Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Oost-Brabant 120314 diverse schadeposten afgewezen; onderbouwing ontbreekt; vanwege lichte beperkingen smartengeld € 5.000

Rb Oost-Brabant 120314 whiplash redactiesecretaris; ongeval in 2000; ogv rapport VZA en AD-er geen beperkingen tzv werk en huishouden;
- diverse schadeposten afgewezen; onderbouwing ontbreekt; vanwege lichte beperkingen smartengeld € 5.000

2.15. De slotsom is dat de rechtbank de conclusie van De Vree (en dus ook Haarsma) overneemt. De rechtbank stelt daarom vast dat het ongeval van 12 augustus 2000 niet heeft geleid tot arbeidsdeskundige beperkingen ter zake het verrichten van werkzaamheden als redactieassistent en ter zake huishoudelijke werkzaamheden. Daarmee komt de rechtbank toe aan het bespreken van de door [Eiseres] opgevoerde schadeposten. De rechtbank zal daarbij uitgaan van de als productie 5 bij dagvaarding overgelegde schadestaat, waaruit volgens [Eiseres]'de omvang van de door haar geleden schade blijkt.

Facturen Medisch Centrum “de Eedenburgh”
2.16. Deze facturen zien op behandelingen voor fysiotherapie/manuele therapie. Hoewel [Eiseres] deze schadepost verder niet heeft toegelicht, blijkt uit de anamnese in het rapport van Verlooy dat [Eiseres] na het ongeval haar huisarts heeft geconsulteerd, die haar uiteindelijk naar fysiotherapie heeft verwezen. Dat niet duidelijk is of deze kosten zijn gemaakt door ongevalsgerelateerde klachten, zoals Allianz stelt, volgt de rechtbank dus niet. De rechtbank stelt deze schadepost vast op € 606,99, conform de opgave van [Eiseres].

Facturen osteopaat
2.17. Deze schadepost bedraagt € 475,00 voor een vijftal behandelingen eind 2005 / begin 2006. Deze schadepost is door [Eiseres] verder niet toegelicht. Vast staat echter dat [Eiseres] lijdt aan een chronisch pijnsyndroom van de nek, met hoofdpijn. Dat [Eiseres] heeft geprobeerd die pijn weg te laten nemen of verminderen door osteopatische behandelingen vindt de rechtbank alleszins redelijk. Hoewel uit de anamnese in het rapport van Verlooy blijkt dat deze behandelingen geen effect hebben gehad, is de rechtbank toch van oordeel dat deze behandelingen voor vergoeding door Allianz in aanmerking komen.
Het is immers niet zo dat [Eiseres] de behandelingen, ondanks het uitblijven van resultaat, heeft voortgezet. Het is bij een vijftal behandelingen gebleven, wat de rechtbank een redelijk aantal acht om te kunnen beoordelen of een behandeling effect heeft of niet.

Kostenoverzicht VGZ
2.18. Deze schadepost ten bedrage van € 115,82 wordt bij gebrek aan enige onderbouwing afgewezen.

No claim VGZ 2005/2006/2007
2.19. Dit betreft een bedrag van € 556,07. De rechtbank kan dit bedrag niet rijmen met de door [Eiseres] bij dagvaarding overgelegde overzichten van VGZ. Voorts is niet duidelijk of de no-claimkorting is verminderd in verband met vergoedingen die zijn gedaan als gevolg van de whiplashklachten. Zo wijst Allianz er terecht op dat [Eiseres] in 2006 is bevallen. Voorts blijkt uit niets dat [Eiseres] in 2007 medische kosten heeft moeten maken. Deze post wordt daarom afgewezen.

Facturen acupunctuur
2.20. Deze schadepost bedraagt € 197,40 voor zes behandelingen in 2001. Hoewel deze schadepost door [Eiseres] verder niet is toegelicht, verwerpt de rechtbank het tegen de medische kosten in zijn algemeenheid gevoerde verweer van Allianz dat onduidelijk is of de kosten wel verband houden met het ongeval. Gelet op de nekklachten van [Eiseres] acht de rechtbank het redelijk dat zij heeft geprobeerd op deze wijze daarin verbetering te brengen.

