Rb. Leeuwarden 020107 vlgs Rb geen vergoeding voor "enige psychische klachten aantasting persoon
- Meer over dit onderwerp:
Rb. Leeuwarden 02-01-07 vlgs Rb geen vergoeding voor "enige psychische klachten" want geen aantasting in de persoon
5.6. Naar het oordeel van de kantonrechter kan [eiser] op de voet van artikel 6:106 lid 1 sub b BW tevens aanspraak maken op een naar billijkheid vast te stellen vergoeding voor immateriële schade. Hierbij kent de kantonrechter betekenis toe aan de omstandigheid dat [eiser] bij de mishandeling door [gedaagde] diverse vormen van lichamelijk letsel heeft opgelopen. Van aantasting in de persoon, zoals [eiser] heeft gesteld, is naar het oordeel van de kantonrechter evenwel geen sprake. Voorstelbaar is dat [eiser] enige psychische klachten heeft ondervonden naar aanleiding van de mishandeling door [gedaagde]. [eiser] heeft echter niet aannemelijk weten te maken dat hij zodanig onder het handelen van [gedaagde] heeft geleden dat sprake is van geestelijk letsel, dat kan worden aangemerkt als een aantasting van zijn persoon, die recht geeft op vergoeding van immateriële schade (vgl. HR 13 januari 1995, NJ 1997, 366). De kantonrechter zal zich bij de bepaling van het bedrag aan immateriële schadevergoeding derhalve beperken tot het geleden lichamelijk letsel. Gelet op de aard en ernst van dit letsel komt het gevorderde bedrag van € 1.000,- de kantonrechter billijk voor. Ook dit bedrag is dus toewijsbaar. LJN AZ5988
5.6. Naar het oordeel van de kantonrechter kan [eiser] op de voet van artikel 6:106 lid 1 sub b BW tevens aanspraak maken op een naar billijkheid vast te stellen vergoeding voor immateriële schade. Hierbij kent de kantonrechter betekenis toe aan de omstandigheid dat [eiser] bij de mishandeling door [gedaagde] diverse vormen van lichamelijk letsel heeft opgelopen. Van aantasting in de persoon, zoals [eiser] heeft gesteld, is naar het oordeel van de kantonrechter evenwel geen sprake. Voorstelbaar is dat [eiser] enige psychische klachten heeft ondervonden naar aanleiding van de mishandeling door [gedaagde]. [eiser] heeft echter niet aannemelijk weten te maken dat hij zodanig onder het handelen van [gedaagde] heeft geleden dat sprake is van geestelijk letsel, dat kan worden aangemerkt als een aantasting van zijn persoon, die recht geeft op vergoeding van immateriële schade (vgl. HR 13 januari 1995, NJ 1997, 366). De kantonrechter zal zich bij de bepaling van het bedrag aan immateriële schadevergoeding derhalve beperken tot het geleden lichamelijk letsel. Gelet op de aard en ernst van dit letsel komt het gevorderde bedrag van € 1.000,- de kantonrechter billijk voor. Ook dit bedrag is dus toewijsbaar. LJN AZ5988