Overslaan en naar de inhoud gaan

RBROT 030420 geen letsel; onjuiste en tegenstrijdige inlichtingen over sleutels en technische staat auto; verval van recht op uitkering

RBROT 030420 geen letsel; onjuiste en tegenstrijdige inlichtingen over sleutels en technische staat auto; verval van recht op uitkering

5. De beoordeling

5.1.
Tussen partijen is in geschil of [eiseres] recht heeft op uitkering uit hoofde van de verzekeringsovereenkomst. Allianz heeft een beroep gedaan op het verval van het recht op uitkering zoals bepaald in artikel 7:941 lid 5 jo. lid 2 BW en zoals eveneens is vastgelegd in artikel 10 van de algemene voorwaarden.

5.2.
In artikel 7:941 lid 2 BW is bepaald dat de verzekeringnemer en de tot uitkering gerechtigde verplicht zijn binnen redelijke termijn de verzekeraar alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen die voor de verzekeraar van belang zijn om zijn uitkeringsplicht te beoordelen. Het recht op uitkering vervalt als de verzekeringnemer of een tot uitkering gerechtigde de voornoemde verplichting niet is nagekomen met het opzet de verzekeraar te misleiden, behoudens voor zover deze misleiding het verval van het recht op uitkering niet rechtvaardigt (artikel 7:941 lid 5 BW). De achterliggende gedachte achter die sanctie is dat de verzekeraar ter beoordeling van een schadeclaim erop moet kunnen vertrouwen, zeker in het geval van diefstal, dat de verzekerde juiste en zo volledig mogelijke informatie ter zake verstrekt. Het is aan de verzekeraar die een beroep op 7:941 lid 5 BW doet om feiten en omstandigheden te stellen, en zo nodig te bewijzen, waaruit blijkt dat het de bedoeling van de verzekerde is geweest om te misleiden en om een uitkering te verkrijgen, die hij bij een juiste opgave niet zou hebben verkregen.

Onjuiste en tegenstrijdige inlichtingen

5.3.
Vaststaat dat [naam] op het “Vragenformulier Diefstal motorrijtuig” van 9 november 2018 heeft ingevuld dat er twee originele sleutels aanwezig waren bij de aanschaf van de auto, dat hij twee sleutels bezit en dat hij geen sleutels heeft laten bijmaken. Eveneens staat vast dat [naam] op 27 november 2018 tegenover Dekra heeft verklaard dat hij tijdens de aankoop van de auto één sleutel van zijn zoon heeft gekregen en dat hij medio augustus/september 2018 één sleutel heeft laten bijmaken bij A-Point. Ook staat vast dat [naam] bij e-mail van 28 februari 2019 aan Allianz heeft medegedeeld dat er nog een derde sleutel is, althans het metalen gedeelte daarvan, welke sleutel door [naam] uiteindelijk ook naar Allianz is opgestuurd.

5.4.
Ter zake de technische staat van de auto heeft Allianz onder verwijzing naar het rapport van Dekra gesteld dat [naam] op 27 november 2018 tegenover Dekra heeft verklaard dat hij in technische zin geen problemen met de auto heeft gehad, terwijl hij later in januari 2019 heeft verklaard dat hij twee keer startproblemen heeft gehad. Verder is bij het uitlezen van de auto bij A-Point op 11 september 2018 gebleken dat er storingen aanwezig waren aan het motorregelapparaat en de wegrijblokkering, aldus Allianz. Volgens Allianz heeft [naam] ter zake de rit naar A-Point in eerste instantie verklaard dat hij rijdend met de auto naar A-Point is gegaan, terwijl [naam] later, pas nadat hij in januari 2019 door Dekra was geconfronteerd met het feit dat de auto naar A-Point was weggetakeld door een bergingsbedrijf, heeft toegegeven dat de auto door een sleepdienst naar A-Point is vervoerd. [naam] heeft de door Allianz gestelde gang van zaken niet betwist, zodat in rechte van de juistheid daarvan wordt uitgegaan.

5.5.
Gelet op het voorgaande, staat vast dat [naam] onjuiste en tegenstrijdige inlichtingen heeft verstrekt aan Allianz over de sleutels en de technische staat van de auto.

Inlichtingen van belang voor de uitkeringsplicht

5.6.
Tussen partijen is in geschil of de gevraagde inlichtingen over de sleutels en de technische staat van de auto van belang zijn voor de beoordeling van de uitkeringsplicht.

5.7.
[eiseres] heeft gesteld dat de inlichtingen niet van belang zijn voor de uitkeringsplicht en heeft ter zitting daaraan toegevoegd dat de originele sleutels niet van belang zijn, omdat er ten minste één sleutel is, die werkt op de auto.

Allianz heeft onder verwijzing naar artikel 10 van de bijzondere voorwaarden (zie ro. 2.2) toegelicht dat zij na uitkering van de schade als gevolg van de diefstal er zeker van moet zijn dat zij daadwerkelijk de eigendom van de auto krijgt na ondertekening van een akte van eigendomsoverdracht door de verzekerde. Allianz moet daarom in het bezit worden gesteld van de originele autosleutels en door verzekerde worden ingelicht over de vraag of verzekerde over de originele sleutels, over niet-originele of bijgemaakte sleutels beschikt, aldus Allianz. De verzekeraar heeft verder toegelicht dat de technische staat van de auto vóór de gestelde diefstal van belang is voor de beoordeling van de waarde van de auto, welke waarde van belang is voor het bepalen van de hoogte van de uitkering. Het een en ander kan worden afgeleid uit artikel 9 sub c en artikel 10 van de polisvoorwaarden (zoals geciteerd in ro. 2.2), aldus Allianz.

