Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Zwolle 070207 whiplash, invloed eindeloos durende schaderegeling

Rb Zwolle 070207 whiplash, invloed eindeloos durende schaderegeling en rol schaderegelingsbureau bij beoordeling smartengeld
2.33.  [eiseres] vordert een bedrag van EURO 20.000,00 aan smartengeld. Bij dit bedrag zijn volgens [eiseres] de jonge leeftijd waarop haar het ongeval overkwam en de enorme impact van het ongeval -[eiseres] wijst op de volledige arbeidsongeschiktheid- van belang. Ook dient volgens [eiseres] rekening te worden gehouden met de eindeloos durende schaderegeling en met name de rol die het door Allianz ingeschakelde schaderegelingsbureau Assuraad daarin heeft gespeeld.

Allianz meent dat het aan smartengeld gevorderde bedrag, gezien de aard van het letsel, de ernst van het ongeval voor [eiseres] en de specifieke persoonlijkheid van [eiseres] te hoog is. Daarbij is volgens haar van groot belang dat [eiseres] slechts “indirect” (geestelijk) letsel ten gevolge van het ongeval heeft opgelopen, dat zij alleen vanwege haar persoonlijkheidsstructuur heeft kunnen oplopen. Allianz meent dat een bedrag van EURO 12.500,00, het door haar reeds betaalde bedrag, reëel is.

2.34.  De rechtbank stelt voorop dat de persoonlijkheidsstructuur van [eiseres], zoals zij reeds eerder heeft overwogen, niet aan toerekening van de schadelijke gevolgen van het ongeval aan Allianz in de weg staan. Dat betekent ook dat bij de vaststelling van het smartengeld rekening moet worden gehouden met alle gevolgen van het ongeval voor [eiseres].

2.35.  In het tussenvonnis van 26 juli 2006 heeft de rechtbank vastgesteld dat [eiseres] ernstige gezondheidsklachten heeft. Die klachten bestaan enerzijds uit nekklachten en hoofdpijn, soms gepaard met misselijkheid en tintelingen in de ledematen en anderzijds uit psychische klachten, waaronder ernstige angstklachten, prikkelbaarheid, paniekaanvallen, depressieve buien, huilbuien en gespannenheid.

Vast staat tevens dat [eiseres] al geruime tijd volledig arbeidsongeschikt is en een zeer teruggetrokken bestaan leidt, vrijwel zonder sociale contacten met anderen dan gezinsleden. Tevens staat vast dat zij al diverse (para)medische behandelingen heeft ondergaan.

Gelet op de aard en de ernst van de klachten, de duur van de klachten en de gevolgen van deze klachten voor het algehele functioneren van [eiseres] acht de rechtbank, mede gezien de leeftijd van [eiseres] en uitspraken van andere rechters omtrent smartengeld in vergelijkbare gevallen, het door [eiseres] gevorderde smartengeld van EURO 20.000,00 reëel. Het gevorderde bedrag is derhalve toewijsbaar.

2.36.  De rechtbank overweegt dat zij bij het bovenstaande de rol van schaderegelingsbureau Assuraad uitdrukkelijk buiten beschouwing heeft gelaten. Het is onvoldoende duidelijk geworden dat Assuraad in het kader van het schaderegelingstraject onzorgvuldig gehandeld heeft. Daarbij is van belang dat, zoals uit dit vonnis en het vorige vonnis blijkt, niet alleen Allianz (al dan niet op aangeven van Assuraad), maar ook [eiseres] onjuiste standpunten heeft ingenomen over de omvang van de schade.

2.37.  Geheel ten overvloede overweegt de rechtbank dat in zijn algemeenheid een stroeve en weinig welwillende afhandeling van een schade door een schaderegelingsbureau zich uiteindelijk wel, in de vorm van een per saldo hogere schade, tegen de opdrachtgever van een schaderegelingsbureau kan keren. Een dergelijke wijze van schaderegeling leidt gemakkelijk tot een wederzijdse verharding van standpunten die tot gevolg kan hebben dat het slachtoffer meer claimt, en wellicht toegewezen krijgt, dan oorspronkelijk de bedoeling was en leidt in ieder geval tot een langere duur, en daarmee tot hogere kosten, van het schaderegelingsproces. Bovendien zullen eventuele schadebeperkende suggesties van een schaderegelingsbureau waarin het slachtoffer geen of weinig vertrouwen heeft door het slachtoffer niet snel in welwillende overweging genomen worden, terwijl de schadeveroorzaker er juist belang bij heeft dat het slachtoffer wel ingaat op schadebeperkende suggesties. Uit het tussenvonnis volgt dat het niet (onmiddellijk) opvolgen van dergelijke suggesties niet zonder meer de conclusie kan dragen dat de schadebeperkingsplicht geschonden is. Tenslotte dwingt een schaderegelingsbureau dat zich weinig soepel opstelt het slachtoffer in de rol van slachtoffer, met alle gevolgen van dien.

Het komt de rechtbank dan ook voor dat een schaderegelingsbureau er alleen al uit welbegrepen eigenbelang verstandig aan doet te streven naar een goede verstandhouding met het slachtoffer. Uit hetgeen [eiseres] over het handelen van Assuraad naar voren heeft gebracht volgt dat Assuraad daarin, wat daarvan ook de oorzaak mag zijn, zeker niet is geslaagd.
LJN BA8627