rb Arnhem 130711 Bewijs dat op vluchtstrook rijdende vrachtauto in de vangrail werd gedrukt is niet geleverd.
- Meer over dit onderwerp:
rb Arnhem 130711 Bewijs dat op vluchtstrook rijdende vrachtauto in de vangrail werd gedrukt is niet geleverd.
2. De verdere beoordeling
2.1. In genoemd vonnis van 14 april 2010 is aan Buurman te bewijzen opgedragen feiten en omstandigheden waaruit blijkt dat de vrachtauto van [betrokkene1] de vrachtauto van Buurman, toen deze op de vluchtstrook reed, zijwaarts raakte, waardoor de vrachtauto van Buurman in de vangrail werd gedrukt en kantelde.
2.2. Buurman heeft in enquête drie getuigen voorgebracht:
- [getuige1], arbeidsongeschikt en de bestuurder van de vrachtauto die in de bewijsopdracht “de vrachtauto van Buurman” wordt genoemd (hierna: “[getuige1]”)
- [getuige2], politieambtenaar (“[getuige2]”)
- [getuige3], schade-expert (“[getuige3]”).
NBM heeft in contra-enquête één getuige voorgebracht:
- [betrokkene1], vrachtwagenchauffeur en bestuurder van de vrachtauto die in de bewijsopdracht “de vrachtauto van [betrokkene1]” wordt genoemd (“[betrokkene1]”).
2.3. [getuige1] heeft het volgende verklaard:
Ik reed met een snelheid van ongeveer 80 km per uur achter de Duitse truck. Ik wilde net gaan inhalen toen er hard werd geremd. Ik ben toen ook gaan remmen. Toen dat onvoldoende hielp, ben ik met een vaart van ongeveer 50 of 60 km per uur de vluchtstrook opgereden. Ik had genoeg ruimte om om de Duitse truck heen te sturen. Ik zat al een heel stuk langs de Duitse truck toen ik diens cabine naar rechts op mij af zag komen. Toen ging ik nog harder remmen. Ik ben recht vooruit blijven rijden. De cabines van mijn truck en de Duitse truck zaten al bijna naast elkaar toen de Duitse truck mijn kant op kwam. Hij raakte mij tegen de cabine. Aan de sporen is te zien dat hij mij raakte en ik niet hem. Dat is ondermeer te zien aan de spiegel van mijn cabine, die naar voren is geklapt. Toen ging het heel snel. Ik raakte met de wielen naast het asfalt bij de vangrail. Ik heb geprobeerd daarvan weg te sturen, maar dat lukte niet meer. Je bent daar stuurloos en dan kun je helemaal niets meer. Toen raakte ik de vangrail. De wagen kantelde. […]
Op foto 1, gehecht aan het proces-verbaal, is te zien dat mijn linker buitenspiegel naar voren is geklapt. Ik heb de politie ook gezegd dat dat het geval was, toen zij zeiden dat het een eenzijdig ongeval was. Op foto 2, ook aan het proces-verbaal gehecht, is te zien dat ik schade heb aan het knipperlicht links voor. Die schade was er niet voor het ongeval. Ik ben zuinig op mijn truck. Ik heb na het ongeval gezien dat de Duitse truck schrammen had aan de rechterzijde ter hoogte van het voorwiel. […]
2.4. [getuige1] heeft op de dag van het ongeval een verklaring afgelegd tegenover [getuige2], die is vastgelegd in een proces-verbaal van verhoor. Die verklaring en de getuigenverklaring van [getuige1] komen in essentie, in het bijzonder waar het betreft het naar rechts, in de richting van [getuige1]’s vrachtauto, komen van de vrachtauto van [betrokkene1], met elkaar overeen.
2.5. [getuige2] heeft verklaard:
Voor dit verhoor heb ik mijn geheugen opgefrist aan de hand van het door mij opgestelde proces-verbaal en de daarbij behorende verklaringen en het rapportje. Een en ander is overgelegd als productie 3 bij dagvaarding. […] Uit de stukken die ik net noemde haal ik het volgende. Een van de trucks kon niet op tijd remmen toen trucks voor hem hard remden en is de vluchtstrook op gereden. Deze truck is door een andere truck aangetikt en daardoor gekanteld. Ik heb deze informatie, zoals gezegd uit de stukken gehaald. Ik kan mij niet herinneren hoe het toen was. Het is al weer even geleden. De conclusie dat de ene truck de truck op de vluchtstrook aantikte is getrokken op basis van de verklaringen die zijn afgelegd. Ik heb ook gekeken naar de schade aan de kabines van de trucks, maar ik kan mij niet herinneren of ik daar schade aan gezien heb. […] Uit de foto, gemarkeerd met een 1, zoals deze gevoegd is bij het proces-verbaal van de comparitie, kan ik niet afleiden wat de toedracht van het ongeval is geweest.