5.8.
Gelet op de gemotiveerde toelichting van Allianz en de onbetwiste inhoud van de polisvoorwaarden, wordt als vaststaand aangenomen dat de gevraagde inlichtingen over de sleutels en de technische staat van de auto van belang zijn voor de uitkeringsplicht.

5.9.
Door het verstrekken van onjuiste en tegenstrijdige inlichtingen over onderwerpen die van belang zijn voor de uitkeringsplicht, is sprake van het niet-nakomen van de meldingsplicht zoals bedoeld in artikel 7:941 lid 2 BW.

Opzet om de verzekeraar te misleiden

5.10.
De vraag die dan rijst, is of [naam] de onjuiste en tegenstrijdige inlichtingen heeft verstrekt met het opzet de verzekeraar te misleiden. Volgens Allianz is er sprake van opzet, maar [eiseres] heeft dat betwist. Overwogen wordt als volgt.

5.11.
[naam] heeft weliswaar gesteld dat het onjuist invullen van het vragenformulier een vergissing was, omdat hij de vragen verkeerd had begrepen, maar de kantonrechter is het met Allianz eens dat de vragen op het formulier (zie ro. 2.4) duidelijk en ondubbelzinnig zijn geformuleerd. Daarnaast heeft [naam] desgevraagd ter zitting geen verklaring kunnen geven voor het feit dat hij op het vragenformulier heeft ingevuld dat er géén sleutels zijn bijgemaakt, terwijl hij toen reeds zelf een sleutel had laten bijmaken bij A-Point.

5.12.
Allianz heeft aangevoerd dat uit het door IDtech uitgevoerde sleutelonderzoek volgt dat de sleutel, waarvan aannemelijk is dat [naam] die sleutel in september 2018 heeft laten bijmaken bij A-Point, is geproduceerd door de fabrikant van Volkswagen. De andere sleutel die [naam] naar Allianz heeft opgestuurd, blijkt volgens het onderzoek van IDtech gemanipuleerd te zijn (de sleutel bevat restanten van secondelijm en het fabriekslogo is ondersteboven aangebracht) en die sleutel, die niet is voorzien van een transponder, werkt niet op de auto, aldus Allianz. Zij heeft gesteld dat door IDtech en Dekra geen sporen van regelmatig gebruik zijn gevonden op die sleutel. Volgens Allianz kan dat slechts betekenen dat [naam] sinds de aanschaf van de auto op 24 juli 2018 enkel in het bezit was van één gemanipuleerde, niet-werkende sleutel, waarop geen gebruikssporen zijn aangetroffen.

[eiseres] heeft het onderzoek van IDtech/Dekra niet inhoudelijk betwist, maar blijft bij haar standpunt dat [naam] de sleutel in kwestie wel degelijk heeft kunnen gebruiken op de auto. Ter zitting heeft [naam] toegelicht dat de sleutel in kwestie later – vanwege de toelichting van zijn zoon (zie de e-mail van 28 februari 2019, ro. 2.9) – een duplicaat bleek te zijn. De kantonrechter overweegt dat de onderzoeksresultaten, die inhoudelijk niet zijn betwist en waarvan de juistheid daarom in rechte vaststaat, en de stelling van [naam] dat de sleutel in kwestie een duplicaat was, overeenstemmen. De onderzoeksresultaten staan echter haaks op de stelling van [naam] ter zake de bruikbaarheid van de sleutel. [eiseres] heeft geen enkele verklaring gegeven voor het ontbreken van gebruikssporen op de sleutel en voor het manipuleren van de sleutel.

5.13.
Allianz heeft verder gemotiveerd gesteld dat [naam] bewust onjuist heeft verklaard over de technische staat van de auto en de rit naar A-Point en heeft daarbij gewezen op de bevindingen van Dekra (geciteerd in ro. 2.7). Als onbetwist kan daaruit worden afgeleid dat [naam] pas na het tweede gesprek met Dekra heeft verklaard dat hij niet zelf met de auto naar A-Point is gereden, maar door een bergingsvoertuig daarheen is gebracht wegens technische problemen. De toelichting van [naam] , dat zijn eerdere verklaringen tegenover Dekra berusten op een vergissing dan wel verspreking, overtuigen niet. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [eiseres] dan ook onvoldoende weersproken dat er sprake is van het opzettelijk verschaffen van onjuiste inlichtingen.

5.14.
Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, kan de gevolgtrekking geen andere zijn dan dat [naam] bewust onjuiste inlichtingen heeft verstrekt aan Allianz over de voor de uitkeringsplicht van belang zijnde onderwerpen, met het oog op het verkrijgen van een onterecht(e) (hogere) uitkering en dus met het opzet Allianz te misleiden.

5.15.
Als onweersproken staat vast dat de opzettelijke misleiding door [naam] in de risicosfeer van [eiseres] valt, omdat zij de personenautoverzekering heeft afgesloten ten behoeve van de auto van [naam] . De gedragingen van [naam] kunnen dan ook aan [eiseres] worden toegerekend.

5.16.
Er zijn geen bijzondere omstandigheden gesteld op grond waarvan toepassing gegeven kan worden aan de uitzondering van artikel 7:941 lid 5 (slotzin) BW dat de misleiding het verval van het recht op uitkering niet rechtvaardigt.

5.17.
De conclusie is dat het beroep van Allianz op verval van het recht op uitkering als bedoeld in artikel 7:941 lid 5 BW slaagt. Dat brengt mee dat de vorderingen van [eiseres] niet voor toewijzing in aanmerking komen.

5.18.
Aangezien het verweer van Allianz slaagt en de vorderingen van [eiseres] worden afgewezen, behoeft de betwiste autodiefstal geen bespreking meer. ECLI:NL:RBROT:2020:3207