervonden en tot op zekere hoogte nog steeds ondervindt. Op grond van datzelfde rapport is echter aannemelijk dat deze klachten bij aanvaarding van adequate behandeling niet van blijvende aard zullen te zijn. Ook is niet aannemelijk dat de gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid - voor één dag per week - die zich als gevolg van ongevalsgerelateerde klachten heeft gemanifesteerd, blijvend is. Het bovenbeenletsel heeft tot operatieve behandeling(en) geleid, maar het leidt kennelijk (dagvaarding onder 5) niet of nauwelijks meer tot beperkingen. Niet valt in te zien dat de houding van Achmea dermate onredelijk is geweest dat dit een hoger smartengeld rechtvaardigt, wat er van die grondslag voor smartengeld overigens ook zij. De hoogte van de reeds betaalde voorschotten (waarover later meer), bezien in het licht van de te verwachten omvang van de totale schade, nopen niet tot die conclusie. Gelet op al het voorgaande en rekening houdend met de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen hebben toegewezen, acht de rechtbank een schadevergoeding van € 3.800,-- passend bij de immateriële schade die [XXX] als gevolg van het ongeval lijdt en heeft geleden.
LJN BC1174