Facturen haptonoom
2.21. [Eiseres] claimt € 1.280,00 voor meer dan 50 consulten bij een haptonoom in de periode van 29 september 2004 tot 8 augustus 2006. Uit de anamnese in het rapport van Verlooy blijkt dat de behandelingen volgens [Eiseres] een gunstig effect hebben gehad op de pijnklachten. Gelet hierop en bij gebrek aan een gemotiveerd verweer op dit onderdeel, stelt de rechtbank deze schadepost vast op € 1.280,00.
|
Huishoudelijke hulp
2.22. Deze schadepost wordt afgewezen nu wat betreft de zelfredzaamheid geen sprake is van arbeidsdeskundige beperkingen.

Verlies arbeidsvermogen
2.23. [Eiseres], althans het NRL, is in het kader van de schadeberekening uitgegaan van inkomensschade met ingang van 2000. Dat uitgangspunt is hoe dan ook onjuist. [Eiseres] heeft ter comparitie aangegeven dat haar salaris bij B&O, ondanks dat zij 30 uur per week werkte na het ongeval, werd doorbetaald op basis van een 38-urige werkweek.
Van inkomensschade was gedurende haar dienstbetrekking bij B&O, die duurde tot 15 november 2003, geen sprake. De rechtbank heeft in het tussenvonnis van 2 februari 2011 (r.o. 2.19) overwogen dat [Eiseres] er zelf voor heeft gekozen die dienstbetrekking te beëindigen. Voorts heeft de rechtbank geoordeeld dat de stelling van [Eiseres] dat zij haar nieuwe baan als juridisch secretaresse bij een advocatenkantoor vanwege haar whiplashklachten niet aankon niet heeft onderbouwd. De rechtbank heeft daarom geoordeeld dat voor wat betreft het verlies aan arbeidsvermogen moet worden uitgegaan van het laatste dienstverband van [Eiseres] als redactieassistent bij MixPress. Van dit laatste staat thans vast dat de klachten van [Eiseres] arbeidsdeskundig gezien niet tot een urenbeperking leiden. Dat betekent dat van verlies arbeidsvermogen geen sprake is. Ook deze schadepost wordt afgewezen.

Reiskosten
2.24. [Eiseres] vordert een bedrag van € 1.468,98. Allianz voert geen verweer, behalve op het punt van de reiskosten voor psychologische en psychiatrische behandelingen. De rechtbank overweegt dat de psychische klachten van [Eiseres] geen gevolg van het ongeval zijn. De daarmee gemoeide reiskosten zullen worden afgewezen. De overige reiskosten komen, nu Allianz geen verweer heeft gevoerd, voor vergoeding in aanmerking. Dat betreft een bedrag van € 1.036,34.

Facturen NRL
2.25. De facturen van het NRL bedragen in totaal € 1.554,14. Deze kosten, die zien op het maken van de inkomensschadeberekening, komen niet voor vergoeding in aanmerking omdat van inkomensschade geen sprake is.

Declaratie mr. De Kort
2.26. Dit betreft een factuur van 17 oktober 2005 voor een voorschot van € 100,00. Deze schadepost wordt afgewezen bij gebrek aan enige onderbouwing.

Factuur Bunschoten (zonnebank)
2.27. [Eiseres] vordert vergoeding van de kosten van aanschaf van een zonnebank ad € 1.475,00. Allianz betwist deze post. Zonder toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien waarom deze kosten door Allianz vergoed zouden moeten worden. Deze post wordt afgewezen.

Facturen Beds & Bedding
2.28. Deze facturen bedragen samen 6 2.135,44. Allianz betwist deze post. Ook daarvoor geldt dat zonder toelichting, die ontbreekt, niet valt in te zien waarom deze kosten door Allianz vergoed zouden moeten worden. Deze post wordt afgewezen.