2.6. Volgens de verklaring van [getuige3] kan hij niets zeggen over de toedracht van het ongeval, omdat dat al was gebeurd voordat hij ter plaatse was. De informatie over de toedracht van het ongeval die staat vermeld in het door hem opgestelde rapport, komt van de regiopolitie of de KLPD en de vermelding dat het een eenzijdig ongeval betrof, staat daarin omdat zij maar voor één voertuig de coördinatie van de berging deden, aldus [getuige3].
2.7. [betrokkene1] heeft verklaard:
[…] Ik reed met mijn tankwagen op de A15 richting Rotterdam. Bij kilometerpaal 131.6 zag ik dat op beide banen werd geremd. Het verkeer stopte en ik moest ook stoppen. Toen ik stilstond, een moment later, knalde het vreselijk en toen zag ik dat naast mij een vrachtwagen in de sloot of op het talud was beland. Dat was waar de vluchtstrook stopte. Ik reed niet op de vluchtstrook, maar op de rechterbaan. De andere truck moet wel op de vluchtstrook gereden hebben. Hij zal wel hebben geprobeerd om uit te wijken omdat hij de file te laat zag. […] De andere truck is ook licht tegen mij aangereden. Ik had lichte schade aan de rechterkant. Ik heb wel gemerkt dat ik geraakt werd, omdat de cabine licht waggelde. Die is ook licht geveerd, waardoor hij ook makkelijk waggelt. Ik kan niet naar rechts gestuurd hebben, omdat dat niet mogelijk is omdat de vluchtstrook daar ophield. Ik stond met mijn neus bij de brug en daar hield de vangrail op. Ik stond dus meteen bij het einde van de vangrail. […]
2.8. Volgens de getuigenverklaring van [betrokkene1] heeft hij dus niet naar rechts gestuurd.
Buurman wijst erop dat haars inziens die verklaring en de overgelegde schriftelijke verklaring van [betrokkene1] afwijken van de verklaring die [betrokkene1] op de dag van het ongeval tegenover [getuige2] heeft afgelegd. Die verklaring, neergelegd in het proces-verbaal van verhoor dat [getuige2] heeft opgemaakt, luidt als volgt:
Op dinsdag 10 juni 2008 omstreeks 09.35 uur reed ik als bestuurder van een trekker met tankoplegger over de Rijksweg A 15 links, komende uit de richting Nijmegen, gaande in de richting Rotterdam. Ik reed met een snelheid van ongeveer 80 kilometer per uur. Plotseling werd en voor mij hard geremd. Ik remde ook hard en heb daarbij mogelijk iets naar rechts gestuurd. Ik raakte toen een vrachtauto welke zich plotseling rechts naast mij op de vluchtstrook bevond. Ik zag dat die vrachtauto naar rechts omsloeg en op de rechter zijkant in de berm terecht kwam.
2.9. Daaromtrent wordt het volgende overwogen. Als getuige heeft [betrokkene1] verklaard:
Ik heb geen verklaring afgegeven aan de politie. Ik heb gesproken met één van de twee agenten die ter plaatse waren. Ik heb geen schriftelijke verklaring gezien. De agent heeft ook niet veel met mij besproken, maar was meer bezig met de chauffeur van het veetransport. Ik heb de agent niet gezegd dat ik iets naar rechts kan hebben gestuurd. De agent heeft mij geen vragen gesteld.
Volgens [betrokkene1] is de inhoud van het proces-verbaal dus onjuist. De rechtbank acht in dit verband van belang dat [getuige2] het verhoor heeft afgenomen in de Duitse taal. Weliswaar staat in het proces-verbaal dat het “begrijpelijk voor de betrokkene en de verbalisant” was, maar [getuige2] heeft als getuige verklaard dat zijn Duits beperkt is (“maar we begrepen elkaar goed en ik kan het goed verstaan”). Voorts heeft [getuige2] verklaard dat hij zijn aantekeningen niet met [betrokkene1] heeft besproken en dat hij de verklaring niet aan [betrokkene1] ter ondertekening heeft voorgelegd. Dit strookt met de verklaring van [betrokkene1] op dit punt. De verklaring is ook niet ondertekend. En ten slotte vermeldt het proces-verbaal dat is opgemaakt, dat het is gesloten en ondertekend op 27 juni 2008, terwijl het ongeval plaatsvond op 10 juni 2008. Dit alles maakt de waarde van de in het proces-verbaal neergelegde verklaring van [betrokkene1] zeer beperkt, zodat deze nauwelijks afbreuk doet aan de verklaring die hij als getuige heeft afgelegd.
