Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba 210916 geen letsel; aansprakelijkheid vanwege niet-voorrang verlenen op T-splitsing
- Meer over dit onderwerp:
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba 210916 geen letsel; aansprakelijkheid vanwege niet-voorrang verlenen op T-splitsing
2 DE VASTSTAANDE FEITEN
2.1
Op 14 november 2015 omstreeks 18:10 uur vond een verkeersongeluk plaats op de T-kruising van Rudolfo Arendsstraat en Pitastraat ter hoogte van Three Colors Supermarket. Het betreft hier bebouwde kom.
2.2
De heer [bestuurder] (hierna [bestuurder]) was de bestuurder van de personenauto met kenteken [A-...] die op de Rudolf Arendsstraat reed. Verzoeker is eigenaar van deze personenauto. Verweerster reed (en is eigenaar van) de personenauto met kenteken [A-...] die niet verzekerd is.
2.3
Op 14 november 2015 is een politierapport opgemaakt van het verkeersongeval. Het politierapport geeft aan dat verweerster de veroorzaker was van het ongeluk.
2.4
Op 16 november 2015 is door R.E. Yrausquin & Sons N.V. een schaderapport opgemaakt waaruit blijkt dat de schade Afl. 3.332,19 bedraagt. Ter zitting heeft verzoeker een kwitantie overgelegd waaruit blijkt dat Afl. 2.749,35 is betaald om de schade te repareren.
3 DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
3.1
Verzoeker vordert na vermindering van eis – bij bevel tot betaling en uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van verweerster tot betaling van Afl. 2.749,35 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 januari 2016, met veroordeling van verweerster tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Verzoeker grondt de vordering erop dat door het verkeersgedrag van verweerster jegens hem een onrechtmatige daad is gepleegd en hij als gevolg daarvan schade heeft geleden.
3.3
Verweerster voert hiertegen verweer, met vordering tot veroordeling van verzoeker in de proceskosten. Zij voert aan dat [bestuurder] boven de ter plaatse geldende maximumsnelheid van 40 kilometer per uur reed. Hij heeft verweerster daarmee verweerster “ongelukkig uit haar veiligheidsbalans” gebracht en daarmee het ongeval veroorzaakt.
4 DE BEOORDELING
4.1
In geschil is de vraag of verweerster onrechtmatig heeft gehandeld. Uit de tekening van het verkeersongeval blijkt dat de Rudolf Arendsstraat een doorgaande weg is en dat de Pitastraat hierop een T-kruising vormt. Bij een T-kruising dient aan het verkeer op de doorgaande weg voorrang te worden verleend. Onder voorrang verlenen wordt volgens het Landsbesluit verkeersregels1 verstaan “de bestuurder van een voertuig in staat stellen ongehinderd zijn weg te vervolgen”.
4.2 [
bestuurder] stelt ter comparitie van partijen dat hij verweerster stil zag staan toen hij op de voorrangsweg reed en verweerster in beweging was toen hij rijdend op de Arendsstraat, direct voorbij de Pitastraat, rechtsaf sloeg om de parkeerplaats van Three Colors Supermarket op te rijden. Verweerster stelt ter comparitie dat zij stilstond op de Pitastraat, dat [bestuurder] hard reed op de voorrangsweg en vervolgens tegen haar was aangereden waardoor zij schrok. De gemachtigde van verzoeker heeft ter zitting betwist dat [bestuurder] hard zou hebben gereden aangezien men niet met snelle vaart een parkeerplaats op kan rijden.
4.3
Het gerecht merkt op dat de verkeersfout bij verweerster ligt. Dat niet is vast komen te staan of verweerster op het moment van de aanrijding stilstond of niet, doet daaraan niet af. Het verkeer op de doorgaande weg heeft in Aruba bij een T-kruising voorrang. Dat [bestuurder] vanaf de Arendsstraat rechtsaf een parkeerhaven insloeg, gelegen direct naast de Pitastraat, was voor verweerster mogelijk een onverwachte manoeuvre. Ter comparitie verklaart zij namelijk dat zij niet wist welke kant [bestuurder] op zou gaan. [bestuurder] heeft daarmee echter geen verkeersfout gemaakt. Het was hem toegestaan deze manoeuvre te maken en verweerster had daarmee rekening moeten houden, hetgeen zij blijkbaar niet heeft gedaan. Ook al zou het gerecht de stelling van verweerster volgen dat zij net voor het moment van aanrijding stil stond dan nog helpt dit haar niet. Ook in dat geval moet immers worden geconcludeerd dat zij op dat moment onvoldoende ruimte voor [bestuurder] heeft gelaten om ongehinderd zijn weg te vervolgen. Dat [bestuurder] te hard zou hebben gereden, hetgeen gemotiveerd wordt betwist, maakt dat niet anders. Maar ook voor dat geval geldt dat geconcludeerd moet worden dat verweerster op de plek waar zij naar eigen zeggen stil stond, onvoldoende ruimte voor [bestuurder] had vrijgelaten om zijn weg te vervolgen. De snelheid waarmee [bestuurder] reed, staat daarvan in beginsel los. Verweerster heeft bovendien niet gesteld dat [bestuurder] door zijn snelheid niet in staat was te anticiperen op een verkeersfout van verweerster: verweerster ontkent een zodanige fout te hebben gemaakt. Het gerecht passeert het ter comparitie gedane bewijsaanbod van verweerster omdat zij geen feiten heeft gesteld die, indien bewezen, tot een andere uitkomst kunnen leiden. Andere argumenten die ervoor zouden pleiten dat [bestuurder] zelf aansprakelijk is in plaats van verweerster, zijn gesteld noch gebleken.
4.4
Verweerster heeft ook de omvang van de schade betwist. Nu verzoeker de omvang van de schade heeft onderbouwd middels een taxatierapport, waaruit blijkt van schade ter hoogte van het rechterachterwiel (de plek van aanrijding) en door overlegging van een reparatierekening, heeft verweerster met haar vrijwel blote stelling (onderbouwd met de verklaring van twee ondeskundige medepassagiers) dat de schade niet meer dan Afl. 300,-- kan bedragen, daartegen een onvoldoende feitelijk onderbouwd verweer gevoerd. ECLI:NL:OGEAA:2016:635