Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Rotterdam 081216 hersenletsel; benoeming deskundige en vaststelling vraagstelling neuropsychologisch onderzoek

Rb Rotterdam 081216 hersenletsel; benoeming deskundige en vaststelling vraagstelling neuropsychologisch onderzoek

zie ook: rb-rotterdam-200716-hersenletsel-na-val-van-tankcontainer-gelet-op-lopende-procedures-geen-plicht-voor-verzekeraar-om-aan-mediation-mee-te-werken
rb-rotterdam-200716-hersenletsel-verzoek-verzekeraar-om-nieuw-neurologisch-deskundigenonderzoek-afgewezen-verzoek-tzv-npo-gelet-op-geldigheidsduur-toegewezen

rb-rotterdam-200716-hersenletsel-rapport-deskundige-is-onvolledig-en-kan-nog-niet-als-uitgangspunt-dienen-asr-moet-meewerken-aan-continuering-expertise

2. . De verdere beoordeling van het geschil 
2.1. Bij beschikking van 20 juli 2016 is geoordeeld dat een neuropsychologisch onderzoek (NPO) inclusief validiteitstesten dient plaats te vinden. X is in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de door ASR voorgestelde deskundigen. Beide partijen zijn tevens in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de aan de deskundige voor te leggen vraagstelling. 

Deskundige 

2.2. X heeft bezwaar gemaakt tegen de door ASR voorgestelde deskundigen, (mede) gelet op de afstand die hij zou moeten afleggen naar Amsterdam, alwaar de door ASR voorgestelde deskundigen werkzaam zijn. X acht mevrouw Beaufort en mevrouw Jeuken, verbonden aan het Rijdam revalidatiecentrum, meer geschikt om als deskundigen op te treden. Zij hebben zich immers al eerder gebogen over de gezondheidstoestand van X en kunnen 
dan ook een goede vergelijking maken tussen de testresultaten uit 2006 en de nieuwe testresultaten, aldus X. 
ASR heeft bezwaar gemaakt tegen de door X aangedragen deskundigen. 

2.3. De omstandigheid dat de door X voorgestelde deskundigen reeds betrokken zijn geweest bij de behandeling van X, althans onderzoeken bij hem hebben verricht, maakt dat zij, mede gelet op de bezwaren van ASR, niet kunnen worden aangemerkt als onafhankelijke deskundigen. De door X voorgestelde deskundigen zullen in de onderhavige zaak dan ook niet worden benoemd. 

2.4. ASR heeft, rekening houdend met het bezwaar van X omtrent de af te leggen afstand, vijf nieuwe mogelijke deskundigen voorgesteld, meer in de omgeving van de woonplaats van X. X heeft hierop, alhoewel hij hiertoe deugdelijk in de gelegenheid is gesteld, niet meer gereageerd. De kantonrechter gaat er dan ook vanuit dat X geen inhoudelijke bezwaren heeft tegen de door ASR voorgestelde deskundigen. 

2.5. Aangezien partijen er niet in zijn geslaagd een gezamenlijk voorstel te doen omtrent de te benoemen deskundige en X geen inhoudelijke bezwaren heeft aangevoerd tegen de in tweede instantie door ASR voorgestelde deskundigen, is één van de door ASR voorgestelde deskundigen benaderd om als deskundige te worden benoemd, te weten de heer dr. J.B.K. Lanser. Blijkens de e-mailcorrespondentie met dr. Lanser, die als bijlage aan dit vonnis zal worden gehecht, is hij bereid en in staat om als deskundige in de onderhavige zaak op te treden. Dr. Lanser zal dan ook als deskundige worden benoemd. 

Vraagstelling 
2.6. ASR heeft bij akte zes vragen geformuleerd die volgens haar in het kader van het uit te voeren NPO aan de deskundige zouden moeten worden gesteld. ASR heeft daarbij benadrukt dat het dient te gaan om een auto-anamnese en niet om een hetero-anamnese. X heeft zich akkoord verklaard met deze vragen en heeft als extra vraag voorgesteld: "Kunt u aangeven op welke punten de huidige testresultaten afwijken van de testresultaten uit 2006". ASR heeft 
geen bezwaar gemaakt tegen deze aanvulling. Alhoewel zonder nadere toelichting niet direct valt in te zien in hoeverre deze vraag relevant is voor het vaststellen van de schade van X, zal deze vraag in de vraagstelling worden opgenomen, gelet op het uitdrukkelijke verzoek van X en het feit dat ASR hiertegen geen bezwaar heeft gemaakt. 

Voorschot 
2.7. De deskundige heeft aangegeven dat hij op basis van een inschatting van de te besteden tijd een voorschot zal vragen van € 1.915,- exclusief btw (€ 2.317,15 inclusief btw), zijnde 11.5 uur á € 150,- voor afname anamnese, testonderzoek, uitwerken en opstellen rapport, plus gebruik van de faciliteiten van het Alrijne Ziekenhuis en secretariële en administratieve ondersteuning ten bedrage van € 190-. Dit voorschotbedrag komt de kantonrechter niet onredelijk voor. Het - door ASR te betalen - voorschot zal dan ook overeenkomstig de begroting worden vastgesteld op een bedrag van € 2.317,15 inclusief btw, tenzij binnen twee weken na heden schriftelijk bezwaar tegen het voorschot ter griffie is ingekomen. In laatstgenoemd geval zal de rechtbank nader beslissen over de begroting van het voorschot. Ten overvloede wordt hierbij overwogen dat de deskundige in de eindfactuur, na afronding van het onderzoek, de daadwerkelijk bestede uren dient op te nemen en te specificeren. 

Beslissing 
De kantonrechter: 

beveelt een deskundigenonderzoek ter beantwoording van de volgende vragen: 

1. Zijn er bij betrokkene, de heer X (geboren op [datum] 1985, wonende te [adres], stoornissen aantoonbaar in het mentale functioneren, het taalgebruik, de regulatie van emoties en gedrag of in de helderheid van het bewustzijn? Kunt u toelichten hoe u tot uw bevindingen bent gekomen? 
2. Is het aannemelijk dat de aangetoonde stoornissen veroorzaakt worden door een hersenbeschadiging als gevolg van het bedrijfsongeval dat betrokkene is overkomen op 2 augustus 2004? 
3. Zijn er wellicht andere oorzaken dan dit bedrijfsongeval (al dan niet ermee samenhangend) die de verklaring kunnen vormen voor de aangetoonde stoornissen? 
4. Indien de aangetoonde stoornissen kunnen worden toegeschreven aan een ten gevolge van het bedrijfsongeval van 2 augustus 2004 ontstane hersenbeschadiging, welke beperkingen in het functioneren van betrokkene zijn daardoor ontstaan? Kunt u toelichten hoe u tot uw bevindingen bent gekomen? 
5. Blijkt uit uw testgegevens dat betrokkene voortdurend moet worden begeleid of ligt dat genuanceerder? Zo ja: kunt u dit kwalificeren? 
6. Blijkt uit uw testgegevens dat betrokkene in het geheel niet kan deelnemen aan de maatschappij of ligt dat genuanceerder? Zo ja: kunt u dit kwalificeren? 
7. Kunt u aangeven op welke punten de huidige testresultaten afwijken van de testresultaten uit 2006? 
8. Heeft u naar aanleiding van uw bevindingen, binnen uw vakgebied en het kader van de aan u verstrekte opdracht liggende andere punten die u naar voren wilt brengen? 

Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2016/rb-rotterdam-081216