2.10. Dat aan [betrokkene1], naar hij heeft verklaard, door de advocaat (kennelijk de advocaat van NBM) de getuigenverklaring van [getuige1] is toegestuurd zodat hij daarvan vóór het afleggen van zijn eigen getuigenverklaring kennis heeft kunnen nemen, acht de rechtbank in het licht van artikel 179 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering betreurenswaardig, maar leidt niet tot een handelen in strijd met dat artikel.
2.11. Van de getuigenverklaringen is die van [getuige1] aldus de enige die aan het bewijs kan bijdragen. Hetgeen [getuige2] heeft verklaard, baseert hij enkel op de stukken, waaronder dus de verklaring van [betrokkene1], waarvan de waarde, zoals hierboven is overwogen, zeer beperkt is. Hij verklaart niet op basis van zijn herinnering aan de toenmalige situatie na het ongeval, want hij kan zich niet herinneren hoe het toen was.
2.12. De “Rapportage aan Centraal Meldpunt Vrachtwagens” van [getuige3] dateert van 11 juni 2008. Daarin staat onder “Aard van het incident”:
[…] Van de politie vernamen wij dat een hond de snelweg overgestoken zou zijn waardoor een vrachtauto die op rijbaan 1 reed naar rechts uitweek en hierdoor de trekker-/opleggercombinatie in eerste instantie op de vluchtstrook heeft gedrukt en uiteindelijk in de berm waarna de trekker-/opleggercombinatie geladen met 166 slachtvarkens, is gekanteld over de vangrail.
En onder “Vermoedelijke toedracht ongeval”:
De trekker-/opleggercombinatie werd door een andere vrachtauto van de weg gedrukt. Er is schampschade aan linkervoorzijde van de gekantelde trekker-/opleggercombinatie waar te nemen terwijl dit voertuig aan de rechterzijde is omgevallen.
2.13. Aan deze rapportage komt ten aanzien van de toedracht van het ongeval echter geen zelfstandige betekenis toe, nu – zoals in de rapportage staat en [getuige3] als getuige heeft bevestigd – de informatie daarover is verkregen van de politie.
2.14. De schade aan de vrachtwagens draagt naar het oordeel van de rechtbank niet bij aan het bewijs. Zonder toelichting, die niet is gegeven, valt immers niet in te zien dat deze schade slechts kan zijn ontstaan doordat [betrokkene1] zijn vrachtauto naar rechts stuurde en die van Buurman raakte. Evenzeer is denkbaar dat die schade is ontstaan doordat de vrachtauto van Buurman die van [betrokkene1] raakte, zonder dat [betrokkene1] zijn vrachtauto naar rechts had gestuurd. Dit geldt te meer nu [betrokkene1] als getuige alsmede in zijn genoemde schriftelijke verklaring heeft verklaard dat hij het geluid van de kantelende vrachtauto van Buurman hoorde toen hij tot stilstand gekomen was.
2.15. De rechtbank vermag voorts niet in te zien dat het feit dat na het ongeval de spiegel van de vrachtauto van Buurman naar voren was geklept, kan bijdragen aan het bewijs. Met NBM is de rechtbank van oordeel dat de spiegel logischerwijze alleen door de aanraking van de beide vrachtauto’s naar voren zou kunnen zijn geklapt, als de vrachtauto van [betrokkene1] harder reed dan die van Buurman en dat er geen enkele aanwijzing is dat zulks het geval was. [betrokkene1] heeft nog verklaard dat het kan zijn dat deze naar voren is geklapt toen de chauffeur – [getuige1] – uit de cabine is geklommen en dat de spiegel kapot zou zijn geweest als hij er tegenaan gereden zou zijn. Volgens NBM is [getuige1] echter door de voorruit naar buiten geklommen.
2.16. Op grond van al het bovenstaande is Buurman niet in het bewijs geslaagd. De vordering zal worden afgewezen.
2.17. Buurman zal worden veroordeeld in de kosten van dit geding, gevallen aan de zijde van NBM en tot aan dit vonnis begroot op:
griffierecht € 435,00
salaris advocaat € 2.895,00 (5 punten x € 579,00, tarief III))
taxe getuigen € 337,50
totaal € 3.667,50
2.18. In verband met het feit dat de rechter ten overstaan van wie de getuigen hun verklaringen hebben afgelegd, inmiddels werkzaam is in een andere sector van deze rechtbank, is dit vonnis niet door haar maar door een andere rechter gewezen LJN BR4412