Factuur Whiplash Stichting Nederland
2.29. Deze factuur ad € 35,00 is door Allianz niet betwist. De rechtbank is van oordeel dat deze schadepost voor vergoeding door Allianz in aanmerking komt.

Facturen Herbalife
2.30. Deze facturen bedragen in totaal € 394,40. Allianz betwist deze post. Zonder toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien waarom deze kosten door Allianz vergoed zouden moeten worden. Deze post wordt afgewezen.

Factuur Formido (crosstrainer)
2.31. [Eiseres] vordert vergoeding van de kosten van aanschaf van een crosstrainer ad 6 149,00. Allianz betwist deze post. Zonder toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien waarom deze kosten door Allianz vergoed zouden moeten worden. Deze post wordt afgewezen.

De Molen Hey
2.32. Deze kosten ten bedrage van € 53,10 betwist Allianz niet en zullen worden toegewezen.

Abonnement Whiplash Stichting Nederland
2.33. Deze post ziet blijkens de ter onderbouwing overgelegde stukken op het lidmaatschap van de Whiplash Stichting Nederland voor 2007 en 2008. De rechtbank acht het causaal verband tussen deze kosten en het ongeval aanwezig: [Eiseres] zou zich immers niet bij deze stichting hebben aangesloten indien haar het ongeval niet was overkomen. De daarmee gemoeide kosten ad € 49,00 zijn naar het oordeel van de rechtbank in redelijkheid toe te rekenen aan het ongeval. Het verweer van Allianz faalt.

Slender You
2.34. [Eiseres] vordert een bedrag van € 714,00 voor “Slender You”. Blijkens de factuur gaat het om 12x “onbeperkt Slenderen.” Allianz voert verweer, maar ook zonder dit verweer zou de vordering zijn afgewezen nu iedere onderbouwing omtrent de aard van het “Slenderen” en de relatie met het ongeval ontbreekt.

Immateriële schade
2.35. [Eiseres] vordert een bedrag van € 7.500,00 als vergoeding voor geleden immateriële schade. Zij onderbouwt dit bedrag door erop te wijzen dat zij blijvend arbeidsongeschikt is geworden, er sprake is van 2% blijvende invaliditeit, gederfde levensvreugde en verminderde sociale contacten. Allianz stelt zich op het standpunt dat een vergoeding van € 2.000,00 redelijk is, onder verwijzing naar relevante uitspraken in de Smartengeldgids (2006, nrs. 391/392/393) van de ANWB.

2.36. De rechtbank overweegt dat vast staat dat [Eiseres] lijdt aan een postwhiplashsyndroom. De beperkingen die [Eiseres] als gevolg daarvan ondervindt zijn echter geringer dan zij stelt. Van volledige arbeidsongeschiktheid is geen sprake, voorts zijn er geen belemmeringen voor wat betreft de zelfredzaamheid. Er zijn volgens Verlooy en De Vree wel lichte beperkingen. [Eiseres] heeft ook nog steeds pijnklachten, waarvoor zij in het verleden veelvuldig onder behandeling is geweest, met wisselende resultaten. Gelet op alle omstandigheden van het geval begroot de rechtbank de door [Eiseres] geleden immateriële schade in redelijkheid op een bedrag van 6 5.000,00.

