Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof 's-Hertogenbosch 100614 vraagstelling te benoemen verzekeringsgeneeskundige en arbeidsdeskundige

Hof 's-Hertogenbosch 100614 ongeval met graafmachine; obv deskundigenberichten is golferselleboog geen gevolg ongeval, neuropathie wel;
- vraagstelling te benoemen verzekeringsgeneeskundige en arbeidsdeskundige

vervolg op: hof-s-hertogenbosch-181212-werknemer-is-aan-arm-geraakt-is-door-bak-graafmachine-vragen-voor-neuroloog-na-eerdere-orthopedische-expertise en hof-s-hertogenbosch-070513-benoeming-neuroloog-iwmd-vraagstelling-richtlijnen-tzv-omgang-met-blokkeringsrecht

27.7.

Het hof zal een verzekeringsgeneeskundige benoemen teneinde de als gevolg van het ongeval geduide functionele beperkingen ìn verband met de neuropathie van de nervus ulnaris (linkerarm) om te zetten in een belastbaarheidsprofiel.
Het hof is voornemens de volgende vragen aan de verzekeringsgeneeskundige te stellen:
“Wilt u [appellant] oproepen voor een gesprek en aan de hand van het rapport van dr. J.D. Visser, orthopedisch chirurg, van 8 februari 2012 en het rapport van dr. W.I.M. Verhagen, neuroloog, van 16 september 2013 de functionele beperkingen van [appellant] in verband met de neuropathie van de nervus ulnaris (linkerarm) omschrijven en de belastbaarheid neerleggen in een belastbaarheidsprofiel, een en ander ten behoeve van arbeidsdeskundig onderzoek?
Heeft u naar aanleiding van uw bevindingen nog opmerkingen die voor de beoordeling van deze zaak van belang kunnen zijn?”
De verzekeringsgeneeskundige dient uitsluitend uit te gaan van de beperkingen die [appellant] ten gevolge van de neuropathie van de nervus ulnaris in de linker arm ondervindt, zoals door dr. Verhagen beschreven. De verzekeringsgeneeskundige dient derhalve de beperkingen ten gevolge van de golferselleboog buiten beschouwing te laten en dient er verder vanuit te gaan dat de klachten van [appellant] van de gehele linker arm, dus buiten het ulnaris-verzorgingsgebied, geen beperkingen opleveren.
Voor zover het rapport van dr. Verhagen afwijkt van het rapport van dr. Visser, dient het rapport van dr. Verhagen daarbij als uitgangspunt genomen te worden (zie onder meer hiervoor onder r.o. 27.2., antwoord op vraag 1g en onder r.o. 27.3.).

27.8.
Nadat de te benoemen verzekeringsgeneeskundige heeft gerapporteerd zal het hof een arbeidsdeskundige benoemen. Het hof is voornemens de volgende vragen stellen:
“a. Arbeid:
- Wilt u de genoten opleidingen en het arbeidsverleden van [appellant] beschrijven? Wilt u daarbij ook betrekken de periode dat [appellant] gewerkt heeft na het ongeval d.d. 8 oktober 1997 (na een week ziek te zijn geweest) tot 7 juli 1998 toen hij is uitgevallen en de periode van (omstreeks) 1 november 2001 tot maart 2004 toen [appellant] als postbode heeft gewerkt.
- Acht u [appellant] op grond van de door de verzekeringsgeneeskundige beschreven belastbaarheid nog in staat om werkzaamheden als grondwerker te verrichten? Zo ja, in welke omvang? Welk (bruto) inkomen kan [appellant] daarmee genereren?
- Acht u [appellant] geschikt voor andere passende arbeid? Zo ja, in welke omvang? Welk (bruto) inkomen kan [appellant] daarmee genereren? Acht u de na het ongeval door [appellant] verrichte werkzaamheden, zie de eerste vraag, daarbij van belang?
- Acht u het aannemelijk dat [appellant] de arbeid waarvoor hij door u eventueel nog geschikt wordt geacht ook daadwerkelijk kan verwerven? Zo ja, op welke termijn? Indien daartoe een opleiding of begeleiding noodzakelijk is, wordt u verzocht aan te geven wat de mogelijkheden daartoe zijn.
- Kunt u, uitgaande van de werkzaamheden die [appellant] voor het ongeval verrichtte en rekening houdend met een normaal te verwachten carrière, aangeven wat [appellant] in de hypothetische situatie zonder ongeval zou hebben verdiend?
- Tot welke leeftijd wordt het beroep van [appellant] doorgaans uitgeoefend? En tot welke leeftijd de eventuele door u passend geachte arbeid?

b. Zelfwerkzaamheid:
- Wilt u een beschrijving geven van de woning en de tuin van [appellant] waar hij tot 2005 heeft gewoond? Wilt u een beschrijving geven van de woning (zonder tuin) van [appellant] waar hij met ingang van 2005 alleen heeft gewoond?
- Wilt u de belasting in de verschillende taken van [appellant] in en om het huis en in de tuin van [appellant] beschrijven voor de periode tot 2005 en met ingang van 2005 (nadat [appellant] alleen is gaan wonen in een andere woning zonder tuin)?
- Wilt u deze belasting relateren aan de door de verzekeringsgeneeskundige omschreven belastbaarheid en aangeven welke taken [appellant] redelijkerwijs niet meer kan uitvoeren?
- Wat is de behoefte aan hulp, uitgedrukt in uren per jaar?
- Wat zijn de redelijkerwijs met die hulp gemoeide kosten?

c. Slotvraag:
- Heeft u voor het overige nog opmerkingen die voor de beoordeling van deze zaak van belang kunnen zijn?”

27.9.
Partijen worden in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over aantal en na(m)en van de te benoemen verzekeringsgeneeskundige(n) en arbeidsdeskundige(n) en de aan dezen te stellen vragen. De voorkeur van het hof gaat uit naar het benoemen van één verzekeringsgeneeskundige en één arbeidsdeskundige, op eensluidend verzoek van partijen. Het hof zal daartoe de zaak verwijzen naar de rol voor akte uitlating aan zijde alle partijen.
Het hof zal vervolgens bij arrest de verzekeringsgeneeskundige(n) benoemen en deze(n) verzoeken een rapport uit te brengen. Het voorschot van deze deskundige(n) zal bij helfte ten laste van [KWS] en [Machinale Grondwerken] worden gebracht. Nadat het definitieve rapport van de verzekeringsgeneeskundige(n) bij het hof is binnengekomen zal het hof aansluitend de arbeidsdeskundige(n) benoemen en deze verzoeken een rapport uit te brengen. Het voorschot van ook deze deskundige(n) zal bij helfte ten laste van [KWS] en [Machinale Grondwerken] worden gebracht. Nadat het laatstgenoemde rapport bij het hof is binnengekomen zal ieder van partijen in de gelegenheid worden gesteld op de beide rapporten te reageren bij memorie na deskundigenberichten.ECLI:NL:GHSHE:2014:1716