Rb Gelderland 140617 comparitie vóór nader deskundigenonderzoek verzekeringsarts; vraagstelling
- Meer over dit onderwerp:
Rb Gelderland 140617 uit deskundigenberichten tzv knieklachten en psychische klachten blijkt geen cv; rechterschouderklachten wel;
- comparitie vóór nader deskundigenonderzoek verzekeringsarts; vraagstelling
zie ook het tussenvonnis: ECLI:NL:RBGEL:2016:4813
2.14.
De rechtbank acht voor de verdere beoordeling voorshands nader deskundigenonderzoek nodig. Daarbij dient te worden gedacht aan onderzoek door een verzekeringsarts ten aanzien van de beperkingen die respectievelijk veroorzaakt worden door de rechterschouder-, linkerschouder- en knieklachten, vervolgens door een arbeidsdeskundige ten aanzien van de gevolgen voor de verdiencapaciteit en ten slotte door een financieel deskundige over de vraag wat [Gedaagde] feitelijk voor en na het ongeval nog heeft verdiend.
2.15.
Voordat tot het inwinnen van deskundigenberichten wordt overgegaan, zal de rechtbank partijen in de gelegenheid stellen zich nader uit te laten over de wenselijkheid daarvan, over het aantal en het specialisme van de te benoemen deskundige(n) en over de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen.
De rechtbank is voorlopig van oordeel dat in eerste instantie, voordat onderzoek door een arbeidskundige en een financieel specialist aan de orde komt, kan worden volstaan met de benoeming van één deskundige, te weten een verzekeringsarts en dat de navolgende vragen dienen te worden voorgelegd:
1. Welke belemmeringen stelt belanghebbende thans en in de periode vanaf augustus 2002 te ondervinden bij het verrichten van activiteiten in het dagelijks leven zoals zelfverzorging, vrije tijdsbesteding, sportbeoefening en de beroepsuitoefening?
2. Welke beperkingen bestaan er als gevolg van de rechterschouderklachten voor: a. loonvormende arbeid, b. verrichtingen in het algemeen dagelijks leven, c. hobby en sport?
3. Welke beperkingen bestaan er als gevolg van de linkerschouderklachten voor: a. loonvormende arbeid, b. verrichtingen in het algemeen dagelijks leven, c. hobby en sport en vanaf wanneer?
4. Welke beperkingen bestaan er als gevolg van de linker- en rechterknieklachten voor: a. loonvormende arbeid, b. verrichtingen in het algemeen dagelijks leven, c. hobby en sport en vanaf wanneer?
5. Wilt u aan de hand van uw bevindingen, de expertiserapporten en uw antwoord op de vragen 1-4, conform het FIS aangevuld met eventuele naar uw oordeel relevante items, beperkingenprofielen opstellen voor de situatie
- zonder de rechterschouderklachten, waarbij verschillende profielen worden opgesteld voor de situatie vóórdat achtereenvolgens linkerschouderklachten en knieklachten zijn ontstaan en de respectieve situaties daarna,
- mét de rechterschouderklachten in combinatie met achtereenvolgens de linker-schouderklachten en knieklachten, waarbij verschillende profielen worden opgesteld voor de situatie vóórdat achtereenvolgens tevens linker-schouderklachten en knieklachten zijn ontstaan en de respectieve situaties daarna,
6. Zijn er nog andere, niet door betrokkene aangegeven, beperkingen waarmee bij de beoordeling rekening dient te worden gehouden?
2.16.
De rechtbank zal daartoe opnieuw een comparitie van partijen bevelen zodat partijen zich daarover kunnen uitlaten. De comparitie heeft tevens het doel om nadere informatie van partijen te krijgen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden. Dit laatste zal de rechtbank nadrukkelijk aan de orde stellen, nu enerzijds de in 2.11. genoemde uitgangspunten voor de verdere beoordeling van de zaak vaststaan, maar anderzijds ook duidelijk is dat de afdoening van de zaak, voordat eindvonnis kan worden gewezen, naar verwachting nog veel tijd en kosten met zich zal brengen.
2.17.
De rechtbank wijst erop dat zij uit een niet verschijnen van een partij ter comparitie de gevolgtrekkingen - ook in het nadeel van die partij - kan maken die zij geraden zal achten
2.18.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden. ECLI:NL:RBGEL:2017:4006