2.3.7. Resumerend komen de volgende schadeposten door vergoeding door Allianz in aanmerking:

Facturen “de Eedenburgh” r.o. 2.16 € 606,99
Facturen osteopaat r.o.2.17 475,00
Facturen acupunctuur r.o. 2.20 197,40
Facturen haptonoom r.o. 2.21 1.280,00
Reiskosten r.o. 2.24 1.036,34
Whiplash Stichting Nederland r.o. 2.29 35,00
De Molen Hey r.o. 2.32 53,10
Lidmaatschap Whiplash Stichting Nederland r.o. 2.33 49,00
Immateriële schadevergoeding r.o. 2.36 5.000,00
Totaal € 8.732,83
Buitengerechtelijke Kosten
2.38. [Eiseres] claimde aanvankelijk een bedrag van € 7.165,10 wegens gemaakte buitengerechtelijke kosten, zie productie 8 bij dagvaarding. Allianz heeft deze post betwist, stellende dat de buitengerechtelijke kosten steeds voor rekening zijn gekomen van de rechtsbijstandverzekeraar van [Eiseres], SRK. [Eiseres] heeft op dit verweer niet meer gereageerd. Wel heeft zij op de comparitie van partijen van 4 augustus 2009 productie 15 in het geding gebracht. Dit betreft een specificatie van de verrichte buitengerechtelijke werkzaamheden. Tevens zijn de kosten blijkens de bij gevoegde factuur vermeerderd tot €8.173,13.

2.39. Een inhoudelijke behandeling van deze schadepost kan evenwel achterwege blijven. Allianz heeft medio december 2005 een bedrag van € 23.500,00 aan [Eiseres] betaald als voorschot op de schadevergoeding. Zij heeft meermaals te kennen gegeven dat zij hiermee de schade van [Eiseres] volledig heeft vergoed. Allianz ziet dat, zo begrijpt de rechtbank, als een onvoorwaardelijke betaling. Allianz vordert het betaalde bedrag ook niet terug. Uit het overzicht onder 2.37 volgt dat de schade van [Eiseres] circa € 8.400,00 bedraagt. Hierover dient wettelijke rente te worden berekend. Gemakshalve voor alle schadeposten uitgaand van de datum van het ongeval als ingangsdatum, bedraagt de wettelijke rente tot 15 december 2005 – medio december 2005 is het voorschot door Allianz betaald – circa € 3.100,00. Het bedrag dat daarna nog resteerde van het voorschot is ruim voldoende om de buitengerechtelijke kosten inclusief wettelijke rente vanaf factuurdatum 28 juli 2009 tot de datum van dit vonnis te dekken. De totale schade van [Eiseres] bedraagt dus hoe dan ook niet meer dan het reeds betaalde voorschot.

2.40. De slotsom luidt dan ook dat Allianz met het door haar betaalde voorschot de schade van [Eiseres] al geheel heeft vergoed. Dat betekent dat de vordering van [Eiseres], strekkende tot veroordeling van Allianz om aan [Eiseres] een door de rechtbank vast te stellen schadevergoeding te betalen, zal worden afgewezen.

2.41. Hoewel de vordering van [Eiseres] wordt afgewezen, ziet de rechtbank toch aanleiding om de proceskosten, met uitzondering van de kosten van de deskundigenonderzoeken, waarover hierna meer, te compenseren in die zin dat ieder der partijen de eigen kosten draagt. Tegenover het afwijzen van de vordering van [Eiseres] staat dat Allianz immers ongelijk heeft gekregen waar het betreft haar stelling dat [Eiseres] ten gevolge van het ongeval geen klachten heeft opgelopen en/of overgehouden. Voorts is ook de stelling dat [Eiseres] geen beperkingen heeft als gevolg van het ongeval onjuist gebleken, zij het dat de beperkingen minder ernstig zijn dan door [Eiseres] is gesteld.

2.42. Met betrekking tot de kosten van de deskundigenonderzoeken, respectievelijk € 4.286,38 voor Verlooy en € 8.632,55 voor De Vree, is de rechtbank van oordeel dat deze voor rekening van Allianz als aansprakelijke partij blijven (zij heeft de voorschotten voldaan). Gelet op de betwisting van de door [Eiseres] gestelde klachten als gevolg van het ongeval door Allianz was het noodzakelijk daar nader onderzoek naar te laten doen door Verlooy, met als conclusie dat [Eiseres] als gevolg van het ongeval lijdt aan een postwhiplashsyndroom. Die uitkomst noopte vervolgens tot nader onderzoek door een arbeidsdeskundige, omdat volgens Verlooy sprake is van lichte beperkingen. Bovendien heeft Allianz ter comparitie toegezegd de kosten van de deskundigen te zullen voldoen. www.stichtingpiv.nl